Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1805

van Helga Stevens (Onafhankelijke) d.d. 16 oktober 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen

Adoptie - Kosten - Fiscaal aftrekbaarheid

adoptie
belastingaftrek

Chronologie

16/10/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 20/11/2008)
7/11/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1805 d.d. 16 oktober 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Mensen die overwegen om een kind te adopteren, zien zich onvermijdelijk met zware kosten geconfronteerd. Een binnenlandse adoptie kost gemiddeld 7 500 euro, een buitenlandse adoptie kan oplopen tot 13 000. Belangrijke uitgavenposten zijn de procedurekosten, de bijdrage in de werking van de adoptiedienst, reis- en verblijfkosten, kosten voor medische onderzoeken en nazorg, etc.

Deze hoge bedragen schrikken koppels die over een laag of gemiddeld inkomen beschikken vaak af om aan de adoptie te beginnen. Nochtans is een adoptie voor deze mensen veelal de enige manier om hun kinderwens in vervulling te zien gaan. In heel wat gevallen hebben deze mensen ook al zware kosten gemaakt in het kader van diverse, onsuccesvolle vruchtbaarheidsbehandelingen.

Graag had ik u dan ook volgende vragen voorgelegd :

Bent u bereid om de kosten die verbonden zijn aan een adoptie - binnenlands of buitenlands - fiscaal aftrekbaar te maken, zodat het ook voor koppels met een laag of gemiddeld inkomen meer haalbaar wordt om via adoptie hun kinderwens in vervulling te brengen ?

Indien u akkoord bent met dit voorstel, kan u dan een timing geven voor de realisatie van dit idee ?

Indien u niet akkoord bent, waarom niet ?

Antwoord ontvangen op 7 november 2008 :

Inzake fiscaliteit zijn uitgaven van persoonlijke aard, zoals kosten van medische verzorging, kosten gemaakt naar aanleiding van de geboorte of de adoptie van een kind, onderhoudskosten van het gezin, enz., overeenkomstig de bepalingen van artikel 53, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92), niet aftrekbaar van de belastbare inkomsten.

In die optiek, en mede om discriminaties te vermijden, acht ik het niet opportuun om voor adoptiekosten een uitzondering in te voeren.

De adoptanten kunnen in principe aanspraak maken op een wettelijke adoptiepremie die, juist om een gelijke behandeling van de gezinnen te verzekeren, net als het wettelijk kraamgeld vrijgesteld is van inkomstenbelastingen krachtens artikel 38, eerste lid, 1°, WIB 92, en ook, zoals het wettelijk kraamgeld, buiten beschouwing wordt gelaten voor het vaststellen van het nettobedrag van de bestaansmiddelen dat bepalend is voor de toekenning van de toeslag op de belastingvrije som voor kinderen ten laste (artikel 143, 1', WIB 92).

Het is niet de bedoeling dat adoptanten zowel aanspraak kunnen maken op een niet belastbare adoptiepremie als op de aftrekbaarheid van de kosten.