Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-184

van Patrik Vankrunkelsven (Open Vld) d.d. 16 januari 2008

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

Behandeling van vruchtbaarheidsproblemen - Geneesmiddelen voor de stimulatie van de eierstokken - Terugbetaling via de ziekenhuizen - Evaluatie

ziekteverzekering
gynaecologie
geneesmiddel
bevruchting in vitro
kunstmatige voortplanting
reproductieve gezondheidszorg

Chronologie

16/1/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2008)
28/2/2008Antwoord

Vraag nr. 4-184 d.d. 16 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Tijdens vorige legislatuur werd beslist om geneesmiddelen die de eierstokken stimuleren in het kader van vruchtbaarheidsproblemen, niet meer terug te betalen via de officina, maar enkel nog via de ziekenhuizen. Deze maatregel werd genomen op vraag van de IVF-centra om deze producten op een meer correcte manier te gebruiken om de veiligheid van de patiënten te verbeteren en ook om een rationeler gebruik van deze producten mogelijk te maken.

Op het terrein veroorzaakt deze maatregel echter ook heel wat praktische gevolgen voor de patiënten: extra verplaatsingen, extra consultaties en bloedafnames. Dit brengt voor de betrokken gezinnen heel wat extra beslommeringen en uitgaven met zich mee. Om die reden is het nuttig om deze maatregel te evalueren. Idealiter zou het impact op de volksgezondheid moeten nagekeken worden, wat eventueel met een bevraging via de centra zou kunnen gebeuren.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Is er een evaluatie gepland van de maatregel?

2. Welke impact had de maatregel op de verkoop van de betrokken geneesmiddelen?

3. Wat is de budgettaire weerslag op de uitgaven van het RIZIV:

a. wat betreft de geneesmiddelen?

b. wat betreft het aantal consultaties, technische prestaties, bloedafnames, enz.?

Antwoord ontvangen op 28 februari 2008 :

1 en 2. Gelet op het feit dat door deze maatregel de recombinante gonadotrofines vanaf de eerste cyclus worden terugbetaald, werd een switch verwacht naar dit type gonadotrofines. De beschikbare gegevens over de evolutie van de uitgaven bevestigen die verwachting. Uit de gedeeltelijke cijfers van IMS-Health (firma die diensten van informatie aan de farmaceutische industrie levert) kunnen wij afleiden dat de urinaire gonadotrofines voor het eerste semester 2006 80 % van de uitgaven voor dit soort geneesmiddelen vertegenwoordigen. Voor het eerste semester 2007 leiden wij af dat ze niet meer dan 36 % vertegenwoordigen. De budgettaire weerslag van de herziening van de groep van gonadotrofines voorzag een jaarlijkse kost voor de verzekering voor geneeskundige verzorging van 16 miljoen euro voor dit soort geneesmiddelen. Momenteel ontbreken er nog relevante gegevens om de volledige uitgaven voor het RIZIV te kunnen berekenen na de invoering van deze maatregel.

3. a) De ziekenhuisgegevens die nodig zijn om de budgettaire weerslag van deze maatregel op de uitgaven van het RIZIV te kennen zullen pas over drie maanden beschikbaar zijn.

b) De vergoedingsvoorwaarden van gonadotrofines zouden geen verhoging van consultaties (de patiëntes ontvangen het voorschrift gelijktijdig met de aanvraag voor de adviserende geneesheer en gaan naar hun behandeling wanneer zij het akkoord hebben van de adviserend geneesheer), van technische prestaties en klinisch biologische onderzoeken met zich meebrengen. De maatregelen zijn bedoeld om de kwaliteit van de zorgen te garanderen door het voorschrijven voor te behouden aan gespecialiseerde geneesheren die aangesloten of verbonden zijn aan een medisch programma voor de voortplanting. De verwachte impact is een betere controle van de uitgaven die verbonden zijn aan behandelingen van onvruchtbaarheid.