Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3856

van Christine Defraigne (MR) d.d. 4 augustus 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie

Voor het publiek opengestelde apotheken Einde moratorium Eventuele vernieuwing Aantal geregistreerde apotheken Natuurlijke en rechtspersonen Vergunningsaanvragen Aantal Aanvragen voorbehouden voor zelfstandige apothekers

recht van vestiging
apotheek
farmaceutische wetgeving
apotheker

Chronologie

4/8/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 3/9/2009)
7/10/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3856 d.d. 4 augustus 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Het koninklijk besluit van 25 september 1974 betreffende de opening, de overdracht en de fusie van voor het publiek opengestelde apotheken, bepaalt in zijn artikel 1bis onder meer : Ҥ 1. Het maximum aantal voor het publiek opengestelde apotheken is, voor een periode van tien jaar welke ingaat op 8 december 1999, gelijk aan het aantal apotheken waarvoor op die datum een vergunning is verleend.

(...)

§3. Gedurende de periode die ingaat op 8 december 1999 en die eindigt op 8 december 2009, kunnen er geen aanvragen of hernieuwde aanvragen tot vergunning voor de opening van een voor het publiek opengestelde apotheek worden ingediend, behalve de aanvragen die zouden kunnen worden ingediend om redenen van volksgezondheid, op basis van artikel 15sexies. »

Het moratorium van tien jaar vervalt dus op het einde van dit jaar.

Dit koninklijk besluit voorziet anderzijds slechts in één enkele registratieprocedure voor de apotheken, ongeacht of het gaat om een natuurlijke of een rechtspersoon.

We weten dat veel apotheken momenteel door vennootschappen worden uitgebaat en dus niet langer eigendom zijn van apothekers die natuurlijke personen zijn.

We stellen al enkele jaren vast dat er echte apothekersgroepen worden gevormd. Die georganiseerde groepen vormen een belangrijke financiële macht. Een dergelijke concurrentie kan een ernstige belemmering betekenen voor de onafhankelijke apotheker die een apotheek wil beginnen.

Ik heb dan ook volgende vragen :

1. Zal er een nieuw moratorium worden ingesteld of zullen er nieuwe vergunningsaanvragen kunnen worden ingediend ?

2. Hoeveel apotheken zijn er in België geregistreerd? Hoeveel worden er uitgebaat door natuurlijke personen en hoeveel door rechtspersonen?

3. Hoeveel vergunningsaanvragen werden ingediend op basis van artikel 15sexies van het koninklijk besluit van 1974?

4. Zal een aantal vergunningsaanvragen voorbehouden worden voor de onafhankelijke apothekers die een apotheek willen beginnen, mocht er geen nieuw moratorium komen?

Antwoord ontvangen op 7 oktober 2009 :

1. Het huidige moratorium inzake apotheken opengesteld voor het publiek werd ingesteld op 8 december 1999, voor een termijn van tien jaar. In de loop van deze tien jaar is de concentratie van apotheken verlaagd van één apotheek voor ongeveer 1 900 inwoners, tot één apotheek voor ongeveer 2 000 inwoners. Hiermee bezit België nog steeds één van de dichtste netwerken in Europa.

Het moratorium sorteert bijgevolg effect doch dit proces verloopt zeer geleidelijk. De huidige concentratie bevindt zich nog ruim boven het maximaal toe te laten aantal apotheken zoals bepaald overeenkomstig artikel 1, §2, van het koninklijk besluit van 25 september 1974. Dit maximum werd ingesteld ten einde ter bescherming van de volksgezondheid in alle streken van het land een adequate, doeltreffende en regelmatige geneesmiddelenvoorziening te verzekeren, met inachtneming van de verschillende vormen van terhandstelling.

Een te groot aantal apotheken leidt namelijk tot te veel concurrentie, die de kwaliteit van de farmaceutische zorgenverstrekking schaadt. Dit gegeven heeft uiteraard ook invloed op de geneesmiddelenconsumptie dat nauw verbonden is met het systeem van sociale zekerheid en meer bepaald het geneesmiddelenbudget. Daarenboven zorgt het moratorium in samenhang met de overige spreidingscriteria ervoor dat de officina’s voldoende omzet kunnen genereren om aan de publieke dienstverleningsopdrachten te voldoen, met andere woorden om te investeren in de kwaliteit van de zorgverstrekking.

Dit houdt onder meer in dat zij beschikken over de noodzakelijke grondstoffen, instrumenten en toestellen om op kwalitatieve manier de bereidingen te kunnen aanmaken die artsen voorschrijven; over een voldoende voorraad van essentiële geneesmiddelen zodat die onmiddellijk kunnen afgeleverd worden; over voldoende personeel om de nodige informatie en begeleiding aan de patiënten te kunnen verstrekken, enz.

Daarom acht ik het wenselijk om het moratorium voor een nieuwe termijn van tien jaar te verlengen, en dit voornemen werd voor advies overgemaakt aan de representatieve farmaceutische beroepsorganisaties.

2. Van de 5 222 apotheken zijn er 1 506 vergund op naam van een natuurlijke persoon en 3 716 op naam van een rechtspersoon. Dit juridische onderscheid tussen eigenaar/rechtsperoon en eigenaar/natuurlijk persoon, is evenwel geen indicatie voor de verhouding tussen zelfstandige en ketenapotheken. Een zelfstandige apotheek kan evenzeer worden ingebracht in een vennootschap. Zeer veel zelfstandige apotheken werden om een veelheid van redenen waaronder successieplanning, ingebracht in een rechtspersoon.

3. De mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag tot opening of overbrenging, moet worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Gezien een definitieve sluiting tot nu toe nog nooit heeft geleid tot de mogelijkheid van een nieuwe vestiging, werd nog geen toepassing gemaakt van dit artikel.

4. Ik zie geen redenen van algemeen belang, en inzonderheid van volksgezondheid, om maatregelen te nemen om meer in het bijzonder de zelfstandige apotheken te ondersteunen..Voor de volksgezondheid is het belangrijk dat er een afdoende spreiding is van voldoende en winstgevende apotheken. Het is hierbij moeilijk in te zien op welke grond discriminerende maatregelen ten voordele van zelfstandige apotheken zouden kunnen worden genomen. Hierbij wil ik echter opmerken dat indien grote ketens misbruik zouden maken van hun marktmacht, de wet op de economische mededinging van toepassing zou zijn.

Het Hof van Cassatie heeft immers in een arrest van 7 mei 1999 geoordeeld dat apothekers in de regel ondernemingen zijn in de zin van artikel 1 van deze wet.