Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2244

van Geert Lambert (Onafhankelijke) d.d. 12 januari 2009

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Kinderopvang - Fiscale aftrek

kinderoppas
belastingaftrek
rijksbegroting
belasting van natuurlijke personen
begrotingsuitgave

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
29/4/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-913

Vraag nr. 4-2244 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De regering heeft de jongste jaren verschillende maatregelen genomen om de activiteitsgraad van de bevolking te vergroten en de struikelblokken voor de werkgelegenheid uit de weg te ruimen. De verbetering van de fiscale aftrekbaarheid van de kosten voor kinderoppas maakt deel uit van die maatregelen. Deze regeling met betrekking tot de fiscale aftrek van de opvangkosten werd voor enige jaren nog uitgebreid, zowel qua leeftijd van de betrokken kinderen (uitgebreid van 3 jaar tot 12 jaar) als qua opvanginstanties. De nieuwe regeling is van toepassing voor die opvang waar sinds 1 januari 2005 gebruik van is gemaakt. Er wordt door de regering ook een bijkomende belastingvrije som verleend voor ieder kind dat op 1 januari van het aanslagjaar jonger is dan 3 jaar en ten laste van de belastingplichtige is en voor wie geen kosten voor kinderoppas worden afgetrokken. Dergelijke maatregelen zorgen natuurlijk voor minder belastinginkomsten voor de overheid.

Graag had ik van de geachte minister geweten:

1. a) Wat is het totaal bedrag aan opvangkosten dat er de jongste jaren ingebracht is om een belastingvermindering te krijgen? Indien mogelijk had ik graag een opsplitsing per jaar ontvangen sinds 2000.

b) Hoeveel personen hebben sinds 2000 gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvangkosten (opsplitsing per jaar)?

c) Hoeveel bedroeg de budgettaire kost van de fiscale aftrekbaarheid van de kinderopvang sinds 2000 (opsplitsing per jaar)?

2. a) Hoeveel personen hebben sinds 2000 kunnen genieten van de bijkomende belastingvrije som voor de kinderen waarvoor geen kosten voor kinderopvang kan worden afgetrokken (opsplitsing per jaar)?

b) Hoeveel bedroeg sinds 2000 de budgettaire kost van de bijkomende belastingvrije som die verleend wordt voor die kinderen voor wie geen kosten voor kinderopvang afgetrokken kunnen worden (opsplitsing per jaar)?

3. a) Op hoeveel wordt de budgettaire kost van de fiscale aftrek van de kinderopvangkosten begroot in 2008 ten gevolge van de uitbreiding van de maatregel qua leeftijd als qua opvanginstanties?

b) Indien mogelijk kreeg ik graag een opsplitsing geven per opvanginstantie en per leeftijdscategorie, namelijk 0 tot 3 jaar en 3 tot 12 jaar?

Antwoord ontvangen op 29 april 2009 :

1.De gegevens met betrekking tot het eerste punt van uw vraag zijn opgenomen in de onderhavige tabel.

Voor de aanslagjaren 2000 tot en met 2006 wordt het aantal belastingplichtigen dat aanspraak maakte op de aftrek van kosten van kinderopvang, het totaalbedrag aan opvangkosten dat in dat verband in de aangifte is vermeld alsook de geraamde budgettaire kost inzake deze aftrek medegedeeld. Voor het aanslagjaar 2006 dient opgemerkt dat het om voorlopige gegevens gaat vermits de bijzondere aanslagtermijn van drie jaar nog niet is verstreken. De cijfers hebben dus betrekking op de situatie afgesloten op 30 juni 2007.

Aanslagjaar -

Aantal -

Bedrag -

Geraamde budgettaire kost

 

 

 

(in miljoen euro) -

2000

106 671

109 162 226

45,8

2001

106 336

124 455 807

52,2

2002

112 151

134 351 507

56,3

2003

114 664

138 655 279

58,2

2004

115 047

136 547 140

57,3

2005

121 073

150 611 030

63,2

2006

397 377

228 022 017

95,6

2. Wat het tweede deel van uw vraag aangaat, biedt de navolgende tabel een overzicht van het aantal belastingplichtigen dat genoot van een verhoging van de belastingvrije som voor kinderen jonger dan drie jaar waarvoor geen kosten van kinderopvang worden afgetrokken en dit voor de aanslagjaren 2000 tot en met 2006. Tevens wordt voor elk van de betrokken aanslagjaren de geraamde budgettaire kost van deze verhoging vermeld.

Aanslagjaar -

Aantal belasting-

Geraamde budgettaire kost

 

plichtigen -

(in miljoen euro) -

2000

151 489

16,4

2001

141 477

16,2

2002

139 657

16,3

2003

137 113

15,9

2004

136 632

16,1

2005

123 555

15,0

2006

117 754

14,7

3.a)Het spreekt voor zich dat de budgettaire kost van een uitbreiding van de mogelijkheden tot aftrek van kosten van de kinderopvang gedeeltelijk wordt gecompenseerd door een afname van de budgettaire kost voortvloeiend uit de verhoging van de belastingvrije som voor kinderen jonger dan drie jaar waarvoor geen kosten van kinderopvang worden afgetrokken.

Aldus beloopt voor het aanslagjaar 2006 de budgettaire meerkost van de uitbreiding van de mogelijkheden tot aftrek van de kosten voor kinderopvang 32 miljoen euro.

Voor het begrotingsjaar 2008 is rekening gehouden met een analoge, budgettaire kost.

b)De gegevens opgenomen in de aangifte van de personenbelasting laten niet toe een opsplitsing van de in mindering gebrachte kosten van kinderopvang per opvanginstantie of per leeftijdscategorie te maken. De fiscale aangifte mag immers niet worden gebruikt voor louter statistische doeleinden.