Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3457

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 mei 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Kredietcrisis - Banken - Terugbetaling van overheidssteun - Toetsing

bank
kredietinstelling
financiële instelling
overheidssteun
aflossing
monetaire crisis

Chronologie

11/5/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2009)
27/8/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3457 d.d. 11 mei 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In Nederland zinspeelden de afgelopen weken ING, SNS Reaal en Aegon al op het vervroegd aflossen van de kapitaalinjecties die zij afgelopen najaar van de Nederlandse Staat ontvingen. In de Verenigde Staten haalde Goldman Sachs bij beleggers 5 miljard dollar op om een deel van de ontvangen Staatssteun te kunnen aflossen. Ook andere Amerikaanse banken zinnen op terugbetalen. Als reden voor het aflossen van de steun wordt veelal opgegeven dat die voor de instelling niet langer nodig of te duur is. Toch houdt dit alles tevens soms risico’s in. Wanneer banken de steun te vroeg terugbetalen – terwijl de kapitaalpositie nog niet op orde is of maar net de aflossing van de kapitaalinjectie toestaat – beperkt dat de ruimte van de bank om zijn rol als intermediair in het kapitaalverkeer te vervullen. Het kan een verdere rem op de kredietverlening zetten, waardoor de economische crisis mogelijk langer aanhoudt dan strikt noodzakelijk. Als een financiële instelling de Staatssteun kan terugbetalen, is dat toe te juichen. Hoe eerder hoe beter. Als de reden echter is om ongeoorloofde financiële bonussen uit te keren, is dat niet wenselijk.

President Nout Wellink van de Nederlandsche Bank (DNB) pleit voor een toets als financiële instellingen ontvangen Staatssteun willen terugbetalen. Zo moet worden voorkomen dat banken de Staatssteun terugbetalen louter om het oude bonusbeleid in ere te herstellen. Een woordvoerder van het ministerie van Financiën bevestigt dat de toetsing van het terugbetalen van de kapitaalinjecties bij DNB als toezichthouder ligt.

Tevens pleitte Wellink bij de presentatie van het jaarverslag van DNB voor de oprichting van een agentschap, om ook in Nederland voor de toekomst een buffer tussen politiek en banken te creëren. Volgens hem begon de ophef over bonussen de gewone bedrijfsvoering te ontregelen. “ Wat dreigt, is dat de politiek zich straks ook gaat bemoeien met beslissingen over grote kredieten en fusies en overnames en dat de bonus voor de secretaresse op één hoop wordt gegooid met die van roekeloze traders “, aldus Wellink begin april 2009.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1)Is de geachte minister voorstander van het invoeren van een toets als financiële instellingen ontvangen Staatssteun willen terugbetalen?

2)Kan een bank overgaan tot integrale terugbetaling van de Staatssteun zonder dat de waarborgen vanwege de overheid worden teruggetrokken en zo ja, vreest hij dan niet dat banken zich roekeloos gaan gedragen?

3)Welke maatregelen voorziet hij om te voorkomen dat bij terugbetaling van de Staatssteun de banken terug overgaan tot overdreven bonussen?

Antwoord ontvangen op 27 augustus 2009 :

Het geachte lid gelieve hierna de gevraagde inlichtingen te willen vinden.

1. Invoeren van een toets

Naast de ingrepen van de Nationale Bank om, waar nodig, dringende liquiditeitsbijstand te verlenen, berustten de tussenkomsten van de federale overheid hoofdzakelijk op de herkapitalisatie van systeemkritische financiële instellingen en op het creëren van een kader dat toelaat een Staatswaarborg te verlenen.

De herkapitalisaties verliepen via de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij (FPIM) die aandelen verwierf voor rekening van de federale Staat.

Enkel wat KBC betreft, werd door de Belgische regering beslist ten belope van 3,5 miljard euro in te tekenen op een emissie van niet-overdraagbare effecten zonder stemrecht, uitgegeven aan 29,50 euro per effect.

KBC heeft de mogelijkheid om een deel of de totaliteit van deze uitgifte terug te betalen tegen een vooraf bepaalde prijs en mits kennisgeving binnen een bepaalde periode.

Het invoeren van een toets als financiële instellingen Staatssteun willen terugbetalen, is bijgevolg niet aan de orde.

2. Terugbetaling van Staatssteun en intrekking van de waarborg

Wat betreft de terugbetaling van de Staatssteun verwijs ik naar het laatste lid van wat onder punt 1 werd uiteengezet.

Wat de waarborgen vanwege de overheid betreft, in de veronderstelling dat men hiermee de Staatswaarborg bedoelt, wijs ik erop dat de Staatswaarborg aan financiële instellingen wordt verleend krachtens artikel 117 bis van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten gewijzigd bij wetten van 15 oktober 2008 en 14 april 2009.

Het uitvoeringsbesluit (KB van 16 oktober 2008) verbindt aan het verlenen van de Staatswaarborg een aantal criteria en voorwaarden. Zo moet de gewaarborgde entiteit alle nuttige maatregelen nemen ter ondersteuning van haar financiële situatie, haar solvabiliteit en haar liquiditeitspositie. De minister van Financiën bepaalt de nadere modaliteiten en voorwaarden met betrekking tot de Staatswaarborg (plafonnering en vergoeding). Bovendien kan de minister van Financiën alle overige modaliteiten bepalen die de naleving moeten garanderen van de opgelegde voorwaarden.

Als de toekenningsvoorwaarden van de waarborg niet worden nageleefd, kan de minister van Financiën de verleende Staatswaarborg te allen tijde opzeggen. De waarborg voor eerder aangegane verbintenissen blijft in dit geval echter onverminderd van kracht.

3. Overdreven bonussen

De terugbetaling van de Staatssteun waarvan sprake onder punt 1, laatste lid, gebeurt totaal losstaand van de problematiek inzake de overdreven bonussen.