SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
20 mai 2016 20 mei 2016
________________
Question écrite n° 6-961 Schriftelijke vraag nr. 6-961

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Lutte contre la fraude sociale, à la Protection de la vie privée et à la Mer du Nord, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Discrimination tarifaire sur l'internet - Neutralité du net - Zero rating Prijsdiscriminatie op het Internet - Netneutraliteit - Zero rating 
________________
Internet
barème de prix
jeune pousse
protection de la vie privée
petites et moyennes entreprises
fournisseur d'accès
Organe des régulateurs européens des communications électroniques
internet
prijsschaal
startende onderneming
eerbiediging van het privé-leven
kleine en middelgrote onderneming
provider
Orgaan van Europese regelgevende instanties voor elektronische communicatie
________ ________
20/5/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/6/2016)
23/6/2016Antwoord
20/5/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/6/2016)
23/6/2016Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-960 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-960
________ ________
Question n° 6-961 du 20 mai 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-961 d.d. 20 mei 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La deuxième Chambre néerlandaise a approuvé une proposition du ministre Kamp (Affaires économiques) visant à interdire toute forme de discrimination tarifaire, y compris positive, dans le cadre de la neutralité du net. De cette façon, il est également interdit de favoriser certains services en ne les prenant pas en compte dans le forfait de données mobiles.

Cette forme d'avantage – le «zero rating» – était déjà interdit par des règles néerlandaises relatives à la neutralité du net mais celles-ci ont été rattrapées l'année dernière par la législation européenne, plus favorable, en matière de neutralité du net.

En interdisant la discrimination tarifaire dans la loi, les règles du jeu deviennent plus équitables. Une start up ne peut en effet pas concurrencer une entreprise dont le service est offert gratuitement dans le forfait. Il n'est pas non plus autorisé de faire payer plus cher certains transferts de données et d'ainsi en décourager l'usage. Le fondement de la neutralité du net est que toutes les données sont équivalentes.

Cette question concerne une matière communautaire transversale. Les médias relèvent en effet de la compétence des Communautés. La Flandre est compétente pour les services de médias audiovisuels et pour leur transmission, y compris lorsque cela se passe via des réseaux à large bande. L'autorité fédérale est elle compétente pour légiférer sur l'accès à l'internet comme la neutralité du net pour les services de communication électronique, services de médias audiovisuels exceptés.

Je souhaiterais vous poser les questions suivantes.

1) Comment réagissez-vous à l'initiative néerlandaise qui interdit le «zero rating» pour mettre les start up sur un pied d'égalité avec leurs concurrents? Envisagez-vous des démarches similaires et pouvez-vous me dire quels seront le calendrier et le contenu? Dans la négative, pourquoi?

2) Allez-vous élaborer d'autres dispositions en ce qui concerne la neutralité du net afin de garantir les chances de croissance des start up et de soumettre tout un chacun aux mêmes règles? Pouvez-vous préciser votre réponse?

 

De Nederlandse Tweede Kamer heeft ingestemd met een voorstel van minister Kamp (Economische Zaken) om elke vorm van prijsdiscriminatie in het kader van netneutraliteit te verbieden, ook positieve. Daarmee wordt ook het bevoordelen van bepaalde diensten door ze niet mee te laten tellen in de databundel verboden.

Deze vorm van bevoordeling - het zogeheten "zero rating" - was al verboden onder Nederlandse regels rond netneutraliteit, maar die werden vorig jaar ingehaald door de soepelere Europese wetgeving rond netneutraliteit.

Door de prijsdiscriminatie in de wet te verbieden wordt het speelveld eerlijker. Een startup kan immers niet concurreren met een partij wiens dienst "gratis" wordt gebundeld. Ook is het niet toegestaan voor bepaald dataverkeer meer te rekenen en zo gebruik te ontmoedigen. Het fundament van netneutraliteit is dat alle data gelijkwaardig zijn.

Deze vraag betreft een transversale gemeenschapsaangelegenheid. Media vallen immers onder de bevoegdheid van de Gemeenschappen. Vlaanderen is bevoegd voor audiovisuele mediadiensten en voor de transmissie ervan, ook wanneer dat gebeurt via breedbandnetwerken. De federale overheid is dan weer bevoegd om de toegang tot het Internet zoals netneutraliteit wettelijk te regelen voor diensten van elektronische communicatie, audiovisuele mediadiensten uitgezonderd.

Graag had ik u volgende vragen voorgelegd :

1) Hoe reageert u op het Nederlandse initiatief dat zero rating verbiedt om aldus de startups een level playing field te bieden? Overweegt u gelijkaardige stappen en kan u meedelen wat het tijdschema en de inhoud zijn? Zo neen, waarom niet ?

2) Gaat u andere bepalingen uitvaardigen wat betreft de netneutraliteit om de doorgroeikansen van startups te vrijwaren en elkeen aan gelijke spelregels te onderwerpen? Kan u uitvoerig toelichten?

 
Réponse reçue le 23 juin 2016 : Antwoord ontvangen op 23 juni 2016 :

Le principe de l’Internet ouvert suppose que l’Internet soit accessible librement comme moyen et comme source et qu’il puisse être utilisé par tout le monde. La neutralité du net est une des dimensions d’un Internet ouvert et implique que chacun (citoyen, entreprises, société civile, etc.) ait un même accès à Internet, sans discrimination de données ou d’utilisateur.

Cela crée donc effectivement des conditions équitables pour les start-ups et les petites et moyennes entreprises (PME). La position d’acteurs établis permet en effet de couler l’accès à et l’utilisation d’Internet par les consommateurs dans des business models lucratifs (par exemple, en demandant une indemnité pour un trafic de données accru ou en faisant payer les consommateurs pour un Internet plus rapide). Cela peut, d’une part, avoir un effet restrictif sur la diversité du contenu de l’Internet et, d’autre part, constituer un frein économique aux opportunités de croissance de nouveaux acteurs ou d’acteurs plus petits.

Cependant, la neutralité du net porte également sur la vie privée et la protection des données des internautes. En effet, lorsque des fournisseurs de services Internet gèrent d’une manière différenciée l’accès à Internet et son utilisation, ils procèdent sur la base de modules pour internautes dans le cadre desquels le contenu du trafic de données fait l’objet d’un monitoring. Cela peut être le cas, par exemple, pour garantir la sécurité du réseau (monitoring de virus) ou pour bloquer un contenu nuisible (pornographie enfantine), mais également pour assurer un trafic de données sans problème pendant les périodes de pointe en donnant la priorité à un contenu moins lourd. Des formes limitées de monitoring ou de contrôle des données sont compatibles avec la législation vie privée, mais la balance peut également pencher davantage vers le profilage d’internautes et la revente de ces profils à des tiers.

Plus généralement, la Chambre des représentants a adopté le 2 juillet 2015 une résolution relative à la protection de l’Internet ouvert (doc. Chambre n° 54-650/7), dans laquelle il est demandé de ne pas ignorer les risques pour la sécurité et la vie privée dans le débat sur le développement des possibilités de l’Internet. Le règlement européen 2015/2120 du 25 novembre 2015 établissant des mesures relatives à l’accès à un Internet ouvert et en vigueur depuis le 30 avril 2016 stipule que « les mesures nationales relatives à l’accès des utilisateurs finals aux services et applications, et à leur utilisation, via les réseaux de communications électroniques doivent respecter les libertés et droits fondamentaux des personnes physiques, y compris eu égard à la vie privée et au droit à un procès équitable ».

Je resterai donc attentif à l’impact d’une éventuelle réglementation relative à l’accès à Internet et à son utilisation sur la protection des données à caractère personnel et la vie privée des internautes.

Het principe van open Internet veronderstelt dat het Internet als middel en bron vrij toegankelijk is en kan gebruikt worden door iedereen. Netneutraliteit is één van de dimensies van een open Internet en houdt in dat iedereen (burgers, bedrijven, maatschappelijk middenveld, …) op gelijke voet toegang heeft tot het internet zonder discriminatie van de data of de gebruiker.

Dit creëert dus inderdaad een level playing field voor start-ups en kleine en middelgrote ondernemingen (KMO). De positie van gevestigde spelers laat immers toe om toegang tot en gebruik van het Internet door consumenten te gieten in winstgevende business models (bijvoorbeeld door een vergoeding te vragen voor een verhoogd dataverkeer of consumenten te laten betalen voor een sneller internetverkeer). Dit kan enerzijds een beperkend effect hebben op de diversiteit van de inhoud van het Internet en anderzijds een economische belemmering vormen voor de groeikansen van kleinere of nieuwe spelers.

Netneutraliteit verhoudt zich echter ook tot de privacy en gegevensbescherming van internetgebruikers. Immers, wanneer Internet service providers op een gedifferentieerde manier de toegang tot en het gebruik van het Internet beheren doen zij dat op basis van modules voor internetgebruikers waarbij de inhoud van het dataverkeer wordt gemonitord. Dit kan het geval zijn bijvoorbeeld om de veiligheid van het netwerk te waarborgen (monitoring van virussen) of om schadelijke inhoud tegen te houden (bijvoorbeeld kinderporno) maar eveneens om een vlot dataverkeer bij piekmomenten te garanderen door prioriteit te geven aan minder zware inhoud. Beperkte vormen van monitoring of data-inspectie zijn compatibel met de privacywetgeving maar de slinger kan ook verder doorslaan naar het profileren van internetgebruikers en het doorverkopen aan derden van deze profielen.

Meer algemeen heeft de Kamer van volksvertegenwoordigers op 2 juni 2015 een resolutie gestemd betreffende de bescherming van het open Internet (stuk Kamer nr. 54-650/7) waarin gevraagd wordt in het debat over de ontwikkeling van de mogelijkheden van het Internet de risico’s voor veiligheid en privacy niet te negeren. Ook de Europese verordening 2015/2120 van 25 november 2015 tot vaststelling van maatregelen betreffende open-internettoegang die sinds 30 april 2016 van toepassing is, bepaalt dat nationale maatregelen betreffende toegang tot of gebruik van diensten en toepassingen door de eindgebruikers via elektronische communicatienetwerken de fundamentele rechten en vrijheden van natuurlijke personen, waaronder het recht op eerbiediging van het privéleven en het recht op een eerlijk proces, dienen te eerbiedigen.

Ik zal dus aandachtig blijven voor de impact van mogelijke reglementering betreffende de toegang tot en het gebruik van het Internet op de bescherming van persoonsgegevens en het privéleven van internetgebruikers.