Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 2-2800

van Hugo Vandenberghe (CD&V) d.d. 17 maart 2003

aan de minister van Financiën

Gehandicapten - Personenwagen die werd aangekocht met vrijstelling van BTW en verkeersbelasting - Gebruik door een andere gehandicapte uit hetzelfde gezin die eveneens voldoet aan de vrijstellingsvoorwaarden.

Chronologie

17/3/2003Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 17/4/2003)

Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 2-2799

Vraag nr. 2-2800 d.d. 17 maart 2003 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Personen die ofwel volledig blind zijn, ofwel het gebruik van de bovenste ledematen hebben verloren, ofwel lijden aan een blijvende invaliditeit die rechtstreeks toe te schrijven is aan de onderste ledematen en ten minste 50 % bedraagt, ofwel oorlogsinvalide zijn en die een invaliditeitspensioen genieten van minstens 50 %, kunnen voor een auto bestemd voor hun persoonlijk vervoer van belastingsvrijstelling genieten van de BTW bij aankoop hier ten lande, de intracommunautaire verwerving of de invoer, van de belasting op de inverkeerstelling en van de jaarlijkse verkeersbelasting.

De auto wordt bij Kantersteen ingeschreven op naam van de persoon met een handicap. Dit heeft tot gevolg dat de wagen enkel kan gebruikt worden door de titularis van de wagen (ook als passagier), zijnde de persoon met een handicap.

In gezinnen met meer dan één persoon met een handicap stelt zich echter een probleem wanneer de titularis van de auto niet meerijdt met de auto. Zonder de aanwezigheid van de titularis van de auto kan de tweede persoon met een handicap in het gezin, die nochtans aan de voorwaarden tot vrijstelling voldoet, niet met de wagen rijden of vervoerd worden, dit omdat Kantersteen de auto niet kan inschrijven op twee personen.

Deze persoon wordt dus verplicht een tweede auto te kopen, met de nodige en vaak dure aanpassingen tot gevolg.

Langs de andere kant is het zo dat een persoon met een handicap het recht heeft een auto te parkeren op een parkeerplaats voorbehouden aan personen met een handicap mits de auto wordt voorzien van het toelatingsattest uitgeschreven op naam van een van deze parking gebruikmakende persoon met een handicap, ook al is de auto zelf niet op naam van deze laatste ingeschreven.

Graag had ik van de minister het volgende vernomen :

1. Acht de minister het wenselijk dat een personenwagen met vrijstelling van BTW en verkeersbelasting, aangekocht op naam van een persoon met een handicap die voldoet aan de gestelde voorwaarden, vrij toegang krijgt in het openbaar vervoer, mits de effectieve aanwezigheid in de wagen van een persoon met een handicap (niet noodzakelijk de titularis van de wagen, maar wel een lid van hetzelfde gezin) die het attest kan voorleggen te behoren tot de doelgroep waarvoor genoemde vrijstellingen werden voorzien ?

Deze vraag wordt tevens aan de vice-eerste minister en minister van Mobiliteit en Vervoer gesteld.