Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3193

van Dirk Claes (CD&V) d.d. 13 maart 2009

aan de minister van Binnenlandse Zaken

Veiligheidsbeleid - Uitgevoerde rampoefeningen - Aantallen - Evaluatie

burgerbescherming
ramp door menselijk toedoen
industrieel risico
natuurramp
nucleaire veiligheid
nucleaire beveiliging

Chronologie

13/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 16/4/2009)
8/6/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3193 d.d. 13 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In het kader van de toegenomen aandacht voor de noodplanning had ik graag antwoord gekregen op onderstaande vragen :

1. Hoeveel rampoefeningen werden er in 2006, 2007 en 2008 georganiseerd in België (opdeling per provincie) ?

2. Hoe werden deze rampoefeningen door de inrichtende overheid geëvalueerd ?

3. Welke conclusies tot aanpassing en verbetering van het veiligheidsbeleid werden er uit deze oefeningen getrokken ?

Antwoord ontvangen op 8 juni 2009 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Vraag 1. Hoeveel rampoefeningen werden er in 2006, 2007 en 2008 georganiseerd in België (opdeling per provincie)?

Op federaal niveau zijn er elk jaar de nucleaire oefeningen. De periodiciteit voor de nucleaire oefeningen werd wettelijk vastgelegd in het nucleair en radiologisch noodplan voor het Belgisch grondgebied. Voor de kerncentrales Doel en Tihange is dit jaarlijks, voor de andere sites (Mol, Dessel en IRE Fleurus) is dit tweejaarlijks. Om de drie jaar wordt er ook een oefening van grote omvang georganiseerd. Dit betekent dat alle actoren opgenomen in het noodplan deelnemen aan de oefening en dat er ontplooiing is op het terrein.

In juli 2006 was er op federaal niveau ook de oefening Influenza, georganiseerd in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid.

Wat betreft de provincies is er grote verscheidenheid. Sommige hebben de traditie om elk jaar een oefening te organiseren, bij andere is het veeleer ad hoc.

Veel gemeenten werken momenteel aan hun gemeentelijk Algemeen nood- en interventieplan (ANIP) en bepalen aan de hand van hun risico-inventaris voor welke risico’s zij bijzondere nood- en interventieplannen (BNIP’s) zullen opstellen. Het oefenen van de afspraken gemaakt in het ANIP of in de BNIP’s is voor de nabije toekomst. Daarom zijn er op dit ogenblik nog maar weinig oefeningen in de gemeentes. Er zijn wel regelmatig monodisciplinaire oefeningen, maar de multidisciplinaire zijn eerder zeldzaam. De meeste oefeningen zijn tabletop-oefeningen zonder ontplooiing op het terrein.

West-Vlaanderen

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

2

8

2007

4

14

2008

6

17

Oost-Vlaanderen

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

5

12

2007

3

14

2008

1

15

Antwerpen

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

1

8

2007

2

22

2008

4

43

Vlaams-Brabant

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

1


2007

1

2

2008

1

2

Geen info over datum


2

Limburg

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

1

geen info

2007

0

geen info

2008

1

25

Brussel

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

0

0

2007

1

0

2008

1

1

Henegouwen

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

3

geen info

2007

2

geen info

2008

1

geen info

Namen

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

1

0

2007

0

0

2008

1

0

Waals-Brabant

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

1

geen info

2007

1

geen info

2008

0

geen info

Luik

Provinciaal

Gemeentelijk

2006

2

6

2007

1

2

2008

2

1

Voor de provincie Luxemburg zijn geen gegevens beschikbaar.

Vraag 2. Hoe werden deze rampenoefeningen door de inrichtende overheid geëvalueerd?

De oefeningen worden op de verschillende niveaus op gelijkaardige manier geëvalueerd:

- na de oefeningen is er een hotwashdebriefing waarbij elke actor zijn eerste reacties kan spuien.;

- binnen elke discipline en deelnemende instantie worden debriefingsverslagen opgesteld;

- alle debriefingsverslagen worden verzameld en besproken op een algemene evaluatievergadering.

Vraag 3. Welke conclusies tot aanpassing en verbetering van het veiligheidsbeleid werden er uit deze oefeningen getrokken?

Na een oefening worden concrete acties afgesproken:

- aanpassingen van het Algemeen nood- en interventieplan (ANIP);

- opmaken van Bijzondere nood- en interventieplannen (BNIP);

- uitschrijven van procedures;

- verbeteren van bereikbaarheid van sleutelpersonen;

- betere logistieke voorzieningen voor het provinciaal coördinatiecomité;

- organisatie van opleidingen;

- organisatie van volgende oefeningen;

- enz.

Een verbeterpunt dat op elk niveau terugkomt, is de communicatie. Het gaat hierbij over de communicatie tussen het operationele en het beleidsniveau, de communicatie tussen de verschillende disciplines, de communicatie via Astrid en de relatie met de pers.