Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-245

van Louis Ide (CD&V N-VA) d.d. 24 januari 2008

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

RIZIV - Artsen, tandartsen en kinesitherapeuten - Contingentering - Aantal geweigerde RIZIV-nummers

Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
dokter
tandarts
paramedisch beroep
ziekteverzekering
leerlingenselectie

Chronologie

24/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 28/2/2008)
5/3/2008Antwoord

Vraag nr. 4-245 d.d. 24 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

In 1998 werd besloten door toenmalig minister Marcel Colla dat het aantal artsen beperkt diende te worden. Men voerde dan ook een federale contingentering in, waardoor er maar een beperkt aantal artsen meer mocht afstuderen. Dit zou veel geld besparen dat voor andere zaken in de gezondheidszorg goed kon gebruikt worden. Waar de contingentering echter zijn doel mist is dat ze steeds wordt aangepast en dat men de harde keuze om de restrictie te handhaven niet durft te maken. Eerst bedroeg het contingent afstuderende artsen 700, daarna werd dit opgetrokken tot 833 en nu bedraagt het zelfs 975. Om de impact van de maatregel ook op menselijk vlak te kunnen inschatten, kreeg ik graag een antwoord op de volgende vragen:

Hoeveel RIZIV-nummers werden in totaal geweigerd voor artsen die daarvoor bij het RIZIV een aanvraag hebben ingediend, opgesplitst per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007?

Hoeveel RIZIV-nummers werden geweigerd voor huisartsen (in opleiding) die daarvoor bij het RIZIV een aanvraag hebben ingediend, opgesplitst per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007, om aldus de opleiding te kunnen beginnen?

Hoeveel RIZIV-nummers werden geweigerd voor artsen-specialisten (in opleiding) die daarvoor bij het RIZIV een aanvraag hebben ingediend, opgesplitst per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007, om aldus de opleiding te kunnen beginnen?

Hoeveel RIZIV-nummers werden geweigerd voor tandartsen die daarvoor bij het RIZIV een aanvraag hebben ingediend, opgesplitst per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007?

Hoeveel RIZIV-nummers werden geweigerd voor kinesitherapeuten die daarvoor bij het RIZIV een aanvraag hebben ingediend, opgesplitst per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) en dit voor de jaren 2004, 2005, 2006 en 2007?

Antwoord ontvangen op 5 maart 2008 :

Het systeem van de contingentering is slechts één van de facetten van de onontbeerlijke medische planning. De contingentering wordt op een andere wijze toegepast per beroepsgroep en dit in samenwerking met de gemeenschappen, onder wiens bevoegdheid een aantal zaken in verband met de organisatie van het hoger onderwijs vallen.

Zoals u weet bestaat er voor de artsen en tandartsen een ingangsexamen voor het eerste jaar van de basisopleiding in Vlaanderen en een selectie-examen bij het einde van het 1e jaar in de Franse Gemeenschap, beide worden echter meerdere jaren georganiseerd vóór de eigenlijke opleidingsplaatsen tot huisarts of geneesheer-specialist te begeven zijn. Terecht wordt in de wet (koninklijk besluit 78, artikel 35novies, § 2) voorzien dat deze informatie op voorhand bekend moet zijn, zodat kandidaat-studenten zich bij hun studiekeuze kunnen positioneren. Er bestaat thans een systeem van overdracht van teveel of te weinig in aantal van het ene jaar naar het andere, wat trouwens het voorwerp is van een adequate opvolging in de tijd. Een « gemiddelde » dat de quota respecteert zou op deze wijze voor de artsen in het jaar 2012 bereikt worden (koninklijk besluit van 30 mei 2002, artikel 4, § 2).

Bij de planning moet onder meer met de vergrijzing van de bevolking en met de vergrijzing en vervrouwelijking van het medische en paramedische corps rekening worden gehouden. Een stijging van het contingent in de tijd, zoals door de Planningscommissie werd aanbevolen, is in die zin dus logisch en ook aangewezen.

Eens afgestudeerd kunnen de artsen zich kandidaat stellen voor een specialisatie Ondanks de inspanningen van de gemeenschappen en van de universiteiten om het contingenteringcijfer zo goed als mogelijk te halen blijven er bepaalde onvoorzienbare parameters, zoals aantal studenten dat voor de opleiding zal kiezen, aantal geslaagden, de migratie, de aantrekkingskracht van een specialisatie. Ik stel vast dat voor de eerste jaren dit ook grotendeels lukt. Buiten dit belangrijk probleem van keuze binnen de beroepsgroep, werkt de contingentering globaal gesproken.

Voor de tandartsen verloopt het systeem tamelijk gelijkaardig aan dat van de artsen. Men stelt echter wel vast dat een aantal maatregelen inzake registratie, specialisatie en zo meer, die genomen werden in de loop van de tijd, niet goed afgestemd zijn geweest met de contingentering. Een bijsturing is hier nodig, zonder dat het systeem van de contingentering nu in vraag wordt gesteld.

Bij de kinesitherapeuten wordt de contingentering anders toegepast. Na gediplomeerd te zijn als kinesitherapeut wordt er een selectie-examen ingericht voor degenen die zich in een zelfstandige praktijk wensen te vestigen. Elk jaar is hiervoor een beperkt aantal plaatsen voorzien. Degenen die niet geselecteerd zijn kunnen echter in diverse structuren aan de slag.

Met de situering in deze context, kan ik duidelijk op uw vragen antwoorden. Tot op heden heeft de contingentering zijn doel gehaald. Er werden tot op heden geen RIZIV-nummers geweigerd aan artsen, noch uit Vlaanderen, Wallonië of Brussel. Indien geen nieuw koninklijk besluit dat van 2002 komt aanvullen, zou de situatie anders kunnen zijn in 2012, op het moment van de afrekening van de saldi.

Tot op heden werd trouwens ook voor geen enkele tandarts een RIZIV-nummer geweigerd. Hier is de afrekening van de saldi voorzien voor 2013.

Wat tot slot de kinesitherapeuten betreft, verwijs ik naar het antwoord dat ik gaf op uw schriftelijke vraag nr. 4-106 inzake de quota van de kinesitherapeuten.