Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2982

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 6 februari 2009

aan de minister van Klimaat en Energie

Elektrische auto's - Nuluitstoot - Oprichting van een nationaal netwerk

automobiel
elektrisch voertuig
Portugal
broeikasgas
luchtverontreinigende stof
duurzame mobiliteit
vervoerbeleid

Chronologie

6/2/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/3/2009)
9/3/2009Antwoord

Vraag nr. 4-2982 d.d. 6 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Portugal heeft als eerste Europees land een overeenkomst gesloten met Renault en Nissan om binnen drie jaar een nationaal netwerk voor elektrische auto's met nuluitstoot op te richten. Tegen 2010 zullen 320 installaties voor het opladen van de elektrische auto's operationeel zijn over heel Portugal. Tegen het einde van 2011 moet dit aantal gegroeid zijn tot 1 300. Renault en Nissan zullen Portugal vanaf het begin van 2011 elektrische auto's met een reikwijdte van 160 kilometer leveren, dat wil zeggen één jaar voordat deze auto's wereldwijd verkocht zullen worden.

Kopers van elektrische auto's zullen vrijgesteld worden van verkeersbelasting en particulieren zullen in aanmerking komen voor fiscale aftrekken.

Voorts zal 20 % van de auto-aankopen van de Portugese publieke sector moeten bestaan uit auto's met nuluitstoot.

Graag vernam ik van de geachte minister of hij ook werkt aan een dergelijk netwerk voor elektrische auto's in België.

Antwoord ontvangen op 9 maart 2009 :

Ik ben voorstander van de bevordering van alternatieve vervoermiddelen die de hinder van de transportsector kunnen inperken. Het voordeel dat deze alternatieven bieden, moet echter reëel zijn en kaderen in een levenscyclusanalyse.

Deze alternatieven kunnen verschillende vormen aannemen, zoals :

Wat elektrische voertuigen betreft, blijkt uit alle onderzoeken dat het energierendement twee à drie keer hoger ligt dan bij verbrandingsmotoren. Bovendien stelt men vast dat de meeste autoconstructeurs momenteel aanzienlijke investeringen doen om nieuwe technologieën te ontwikkelen die nog meer rekening houden met de milieubalansen. Scooters, fietsen met hulpmotor en andere concepten blijven niet achter.

Niettemin moet de productie van elektriciteit ook beantwoorden aan criteria voor de vermindering van de uitstoot, meer bepaald via deelname aan het Europese systeem voor het verhandelen van emissierechten voor broeikasgassen. België heeft zich eveneens opgegeven voor de ambitieuze doelstellingen inzake hernieuwbare energie, waarbij weinig CO2 wordt uitgestoten.

De nieuwe richtlijn inzake hernieuwbare energie, die in december 2008 is goedgekeurd, voorziet specifieke bepalingen voor elektrische voertuigen. Zo mag de hoeveelheid elektriciteit die uit hernieuwbare bronnen geproduceerd wordt en die door elektrische voertuigen aangewend zal worden, voor 2 5 keer meetellen om de specifieke doelstelling van 10 % hernieuwbare energiebronnen in de transportsector te halen.

Prospectieve onderzoeken inzake energie tonen aan dat elektrische voertuigen slechts een geringe impact zullen hebben op de totale elektriciteitsproductie in België, voor zover ook maatregelen worden genomen om de vraag onder controle te houden. Ook moet eraan herinnerd worden dat in het geval van «  plug-in » voertuigen de dagelijkse oplaadperiode zal plaatsvinden tijdens de fase waarin de globale vraag naar elektriciteit het kleinst is. Openbare oplaadpalen ter aanvulling van de grootste laadbeurten thuis werken ondersteunend voor de promotie van deze voertuigen.

Ten slotte kunnen de elektrische voertuigen bijdragen tot de vermindering van de broeikasgasemissies en de luchtverontreinigende stoffen uit het stedelijk wegvervoer. Gezien hun huidige bereik zouden elektrische voertuigen immers, ondanks de geboekte vooruitgang, voornamelijk gebruikt moeten worden voor korte afstanden.

Met deze ideeën voor ogen deel ik uw mening over de ontwikkeling van elektrische voertuigen, in het bijzonder dankzij de recente technologische vernieuwingen inzake accu’s en de daaruit voortvloeiende uitbreiding van het bereik.

De overheid ondersteunt de bevordering van deze voertuigen in het kader van de nieuwe voertuigen die weinig CO2 uitstoten, via kortingen op factuur. Meer nog, de helft van openbare aankopen van voertuigen moet nu al beantwoorden aan milieucriteria (broeikasgas en polluenten), alle aankopen zullen weldra moeten voldoen.

Bijgevolg :

  1. Profiteren elektrische voertuigen nu al van de stimuli voor voertuigen die weinig CO2 uitstoten. Deze steun aan voertuigen met een lagere CO2 uitstoot bestaat ook bij openbare aankopen.

  2. Vormt een netwerk van oplaadpalen een goede aanvulling op de oplaadbeurten thuis. Maar dit mag geen rechtvaardiging zijn voor het bouwen van nieuwe elektrische centrales.

  3. Valt het initiatief voor andere fiscale stimuli dan belastingverminderingen onder de bevoegdheid van de minister van Financiën. Toch zou ik willen dat de discussie inzake elektrische voertuigen op de mobiliteit in haar geheel betrekking heeft en coherent gevoerd wordt, meer bepaald ten aanzien van gezinnen met lage inkomens.

Het is natuurlijk de bedoeling om het gebruik van elektrische voertuigen doelgericht te maken. Zoals we hiervoor al vermeldden, moeten ze de impact van het vervoer verminderen. Het komt er niet gewoon op aan aankopen aan te moedigen, maar gedragswijzigingen tot stand te brengen in de verplaatsingen die men doet.