SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
2 février 2016 2 februari 2016
________________
Question écrite n° 6-820 Schriftelijke vraag nr. 6-820

de Patrick Prévot (PS)

van Patrick Prévot (PS)

au ministre des Pensions

aan de minister van Pensioenen
________________
Office nationale des pensions (ONP) - Permanences organisées dans les communes - Suppression Rijksdienst voor Pensioenen (RVP)- Permanenties in de gemeenten - Schrapping 
________________
Office national des pensions
Rijksdienst voor Pensioenen
________ ________
2/2/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/3/2016)
7/3/2016Antwoord
2/2/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/3/2016)
7/3/2016Antwoord
________ ________
Question n° 6-820 du 2 février 2016 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-820 d.d. 2 februari 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Il me revient que certaines communes ont reçu un courrier officiel de l'Office national des pensions (ONP), faisant état de la suppression de la permanence que l'ONP organise en leur sein.

Selon ces sources, le motif serait purement d'ordre financier.

Les citoyens les plus précarisés seraient dès lors pénalisés et feraient les frais de ces restrictions budgétaires.

Les citoyens n'ont d'ailleurs pas été concertés, me semble-t-il ; l'on sait aussi que ces collaborations fonctionnent correctement depuis de nombreuses années dans les différentes Régions du pays.

L'introduction des demandes de pension est une matière communale, traitée par les services administratifs de la commune. En ce sens, les entités fédérées sont concernées par ces décisions de suppression des permanences puisque l'on peut évidemment se demander si un plan de fermeture est mis en place par le gouvernement.

Ensuite, dans l'affirmative, dispose-t-on de données par rapport aux communes dans les différentes Régions qui seront touchées par ces décisions à tout le moins arbitraires ?

Quel est l'état de la situation ?

 

Naar verluidt hebben sommige gemeenten een officieel bericht ontvangen van de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) over de schrapping van de permanentie die de RVP bij hen organiseert.

Volgens dezelfde bronnen zou de motivering zuiver van financiële aard zijn.

De meest kwetsbare mensen worden daardoor benadeeld en zijn de dupe van die begrotingsbesparingen.

De mensen zijn daarover, naar ik meen, ook niet geraadpleegd; het is bekend dat die samenwerking al jarenlang correct verliep in de verschillende Gewesten van het land.

De indiening van een pensioenaanvraag is een gemeentelijke aangelegenheid, die behandeld wordt door de administratieve diensten van de gemeente. In die zin ondergaan de deelgebieden de gevolgen van de beslissingen tot schrapping van permanenties en het valt te vrezen dat de regering een sluitingsplan voor ogen heeft.

Indien we daarvan uitgaan, zijn er gegevens beschikbaar over de gemeenten in de verschillende Gewesten die getroffen worden door deze, in ieder geval, arbitraire beslissingen?

Wat is de stand van zaken?

 
Réponse reçue le 7 mars 2016 : Antwoord ontvangen op 7 maart 2016 :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer ce qui suit à l’honorable membre.

1) & 2) À la fin du mois de septembre 2015, plus de cinquante communes se sont manifestées pour contester le plan de réorganisation tel que prévu par l’Office national des pensions (ONP). C’est pourquoi, j’ai demandé à l’ONP, en date du 30 septembre 2015, de reporter l’entrée en vigueur du nouveau dispositif des permanences afin que l’on vérifie, en concertation avec les communes plaignantes, si le nouveau dispositif était en mesure de garantir un service de proximité au bénéfice de leurs citoyens.

J’ai indiqué à l’époque que, si au terme de cette concertation avec les communes plaignantes, il apparaissait que la suppression des permanences ne permettait pas de garantir un tel service, le dispositif devrait être revu pour remédier à cette situation. Vu que les plaintes ont continué à affluer après le 30 septembre 2015, j’ai indiqué à l’ONP que je souhaitais le rétablissement des permanences, telles qu’elles étaient organisées avant le 1er octobre 2015.

L’ONP a donc pris contact avec toutes les communes dont les permanences avaient été supprimées afin de savoir si ces communes souhaitent un rétablissement de leur permanence.

Pour les communes qui ont répondu positivement à cette demande, l’ONP a ensuite entamé les négociations quant aux horaires et locaux à mettre à disposition.

La majorité des permanences ont ainsi pu être rétablies dans les communes qui le souhaitaient.

En Flandre, trois communes ont toutefois refusé un rétablissement de leur permanence.

Je vous informe par ailleurs que les négociations concernant les horaires et locaux sont encore en cours avec douze communes flamandes. Dans toutes les autres communes de Flandre, les permanences ont pu être rétablies ou le seront au plus tard au 1er avril 2016.

En Wallonie, une seule commune n’a pas réagi au courrier de l’ONP. Les négociations concernant les horaires et locaux sont encore en cours avec six communes wallonnes.

Une commune wallonne n’a pas pu être réintégrée puisqu’elle ne répond pas aux critères d’accueil (accessibilité pour des personnes à mobilité réduite, confidentialité, connexion Internet permettant un accès aux dossiers de pension électroniques).

Pour toutes les autres communes en Wallonie, les permanences ont été rétablies depuis le 1er mars 2016.

In antwoord op zijn vragen kan ik het volgende meedelen aan het geachte lid.

1) & 2) Eind september 2015 hadden meer dan vijftig gemeenten zich tegen het reorganisatieplan verzet zoals dat door de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) voorzien was. Daarom heb ik op 30 september 2015 aan de RVP gevraagd dat de inwerkingtreding van de nieuwe regeling voor de zitdagen zou worden uitgesteld, zodat in overleg met de klagende gemeenten kon worden nagegaan of de nieuwe regeling een dienstverlening dicht bij huis voor hun burgers zou kunnen waarborgen.

Ik heb aangegeven dat als na dit overleg met de klagende gemeenten zou blijken dat de afschaffing van de zitdagen het garanderen van een dergelijke dienstverlening niet zou toelaten, de regeling zou moeten worden herzien om dit te verhelpen. Daar het aantal klachten na 30 september 2015 is blijven toestromen, heb ik aan de RVP gemeld dat ik wenste dat de zitdagen opnieuw zouden worden ingericht op de manier waarop zij vóór 1 oktober 2015 werden georganiseerd.

De RVP heeft daarop contact opgenomen met alle gemeenten waar de zitdagen waren afgeschaft om te weten of deze gemeenten een herinvoering van hun zitdagen wensten.

Wat de gemeenten betreft die positief op deze vraag hebben geantwoord, heeft de RVP vervolgens onderhandelingen gevoerd over de openingsuren en de lokalen die hiervoor ter beschikking moesten worden gesteld.

De meerderheid van de zitdagen kon op die manier opnieuw ingericht worden in de gemeenten die dit wensten.

In Vlaanderen hebben drie gemeenten echter een herinvoering van hun zitdag geweigerd.

Ik deel u verder mee dat de onderhandelingen aangaande de openingsuren en lokalen nog lopende zijn met twaalf Vlaamse gemeenten. In alle andere Vlaamse gemeenten zijn de zitdagen reeds heropgestart of zullen dat zijn tegen ten laatste 1 april 2016.

In Wallonië heeft een enkele gemeente niet gereageerd op de brief van de RVP. De onderhandelingen over het uurrooster en de lokalen zijn nog lopende met zes Waalse gemeenten.

Een Waalse gemeente kon niet opnieuw worden opgenomen omdat zij niet voldoet aan de onthaalcriteria (toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit, vertrouwelijkheid, een internetverbinding die een toegang toelaat tot de elektronische pensioendossiers).

Voor alle andere Waalse gemeenten, zijn de zitdagen sinds 1 maart 2016 opnieuw opgestart.