Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3164

van Paul Wille (Open Vld) d.d. 11 maart 2009

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden

Voedselbanken - Aantal hulpbehoevenden - Mogelijke stijging door economische crisis - Capaciteit

voedselbehoefte
armoede
lompenproletariaat
hulp aan minderbegunstigden
sociaal achtergestelde groep
economische recessie
vrijwilligerswerk
officiële statistiek

Chronologie

11/3/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/4/2009)
26/6/2009Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-3163

Vraag nr. 4-3164 d.d. 11 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De voedselbanken leveren al jaren uitstekend werk. Via de centralisatie van de geleverde voedingsstoffen, namelijk via de Belgische Federatie van voedselbanken, worden via een efficiënt provinciaal gedecentraliseerd netwerk de verschillende deelnemende hulpverleners bereikt, en vervolgens bevoorraad met de levensmiddelen.

Voor de armsten der minstbedeelden vormen deze voedselbanken een onmiskenbare hulp in het aanbod van voedsel.

Gelet op de financiële crisis, en mogelijke structurele ontslagen of werktekorten in bepaalde sectoren, is het best mogelijk dat het aantal mensen met de vraag naar gratis voedsel stijgt op middellange termijn.

Gezien het voorgaande kader, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen :

1. Hoeveel personen doen tot nog toe in 2009 (indirect) beroep op de hulp van voedselbanken ?

2. Hoeveel gezinnen zijn afhankelijk op de hulp van de voedselbanken ?

3. Hoe worden deze cijfers berekend ?

4. Hoeveel personen werden in 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 geholpen ?

5. Is er een trend merkbaar bij zowel het aantal als de aard van de personen die geholpen worden door de voedselbanken ? Zo ja, de welke ?

6. Verwacht de geachte minister een stijging van het aantal hulpbehoevenden ?

7. Hoeveel vrijwilligers kende de Belgische federatie van voedselbanken ? Is er hier een dalende trend merkbaar ?

8. Hoeveel hulpbehoevenden kan het Belgisch model aan ?

9. Mocht er voor voorgaande vragen geen cijfers beschikbaar zijn, is zij van plan om dit te onderzoeken en hierop een beleid te enten ?

Antwoord ontvangen op 26 juni 2009 :

Vragen 1 tot 8.

Mijn departementen zijn niet bevoegd voor de Voedselbanken, die veelal organisaties van vrijwilliger zijn. De enige federale overheidsdienst die contacten onderhoudt met de voedselbanken is het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Daardoor beschikken wij niet over officiële betrouwbare statistieken over die materie.

De schattingen die in omloop zijn wijzen er echter op dat wij in de laatste maanden een vrij sterke stijging van de aanvragen voor hulp moeten vaststellen. Dat is waarschijnlijk te wijten aan de “crisis”. De meeste personen die zijn opgenomen in bepaalde statistieken worden echter op regelmatige basis geholpen, het hele jaar door.

2005: 106 550

2006: 106 900

2007: 108 100

2008: 110 700

2009: 113 700 (januari-maart)

Het gaat telkens om een gemiddelde voor de in aanmerking genomen periode.

Vraag 9.

Ik heb niet de intentie om initiatieven te nemen in de sector van de voedselbedeling. Het kan niet ontkend worden dat deze liefdadigheidsorganisaties goed en zinvol werk verrichten, aanvullend op de mogelijkheden van de OCMW’s. Toch is er een steeds grotere weerstand merkbaar tegen de klassieke voedselbedeling. Noodhulpcircuits zijn vaak geïsoleerde netwerken die weinig met elkaar samenwerken en een meer fundamentele armoedebestrijding en preventieve aanpak van de armoede in de weg staan. Een voedselpakket helpt het (grondwettelijke) recht op een menswaardig bestaan niet te realiseren. Een voedselpakket helpt de eerste honger verdrijven, maar daarmee verdwijnt de armoede niet. Het optrekken van alle uitkeringen en minimumlonen, zodat mensen op zijn minst al een inkomen hebben waarmee ze een menswaardig leven kunnen leiden is essentieel. Dit is dan ook een belangrijk aandachtspunt in het Federale Plan Armoedebestrijding dat onder mijn coördinatie tot stand kwam.

Tot dit doel volledig is gerealiseerd merken we een stijging van het aantal experimenten om op een menswaardige, respectvolle en afhankelijkheidsdoorbrekende manieren tegemoet te komen aan de noden. Voorbeelden hiervan zijn het verstrekken van maaltijdcheques of het organiseren van sociale kruideniers of sociale restaurants waarbij vaak ook eveneens mensen met een artikel 60 §7 statuut tewerkgesteld worden. Zo wordt er een actieve integratie in de samenleving van de mensen die het verst van de arbeidsmarkt verwijderd zijn verzoend met de tegemoetkoming aan hun meest fundamentele noden.