Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2442

van Helga Stevens (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven en Institutionele Hervormingen

NMBS - Treinverkeer - Kostprijs voor de gebruikers

Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
vervoer per spoor
vervoerskosten
spoorwegtarief
plaatsbewijs
vergelijkende studie

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
11/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1876

Vraag nr. 4-2442 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Docent autotechnologie Mark Pecqueur van de Karel de Grote Hogeschool (Antwerpen) komt in een recent verschenen studie tot de conclusie dat met de trein rijden voor een gezin van vier op jaarbasis dubbel zo duur is als met de auto rijden (meer dan 10 000 euro versus 4 974 euro).

In een reactie heeft de NMBS zijn verbazing over Pecqueurs resultaten uitgedrukt. De NMBS stelt dat Pecqueurs studie een aantal belangrijke methodologische tekortkomingen bevat en dat het door hem gepresenteerde resaat bijgevolg foutief is. De NMBS berekent dat een gezin van vier dat zich per trein naar werk en school verplaatst en ook in de vrije tijd regelmatig de trein gebruikt jaarlijks 1 794 euro uitgeeft, een zeer aanzienlijk verschil met Pecqueurs cijfers.

Ook de Bond van Trein-, tram- en busgebruikers (BTTB) en de Koepel Milieu en Mobiliteit (Komimo) hebben vragen bij de berekeningswijzen in Pecqueurs onderzoek. Komimo benadrukt dat Pecqueur aan het autoverkeer inherente kosten, bijvoorbeeld inzake fileleed, niet in rekening brengt. De BTTB meent dat de NMBS over het algemeen prijzen hanteert die op het niveau zijn van deze in de buurlanden. De BTTB wijst er ook op dat de NMBS voor heel wat doelgroepen voordeeltarieven heeft ingevoerd. Wel wordt betreurd dat de multi-pass in 2004 werd afgeschaft.

Vlaams minister Van Brempt, minister van Mobiliteit, Sociale Economie en Gelijke Kansen, bevoegd voor openbaar vervoer en mobiliteit op regionaal niveau, meent dan weer dat het treinverkeer in België zeer duur is, terwijl het tram- en busverkeer zowat het goedkoopste is van de hele Europese Unie.

Uit het bovenstaande blijkt dat er vandaag geen duidelijk antwoord lijkt te bestaan op de vraag of het treinverkeer in België nu al dan niet duur is, hetzij bekeken vanuit een vergelijkende Europese context, hetzij bekeken vanuit de vergelijking met de kostprijs van autoverkeer. Vandaar dat ik volgende vragen wens voor te leggen :

Is de geachte minister een recente, onafhankelijke, comparatieve (Europese context) studie bekend over de prijs voor de klant van het treinverkeer in België ?

Zo ja, kan zij mij de referentie of een exemplaar hiervan bezorgen ?

Zo neen, is zij bereid om een dergelijke studie te laten uitvoeren ? Kan zij een timing geven ?

Is haar een recente, onafhankelijke, comparatieve (trein versus auto) studie bekend over de prijs voor de klant van het treinverkeer in België ?

Zo ja, kan zij mij de referentie of een exemplaar hiervan bezorgen ?

Zo neen, is zij bereid om een dergelijke studie te laten uitvoeren ? Kan zij een timing geven ?

De in 2004 afgeschafte multi-pass was een voordelige manier voor kleine groepjes vrienden en/of familie (tot vijf personen) om per trein te reizen. De BTTB betreurt nog steeds de toenmalige afschaffing hiervan. Is zij bereid om er bij de NMBS op aan te dringen dat deze pass opnieuw ingevoerd wordt ? Tegen wanneer kan ik het resultaat van haar eventuele tussenkomst bij de NMBS verwachten ?

Antwoord ontvangen op 11 maart 2009 :

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) noch ikzelf beschikken over een « onafhankelijke » studie waarin de prijzen van haar vervoerbewijzen vergeleken worden met die van de buurnetten of met de kosten voor het gebruik van de eigen wagen.

Bij elke tariefverhoging in binnenverkeer (elk jaar op 1 februari) onderzoekt de NMBS evenwel zelf opnieuw haar marktpositie en actualiseert ze een vergelijking tussen de prijs die de reiziger moet betalen voor een treinkaart (de core business van de NMBS) en de gebruikskosten van zijn eigen auto.

De prijs van de vervoerbewijzen van de NMBS is niet voor discussie vatbaar maar betreffende het gebruik van een eigen wagen liggen de zaken wel anders (welke kostencomponenten in aanmerking nemen? Welke aankoopprijs en afschrijvingsperiode kiezen?…).

Om te refereren naar een methode die geen vermoeden van partijdigheid kan uitlokken heeft de NMBS gekozen voor de berekeningsmethode die door de Autogids wordt gebruikt en op de internetsite van dat magazine is uiteengezet.

Zo bedraagt de gebruikskost van een op normale benzine rijdende middenklasseauto voor een dagtraject van 50 km 0,3 euro/km, terwijl die voor een treinkaart maar 0,063 euro/km bedraagt.

Die vergelijking is gemaakt op basis van de brandstofprijs in augustus 2008. Bovendien is daarbij geen rekening gehouden met de verplichte bijdrage van de werkgever in de prijs van de treinkaarten die de vergelijking nog duidelijker in het voordeel van de trein doet uitvallen.

De NMBS schafte in 2004, binnen een algemeen kader van tariefvereenvoudiging, de Multi Pass af. Dit product voldeed niet meer aan de vereisten van de reizigers. Bovendien werd dit product in een context van gewijzigde tarievenstructuur overbodig, daar de Rail Pass (en de Go Pass voor de jongeren) een volwaardig alternatief werd. Zo kunnen vijf reizigers een heen-en-terugreis maken met eenzelfde Rail Pass (of Go Pass). De herinvoering van de Multi Pass wordt dan ook niet overwogen.