Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3402

van Anne-Marie Lizin (Onafhankelijke) d.d. 29 april 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken

Vaticaan – Ambassadeurs bij de Heilige Stoel – Accreditatie - Voorwaarden verbonden aan sommige ethische functies - Geval van de Belgische ambassadeur

Heilige Stoel
personeel in diplomatieke dienst
ambassade

Chronologie

29/4/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2009)
22/6/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3402 d.d. 29 april 2009 : (Vraag gesteld in het Frans)

Over de voorwaarden voor de accreditatie van een nieuwe Amerikaanse ambassadeur in het Vaticaan doen ernstige geruchten de ronde. De post zou immers afhankelijk zijn van bepaalde standpunten, met name ten opzichte van het onderzoek op stamcellen, abortus en euthanasie.

Werden dergelijke voorwaarden ook gesteld aan de Belgische ambassadeur?

Antwoord ontvangen op 22 juni 2009 :

In de Italiaanse pers werd begin april 2009 melding gemaakt van geruchten, die werden overgenomen door de Amerikaanse pers, als zou de Heilige Stoel geweigerd hebben het agrement te verlenen aan een door Washington voorgestelde VS-ambassadeur wegens aan de kandidaat toegeschreven meningen over bepaalde ethische en bio-ethische kwesties. De persverantwoordelijke van het Vaticaan is op 14 april 2009 tegen deze geruchten ingegaan door te zeggen dat « de Heilige Stoel geen uitspraken betreffende de nieuwe ambassadeur van de Verenigde Staten bij de Heilige Stoel heeft ontvangen … en dat het bijgevolg niet waar is dat ze (de uitspraken) zijn afgewezen. ». De woordvoerder heeft eraan toegevoegd : «  Het is mogelijk dat namen de ronde hebben gedaan binnen de VS-administratie en dat deze om één of andere reden werden afgevoerd, maar dan is dit niet omwille van een veto van het Vaticaan. ».

Geen enkele voorwaarde werd geformuleerd aangaande de accreditatie van onze ambassadeur bij de Heilige Stoel.

Er weze aan herinnerd dat krachtens artikel 4.2 van het Verdrag van Wenen van 18 april 1961 inzake het diplomatiek verkeer de ontvangende staat niet gehouden is aan de zendstaat de redenen voor een weigering van het agrement op te geven.