Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3759

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 9 juli 2009

aan de minister van KMO's, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid

Opening van het Magrittemuseum - Tentoonstelling van de collectie van de negentiende eeuw in de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België - Weerslag

museum
schone kunsten

Chronologie

9/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/8/2009)
29/7/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3758

Vraag nr. 4-3759 d.d. 9 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Door de installatie van het Magrittemuseum in een vleugel van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België wordt de collectie van de negentiende eeuw, waaronder de voormalige Ensorzaal, nog slechts gehalveerd en verspreid tentoongesteld. Daardoor zijn topwerken van Ensor, Khnopff, Smits, Evenepoel, Spilliaert, Wouters, enz., niet meer te bezichtigen.

Ik vernam dan ook graag van de geachte eerste minister hoe de betrokken federale culturele instelling spoedig een optimale oplossing aan dit ongewenste neveneffect zal geven.

Antwoord ontvangen op 29 juli 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord op zijn vraag te vinden.

Het Magrittemuseum werd gehuisvest in het Altenloh-gebouw dat sinds 1984 operationeel is. Toen werden in dat ter gelegenheid van de opening van het Museum voor Moderne Kunst gerestaureerde gebouw tijdelijke tentoonstellingen ontvangen op drie verdiepingen, zoals de retrospectieve tentoonstellingen Alvar Aalto en Panamarenko of die rond het oeuvre van Pierre Alechinsky.

In 1996 in het vooruitzicht van komende grote retrospectieve tentoonstellingen besliste de toenmalige hoofdconservatrice de collecties van de XIXe eeuw in het hotel Altenloh te herbergen die tot dan toe werden uitgestald in de Uitbreidingen van 1974 waar de tentoonstellingen Delvaux (1997), Magritte (1998), Ensor (1999) en Khnopff (2004) hebben plaatsgevonden.

De ontdekking van asbest in 2004 in de Uitbreidingen van 1974 leidde tot de sluiting van die zalen na de tentoonstelling van Khnopff. Tot op heden zijn zij niet toegankelijk voor het publiek, zodat de collecties van de XIXe eeuw niet naar hun oorspronkelijke locatie konden worden teruggebracht. Ook de oprichting van het Magrittemuseum heeft daar niets mee te maken. Het hotel Altenloh was aanvankelijk niet bestemd als tentoonstellingsplaats voor de collecties van de XIXe eeuw.

Na de komst in 2005 van de huidige algemeen directeur van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (KMSKB) werd afgesproken de drie hoofdverdiepingen van de Musea voor Moderne Kunst te verbouwen en aan te passen : verdiepingen -3/-4 voor tijdelijke tentoonstellingen, -5/-6 voor de collecties van de XIXe eeuw en -7/-8 voor de kunst van de XXe eeuw. De tentoonstellingenruimtes voor de oude kunst werden in dezelfde mate ingeperkt, daar de kunstcollecties van de XVe en XVIe eeuw voortaan te bezichtigen zijn in de voormalige vleugel van het Balat-paleis, terwijl die voorheen in de Uitbreidingen van 1974 werden gepresenteerd.

De KMSKB hebben de bezoekers de mogelijkheid geboden de collecties van de kunstwerken van de XVe eeuw tot de hedendaagse kunst te ontdekken in een geconcentreerde formule. Geen enkele bezoeker heeft trouwens zijn beklag gemaakt over de omvang van de voorgestelde selectie.

De Regie der Gebouwen, belast met de programmering en de financiering van de werkzaamheden, heeft alle asbest in de uitbreidingen van 1974 verwijderd. In het kader van de Beliris-akkoorden is de herinrichting van de eerste zalen gepland voor 2012. Dankzij deze herinrichting zal de collectie beter tot haar recht kunnen komen.