Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-1137

van Geert Lambert (sp.a+Vl.Pro) d.d. 17 juni 2008

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken

Geweldloze actie - NAVO - Optreden van de politie

pacifisme
NAVO
politie
nucleair beleid
kernwapen
openbare orde
recht tot betogen
geweldloosheid

Chronologie

17/6/2008Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/7/2008)
1/7/2008Antwoord

Vraag nr. 4-1137 d.d. 17 juni 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Op 22 maart 2008 vond in Evere de geweldloze actie “NATO Game Over” plaats in het kader van een campagne van Vredesactie, gericht tegen de kernwapenpolitiek en het interventiebeleid van de NAVO.

Ondanks het vreedzame karakter van het initiatief en de open communicatie van de organisatoren met de politie, zowel vooraf als tijdens de actie, gebruikten de ordehandhavers buitensporig geweld. Ik was zelf ter plaatse aanwezig en zag hoe actievoerders die zich zonder problemen lieten arresteren met vuist- en matrakslagen werden aangepakt. De bereden politie gedroeg zich zeer gevaarlijk en reeds gearresteerde personen werden aangepakt met houdgrepen, slagen, schoppen en in één geval zelfs gebeten door een politiehond.

Ook na de arrestatie, onderweg naar het gerechtsgebouw, werden mensen hardhandig aangepakt. Tijdens de administratieve aanhouding werd niet toegelaten om naar het toilet te gaan, een situatie die bij een opsluiting van zes uur pijnlijk kan zijn.

De diensten van de politiezone Brussel Hoofdstad, de politie van Evere, de politie van Zaventem en de federale politie waren hierbij betrokken.

Dit alles doet vragen rijzen over de voorbereiding van, leiding over en uitvoering van de ordehandhaving. Hoeveel manschappen werden ingezet en onder wiens bevel stonden ze? Welke inschatting werd door de leidinggevende officieren gemaakt over wat tijdens deze actie zou gebeuren en op welke informatie was deze gebaseerd?

Bestaan er richtlijnen over het inzetten van honden en paarden tijdens de openbare ordehandhaving?

Ik ben ervan overtuigd dat de geachte minister het met mij eens zal zijn dat dergelijk politiegeweld tegen politieke actievoerders vragen doet rijzen over de naleving van fundamentele rechten en vrijheden in ons land. Ik wil hem tenslotte dan ook vragen hoe hij zal trachten nodeloos politiegeweld tegen politieke manifestanten in de toekomst te vermijden.

Antwoord ontvangen op 1 juli 2008 :

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Ik verwijs tevens naar mijn antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nummer 52-223 van 29 mei 2008 van de heer volksvertegenwoordiger Wouter De Vriendt.

1. Er werden 405 lokale en federale politiemensen ingezet voor de ordedienst te Evere, die onder de leiding stond van de korpschef van de politiezone Brussel/Elsene.

2. Deze ordedienst werd zeer zorgvuldig voorbereid, op basis van een nationale inlichtingencyclus.

Zoals gebruikelijk is voor dergelijke evenementen, organiseerde het Crisiscentrum op 26 februari 2008 een eerste coördinatievergadering voor alle betrokken diensten.

Uit de ingezamelde inlichtingen bleek dat het « Forum voor Vredesactie » op zaterdag 22 maart 2008 een actie « bombspotting » zou organiseren aan de site van de NATO te Evere, met de bedoeling in kleine groepjes de militaire site binnen te dringen.

Mogelijks zouden er eveneens kleine acties plaatsvinden op andere militaire sites, zodat ook te Gooik en op het hoofdkwartier van de SHAPE te Casteau een beperkt aantal politiemensen werden ingezet. Op die plaatsen daagden echter geen betogers op.

3. Tijdens dergelijke ordediensten worden ruiters per twee of per vier ingezet voor ontradende patrouilles rondom de site, vooral op plaatsen die moeilijk toegankelijk zijn voor politievoertuigen.

In geval een groep betogers op een dergelijke plaats het terrein trachten binnen te dringen, kunnen een aantal ruiters gegroepeerd worden, om een « terugdrijving » uit te voeren, weliswaar na het geven van de nodige waarschuwingen en rekening houdend met de richtlijnen van de bestuurlijke overheden en van de bevelvoerende officieren.

De hondengeleiders bevinden zich tijdens een ordedienst in tweede lijn en dus niet in rechtstreeks contact met de betogers.

Ook worden zij ingezet voor ontradende patrouilles binnen een bepaald terrein of rond een gebouw, of nog voor de bewaking van de politievoertuigen.

Wanneer een vastberaden betoger erin slaagt het politiekordon te doorbreken en het terrein binnendringt, is het natuurlijk mogelijk dat hij of zij in contact komt met een patrouillehond, maar ook dan zal de hondengeleider al het mogelijke doen om de kwalijke gevolgen van een dergelijke confrontatie tot het strikt noodzakelijke te beperken.

3. Een zeshonderdtal betogers werden administratief aangehouden en acht betogers maakten het voorwerp uit van een gerechtelijke aanhouding, wegens vernielingen.

Ik heb geen kennis van klachten tegen de politie wegens nodeloos geweld. E werd geen intern onderzoek ingesteld.