Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1931

van Martine Taelman (Open Vld) d.d. 29 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Dienst voor alimentatievorderingen - Centrale rol - Opname beslissingen in het rijksregister

alimentatieplicht
Rijksregister van de natuurlijke personen

Chronologie

29/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 27/11/2008)
27/11/2008Antwoord

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1932
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 4-1933

Vraag nr. 4-1931 d.d. 29 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Reeds verschillende jaren geleden is de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO) opgericht met als opdracht het invorderen van het maandelijks bedrag van het onderhoudsgeld, de achterstallen daarvan en het betalen van voorschotten op het onderhoudsgeld.

De invorderingsgraad zou volgens de evaluatiecommissie van de DAVO stijgen maar het gevaar zou bestaan dat hij op een bepaald ogenblik stagneert of zelfs daalt.

Zelfs als het aantal dossiers stijgt zou het aantal personen dat op de DAVO een beroep zou kunnen doen, moeten kunnen geëvalueerd worden:

cijfers kunnen misschien worden gevraagd van de ‘silc’-enquête (Statistics on Income and Living Conditions);

de informatisering van Justitie zou het mogelijk moeten maken inlichtingen te bekomen;

De aangiftes in de provinciale besturen zouden bepaalde gegevens kunnen opleveren voor zover de DAVO-klanten die indienen.

De DAVO zou de rol kunnen spelen van centralisator van gerechtelijke beslissingen (of uittreksels) waarbij beslissingen over minderjarige kinderen zouden kunnen worden opgenomen in een rijksregister met als doel sneller tussen te kunnen komen in geval van niet-uitvoering van de onderhoudsverplichting. Deze tussenkomst zou een verlichting betekenen van de procedure voor de schuldeiser en zou de administratieve vereenvoudiging in de hand werken.

Vandaar mijn vragen:

1.Zijn er cijfergegevens voorhanden waaruit het aantal personen dat op de DAVO een beroep kan doen kan worden geëvalueerd? Zo ja, welke zijn deze cijfers?

2.Worden beslissingen over minderjarige kinderen opgenomen in het rijksregister? In ontkennend geval, bestaat de intentie de opname ervan in overweging te willen nemen?

Antwoord ontvangen op 27 november 2008 :

1) De enige cijfers die beschikbaar zijn, zijn de statistieken en financiële gegevens uit het Evaluatieverslag van de Dienst voor alimentatievorderingen (DAVO). Het in het verslag vermelde cijfer van het aantal dossiers betreft het aantal dossiers die daadwerkelijk werden ingediend. Dit cijfer, gecombineerd met andere bekende gegevens, laat niet toe om te extrapoleren en dus te berekenen hoeveel personen een beroep op de DAVO zouden kunnen doen.

Eigenlijk is de enige oplossing een socio-demografische studie die, vanuit het perspectief van de grondvoorwaarden om een beroep te kunnen doen op de DAVO, de bestaande statistieken bestudeert of de noodzakelijke enquêtes verricht. Voor een dergelijke studie is een budget vereist. Contacten worden genomen tussen mijn kabinet en het kabinet van Staatssecretaris Wathelet die bevoegd is voor het Familiebeleid.

2) De (uittreksels van) gerechtelijke beslissingen of notariële akten betreffende de vaststelling van onderhoudsgeld worden vandaag niet gecentraliseerd. Nochtans zou een dergelijke centralisatie voordelen kunnen opleveren: het zou een bron zijn van statistische informatie en in hoofde van de onderhoudsgerechtigden (niet alleen de kinderen maar ook de ex-partners) zou het een administratieve vereenvoudiging betekenen omdat de DAVO reeds over de gegevens van de titel van het onderhoudsgeld zou beschikken.

De oprichting van deze gegevensbank is ook afhankelijk van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie.