SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
8 février 2018 8 februari 2018
________________
Question écrite n° 6-1776 Schriftelijke vraag nr. 6-1776

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Violences sexuelles - Victimes - Prise en charge - Amélioration - Écoles de police - Formations continuées - État de la question Seksueel geweld - Slachtoffers - Begeleiding - Verbetering - Politiescholen - Bijscholing - Stand van zaken 
________________
violence sexuelle
délit sexuel
victime
aide aux victimes
police
éducation permanente
seksueel geweld
seksueel misdrijf
slachtoffer
slachtofferhulp
politie
permanente educatie
________ ________
8/2/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/3/2018)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
8/2/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 15/3/2018)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2253 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2253
________ ________
Question n° 6-1776 du 8 février 2018 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1776 d.d. 8 februari 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

En 2014, suite aux engagements pris à l'issue du colloque « Non au viol ! », organisé le 8 mars 2013 au Sénat, le gouvernement belge s'est engagé à mettre en place une série de nouvelles actions à mener conjointement avec les principaux acteurs intervenants dans la prise en charge des victimes de violences sexuelles.

L'ensemble de ces questions relève de la compétence du Sénat dans la mesure où elles concernent une matière fédérale qui a une influence sur les compétences des entités fédérées en matière d'égalité des chances, de droit des femmes, etc.

Dans un souci d'amélioration de la prise en charge des victimes de violences sexuelles, sur la base de recommandations de l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes, vous souhaitiez améliorer l'accueil par la police des victimes de viols. Pour ce faire, et dans un souci d'uniformisation des procédures en matière de viol, un groupe d'experts de la police judiciaire a été sollicité pour la création d'un manuel détaillant les étapes à suivre pour la collecte de preuves d'une part, l'identification des coupables et la conduite des auditions d'autre part. Ce manuel est-il aujourd'hui à disposition de toutes les zones de police du pays ?

En parallèle, des formations continuées devaient être mises en place, notamment à travers une formation intitulée « délits de mœurs », ouverte à toutes les écoles de police. Cette formation est-elle aujourd'hui initiée ? La problématique du viol est-elle abordée à travers celle-ci ? La sensibilisation à la prise en charge des patientes est-elle assurée ?

En effet, ces différentes démarches devaient répondre à l'identification de certaines faiblesses dans la prise en charge des victimes par la police, et principalement au niveau de la formation donnée aux policiers accueillant les victimes de viols. Quatre ans après ces engagements, pouvez-vous faire le point sur les différentes lacunes qui avaient alors été identifiées ?

 

In 2014 verbond de Belgische regering zich ertoe, na het colloquium over seksueel geweld: “STOP verkrachting”, dat op 8 maart 2013 in de Senaat werd gorganiseerd, om een aantal nieuwe acties te ondernemen, samen met de belangrijkste spelers op het gebied van de begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld.

Al deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat in de mate dat ze betrekking hebben op een federale materie die van invloed is op de bevoegdheden van de deelstaten op het gebied van gelijke kansen, vrouwenrechten, enz.

Met het oog op een betere begeleiding van slachtoffers van seksueel geweld en op basis van de aanbevelingen van het Instituut voor de gelijkheid van mannen en vrouwen wenste u de opvang van slachtoffers van verkrachting door de politie te verbeteren. Met dat doel voor ogen en om de procedures op het gebied van verkrachting te stroomlijnen werd aan een groep deskundigen van de gerechtelijke politie gevraagd om een draaiboek op te stellen voor het verzamelen van bewijzen en de identificatie van daders, enerzijds, en het houden van verhoren, anderzijds. Is dat draaiboek intussen ter beschikking van alle politiezones van het land?

Tegelijkertijd moesten er bijscholingen georganiseerd worden, waaronder een opleiding “zedendelicten”, die zou openstaan voor alle politiescholen. Werd die opleiding al opgestart? Komt daarin de problematiek van verkrachting aan bod? Wordt daarin voldoende aandacht besteed aan de adequate begeleiding van de slachtoffers?

Die verschillende maatregelen moesten tegemoetkomen aan lacunes in de slachtofferbegeleiding door de politie, vooral wat betreft de opleiding van politieagenten die in contact komen met slachtoffers van verkrachting. Kunt u een stand van zaken geven over de verschillende tekortkomingen die werden vastgesteld, nu er vier jaar verstreken zijn sinds de aangegane verbintenissen?