Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3713

van Christine Defraigne (MR) d.d. 3 juli 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Mauretanië - Militaire staatsgreep van 6 augustus 2008 - Veroordeling door de internationale gemeenschap Voorwaarden tot opheffing van de sancties Balans van het beleid van de afgezette president Abdallahi Economische en handelsbelangen - Uitdagingen

Mauritanië
staatsgreep
internationale sanctie
economische sanctie

Chronologie

3/7/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 7/8/2009)
30/9/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3713 d.d. 3 juli 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

In augustus 2008 werd de eerste democratisch verkozen president van Mauretanië, Sidi Ould Cheikh Abdallahi, omvergeworpen door generaal Ould Abdel Aziz. De internationale gemeenschap heeft deze putsch veroordeeld en economische sancties genomen. Onlangs is echter een akkoord gesloten dat voorziet in het vrijwillige ontslag van president Sidi Ould Cheikh Abdallahi, die op 6 augustus is afgezet door de militairen, en de vorming van een regering van nationale eenheid, vooraleer presidentsverkiezingen worden gehouden op 18 juli 2009.

Sedert de internationale veroordeling van de staatsgreep zijn sommige financieringen aan het Sahelland stopgezet. Welke voorwaarden moet Mauretanië precies vervullen om de opheffing van die sancties te verkrijgen?

Welke balans kan worden gemaakt van het beleid van president Abdallahi? Welke redenen hebben tot zijn afzetting geleid?

Welke economische en handelsbelangen heeft België in dat land?

Wat zijn de uitdagingen op het vlak van economische ontwikkeling en gezondheid waarmee de toekomstige nieuwe regering zal worden geconfronteerd?

Antwoord ontvangen op 30 september 2009 :

Sinds de Staatsgreep van 6 augustus 2008, is België de gebeurtenissen in Mauritanië van nabij blijven volgen. Het op 4 juni 2009 ondertekende Akkoord van Dakar dat op 28 juni werd goedgekeurd, zorgde voor een doorbraak en maakte op 18 juli presidentsverkiezingen mogelijk. Waarnemers ter plaatse beschreven het verkiezingsklimaat als kalm en sereen en onderstreepten de goede organisatie.

Van haar kant is de Europese Unie in het kader van artikel 96 van het Akkoord van Cotonou op 20 oktober 2008 begonnen met overleg dat tot half maart 2009 duurde. Er werden een aantal passende maatregelen getroffen zoals de opschorting van een deel van de hulp. De voorwaarden waaraan het land moet voldoen om opnieuw in aanmerking te komen voor volledige samenwerking met de Europese Unie (EU), zijn vastgelegd in een stappenplan dat naar aanleiding van het overleg tot stand kwam. Volgend op een reeks positieve ontwikkelingen konden naderhand een aantal programma’s hernomen worden. Inmiddels was immers voldaan aan de tweede en derde benchmark, voorzien in dit stappenplan (consensuele oplossing; aanzet tot uitweg uit de crisis). De volledige terugkeer van Mauritanië tot de grondwettelijke orde zal de opheffing van alle beperkingen mogelijk maken.

Ingevolge de Staatsgreep van augustus 2008, besloot de Afrikaanse Unie (UA) het lidmaatschap van Mauritanië op te schorten overeenkomstig de beginselen van de Organisatie. In de marge van de Top van de Afrikaanse Unie in Syrte (1-3 juli 2009), besloot de Raad Vrede en Veiligheid van de UA de opschorting en de sancties ten aanzien van Mauritanië ongedaan te maken.

De Organisation internationale de la Francophonie handhaaft wel haar sancties ten aanzien van het land maar zal op grond van de verkiezingsuitslag de situatie opnieuw evalueren.

President Abdallahi heeft met veel moeite de baten van het democratisch proces ten nutte gemaakt. De verslechterde veiligheidstoestand en de achteruitgang van de economische en sociale conjunctuur heeft de ontevredenheid onder de bevolking gestaag doen toenemen.

Onder de voormalige president werden de ministerfuncties op één jaar tijd, en laatst nog in juli 2008, niet minder dan drie maal herverdeeld. De vorige herschikking (mei 2008) leidde tot een motie van wantrouwen omdat in de regering islamisten van het ”Rassemblement pour la réforme et le développement” en vooraanstaanden uit de naaste omgeving van Ould Taya, de in augustus 2005 afgezette president, werden opgenomen.

België onderhoudt niet bijzonder veel economische en handelsbetrekkingen met Mauritanië. Er zijn wel een aantal Belgische bedrijven aanwezig in de banksector, de mijnbouw, infrastructuurwerken en voeding.

Mauritanië staat op de 137e plaats in de menselijke ontwikkelingsindex van de UNDP. Het land staat voor enorme uitdagingen op het gebied van gezondheid en economische ontwikkeling. Uitgaande van de millenniumdoelstellingen (MDG), keurde het land in juni 2006 een Cadre Stratégique de Lutte contre la Pauvreté (CSLP) goed. Op gezondheidsgebied moet nog de strijd worden aangebonden met kindersterfte, HIV/aids, malaria en andere ziekten en zijn ook inspanningen nodig om de gezondheid van moeders te verbeteren.

Momenteel bouwt Mauritanië zijn economisch potentieel uit rond mijnbouw en producten uit de zee. Andere sectoren kunnen nog tot bloei komen wanneer de offshore petroleumwinning en de gaswinning verder worden ontwikkeld. Ook het transparant beheer van deze rijkdommen en de aanwending ervan ten gunste van alle bevolkingsgroepen vormt een uitdaging.

Behalve in deze punten van wezenlijk belang, ligt een andere uitdaging in de verdere uitbouw van het democratisch proces en van de stabiliteit waar het land dringend behoefte aan heeft.