Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-3120

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 27 februari 2009

aan de minister van Ontwikkelingssamenwerking

Wereldbank - Instelling van een 'kwetsbaarheidsfonds' - Deelname van België

Wereldbank
ontwikkelingshulp
armoede
ontwikkelingsland
ontwikkelingsbeleid

Chronologie

27/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 2/4/2009)
2/4/2009Antwoord

Vraag nr. 4-3120 d.d. 27 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De Wereldbank wil de rijke landen ertoe aanzetten een 'kwetsbaarheidsfonds' op te richten om de armste landen die getroffen zijn door de crisis te hulp te komen. Wereldbankvoorzitter Zoellick stelt voor dat de ontwikkelde landen 0,7 procent van het totale bedrag van hun relanceplannen zouden besteden ter ondersteuning van de armste landen.

Ik vernam graag van de geachte minister of de Belgische regering hiertoe zal overgaan.

Antwoord ontvangen op 2 april 2009 :

Het idee om een “kwetsbaarheidsfonds” op te richten om de armste landen te helpen de gevolgen van de globale economische crisis te boven te komen werd door Wereldbankvoorzitter Robert Zoellick gelanceerd in de aanloop naar het “World Economic Forum”te Davos. Zijn voorstel kadert in de algemene discussies die al een tijdje gevoerd worden in de verschillende internationale fora's rond de mogelijke oplossingen die overwogen kunen worden als reactie op de hevigheid van de financiële crisis. De concrete reacties van donoren laten nog op zich wachten. De Belgische regering van haar kant is het idee van de Wereldbankvoorzitter niet ongenegen, maar is niet van plan met bijkomende middelen over de brug te komen voor de financiering van dit nieuw trust fund. Zoals hierboven al gesteld, verkiest de Belgische regering het gebruik van bestaande trust funds boven een verdere proliferatie van financeringsmechanismen, vooral als al voldoende structuren bestaan waarnaar de financiële stromen op het vlak van hulp aan de door de crisis getroffen Staten kunnen worden gekanaliseerd. De Belgische regering streeft in het gevolgde ontwikkelingsbeleid met de partnerinstellingen naar een verdere concentratie van de middelen (“full core” beleid) omwille van de grotere impact die eruit resulteert. In een strategie van beperktere interventies in minder domeinen is de instap in een nieuw fonds dan ook geen optie. Toch moet hierbij aan toegevoegd worden dat de regering alles in het werk stelt om het engagement dat op de top in Gleneagles van 2005 werd beloofd, na te leven. De Belgische regering is dan ook vastbesloten zich verder in te zetten voor de uitvoering van de aangegane verplichtingen. Alles zal in het werk worden gesteld om het vastgestelde groeipad te volgen. Als minister van Ontwikkelingssamenwerking pleit ik bovendien voor een verhoging van het ontwikkelingsbudget.