Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-2809

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 28 maart 2003

aan de minister van Financiën

Scholencomplex - Woning en kapel - Onroerende voorheffing.

Chronologie

28/3/2003Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 1/5/2003)

Vraag nr. 2-2809 d.d. 28 maart 2003 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Artikel 12, § 1, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (W.I.B) stelt dat het kadastraal inkomen vrijgesteld is van belasting op de onroerende goederen of delen van onroerende goederen die een belastingplichtige of een bewoner zonder winstoogmerk heeft bestemd voor het openbaar uitoefenen van een eredienst of van de vrijzinnige morele dienstverlening, voor onderwijs, voor het vestigen van hospitalen, klinieken, dispensaria, rusthuizen, vakantiehuizen voor kinderen of gepensioneerden, of van andere soortgelijke weldadigheidsinstellingen.

Artikel 253 van het W.I.B. stelt dat van de onroerende voorheffing het kadastraal inkomen wordt vrijgesteld van de in artikel 12, § 1, vermelde onroerende goederen of delen van onroerende goederen.

In sommige schoolgebouwencomplexen staat wel eens een kapel en een woonhuis die "onrechtstreeks" voor het onderwijs worden aangewend. Deze kapel, die voor iedereen vrij toegankelijk is, wordt aangewend voor godsdienstige, sacramentele en liturgische vieringen. Het woonhuis wordt bewoond door kloosterlingen die er niet alleen onderwijs verstrekken, maar tevens verantwoordelijk zijn voor de bewaking, de verzorging en het optimaal functioneren van het schoolgebeuren.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen :

1. Is er voor deze kapellen en woonhuizen een onroerende voorheffing verschuldigd ?

2. Indien dit het geval is, waarop baseert men zich om deze onroerende voorheffing te innen ?

3. Hoeveel bezwaarschriften werden de afgelopen 10 jaar ingediend door kloosterordes voor het heffen van onroerende voorheffing op hun kapel en woonhuis die geïntegreerd zijn in een scholencomplex ?

4. Werd op deze bezwaarschriften telkens een antwoord geformuleerd door de administraties van het Kadaster ?