Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3857

van Christine Defraigne (MR) d.d. 4 augustus 2009

aan de minister van Justitie

Verkrachting - Cijfers - Beteugeling Ondoeltreffendheid - Lichte straffen

seksueel geweld
gerechtelijke vervolging
bewijs
strafsanctie

Chronologie

4/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/9/2009)
25/11/2009Dossier gesloten

Heringediend als : schriftelijke vraag 4-5650

Vraag nr. 4-3857 d.d. 4 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

In de loop van de maand juni 2009 verschenen in de pers cijfers over het aantal verkrachtingen in België dat het voorwerp is geweest van een gerechtelijk onderzoek en waarover een vonnis is geveld.

In slechts vier van de honderd dossiers die tussen 2001 en 2007 werden geopend, werd een gevangenisstraf uitgesproken van achttien maanden tot drie jaar. In één enkel geval heeft de dader zijn celstraf effectief uitgezeten. De andere drie werden voorwaardelijk in vrijheid gesteld.

De helft van de dossiers werd geseponeerd omdat de dader niet kon worden geïdentificeerd. In de andere helft kon een verdachte worden geïdentificeerd, maar konden onvoldoende bewijzen worden voorgelegd.

Dat zijn onrustwekkende resultaten, vooral als men weet dat verkrachtingen veel voorkomen. Een vrouw op vijf zou ooit het slachtoffer worden van een verkrachting of een poging tot verkrachting.

De Verenigde Naties hebben door bemiddeling van hun secretaris-generaal Ban Ki-moon trouwens campagne gevoerd om de publieke opinie te mobiliseren teneinde de grote politieke beleidsmakers ertoe aan te zetten een einde te stellen aan deze eeuwenoude, maar ontoelaatbare vorm van geweld.

1. Zijn die cijfers correct? Zo ja, welke zijn de redenen voor de inefficiënte beteugeling van een dergelijk misdrijf?

2. Kunt u mij, tot slot, uitleggen waarom er, als het dan al tot een veroordeling komt, zo'n lichte straffen worden uitgesproken?