Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2117

van Anne-Marie Lizin (PS) d.d. 9 december 2008

aan de minister van Landsverdediging

Libanon - Aanwezigheid van Belgische troepen - Belgisch militair hospitaal

Libanon
militaire samenwerking
strijdkrachten in het buitenland
geneeskundige noodhulp
terrorisme
conventioneel wapen
multinationale strijdmacht

Chronologie

9/12/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2009)
19/12/2008Antwoord

Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-571

Vraag nr. 4-2117 d.d. 9 december 2008 : (Vraag gesteld in het Frans)

De regering heeft beslist om de Belgische troepen tot einde 2009 in Libanon te laten blijven.

1. Wat is de officiële benadering van de gevolgen van onze aanwezigheid in Libanon?

Hoever staat het onderzoek naar de risico's die de militairen lopen?

2. Het militair hospitaal dat door het Belgische leger werd geïnstalleerd, verzorgt ook Libanese patiënten. De regels zijn echter veranderd en die opvang is nu beperkt.

Hoe wordt die beslissing ter plaatse onthaald?

3. De positie van Hezbollah, die nog altijd als een terroristische organisatie wordt beschouwd, zou kunnen worden herzien.

Welke relaties onderhouden wij ter plaatse met Hezbollah?

Antwoord ontvangen op 19 december 2008 :

1. UNIFIL, en bijgevolg ook BELUFIL is aanwezig in Zuid Libanon om de Libanese regering bij te staan in het uitoefenen van haar soevereiniteit over Libanon en de Libanese strijdkrachten te steunen in het scheppen van vrede en veiligheid in Libanon. Het doel is de uitbraak van vijandelijkheden te vermijden en de voorwaarden voor een duurzame vrede te stichten. De Belgische Defensie draagt voornamelijk bij tot het realiseren van deze doeleinden door het leveren van een medische en een ontmijningscapaciteit die door alle actoren op prijs worden gesteld.

De veiligheidssituatie in Zuid Libanon is bevredigend. De aanwezigheid van UNIFIL en van het Belgische bataljon wordt door de bevolking geapprecieerd. Er is dan ook geen sprake van enige vijandigheid ten overstaan van de Belgische aanwezigheid. Ook de context waarin de Belgen opereren stelt geen noemenswaardige problemen. Politiek-sektarische spanningen blijven in het zuiden uiterst beperkt. UNIFIL is het doelwit geweest van drie aanslagen die kunnen worden toegeschreven aan Soennitische Salafisten-jihadisten. Een algemene dreiging tegen UNIFIL en de Westerse aanwezigheid in Libanon in het algemeen is dus reëel. Wij beschikken niettemin over geen enkele aanwijzing dat vanuit die hoek specifiek de Belgen zouden worden geviseerd.

2. De Belgische medische installaties zijn er vooreerst om de Belgische militairen, de UNIFIL leden en de Libanese Strijdkrachten bij te staan. Voor de plaatselijke bevolking kadert de medische hulpverlening binnen de spoedgeneeskunde en de acute eerste lijnsgeneeskunde. Andere gevallen worden doorverwezen om niet in concurrentie te treden met de plaatselijke faciliteiten. De voorheen opgesomde prioriteiten, de veiligheidstoestand en de actuele capaciteiten en stocks bepalen het aantal burgers die van de Belgische medische dienstverlening kunnen genieten. De verstandhouding met de plaatselijke bevolking is zeer goed en geen noemenswaardige verandering in haar houding wordt vastgesteld.

3. Op Europees vlak wordt, in uitvoering van artikel 2, lid 3 van verordening (EG) nr. 2580/2001 [inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme] een lijst met personen, groepen en entiteiten opgesteld die beschouwd worden als terroristisch. Hezbollah is daar niet bij.