SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
29 juin 2017 29 juni 2017
________________
Question écrite n° 6-1511 Schriftelijke vraag nr. 6-1511

de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Bateaux à voile et à moteur - Équipement - Vols - Contrôle - Chiffres Zeil- en motorboten - Toebehoren - Diefstallen - Handhaving - Cijfers 
________________
bâtiment de plaisance
bateau
vol
installation portuaire
crime contre les biens
statistique officielle
plezierboot
boot
diefstal
haveninstallatie
eigendomsdelict
officiële statistiek
________ ________
29/6/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/8/2017)
3/11/2017Rappel
31/1/2018Antwoord
29/6/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/8/2017)
3/11/2017Rappel
31/1/2018Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1510 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1510
________ ________
Question n° 6-1511 du 29 juin 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1511 d.d. 29 juni 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les bateaux de plaisance, le matériel de voile et les appareils électroniques constituent une proie facile pour les voleurs. C’est surtout en basse saison que ceux-ci frappent, lorsque les ports de plaisance sont déserts et que l’obscurité tombe rapidement. En Zélande, ces derniers mois, des criminels ont systématiquement pillé des bateaux. Cela concerne des hors-bords, des défenses, des jauges de profondeur, des mariphones, des chargeurs de batteries, des treuils, etc. Les voiles sont également recherchées.

Les sports nautiques gagnent constamment en popularité et il y a, à bord des bateaux, toujours plus de matériel électronique pouvant facilement être emporté et qui rapporte assez bien d’argent. Il arrive aussi fréquemment que les assurances stipulent dans leur police qu’en dehors de la saison de navigation, les objets de valeur doivent, dans la mesure du possible, être retirés du bateau. Cela vaut spécialement pour les appareils nautiques et audiovisuels coûteux.

Souvent, la seule option sûre consiste dès lors à enlever tout le matériel du bateau en basse saison et à l’entreposer. Cette solution n’est cependant pas possible pour de nombreuses personnes parce que le matériel prend beaucoup de place (grandes voiles, moteur, bouées, vestes de sauvetage, GPS, radio, etc.) et tout le monde ne peut dès lors l’entreposer.

En outre, il s’avère que de nombreux amateurs de sports nautiques ne sont pas conscients des risques de vol parce qu’ils pensent que la police d’assurance couvre le vol, jusqu’à ce qu’il soit trop tard. Ce phénomène n'est pas nouveau, comme en témoigne le constat selon lequel entre 2007 et fin 2010, on a enregistré en Belgique, au total, 71 faits de vols de bateaux de plaisance (qui n'ont pas été retrouvés) dans la Banque de données nationale générale (BNG). Des informations récentes montrent que l'on enregistre en tout cas une forte augmentation aux Pays-Bas, et en particulier, en Zélande (cf. http://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/dieven-openen-jacht-op-zeilboten-zorgen-voor-enorme-schade~ab5c0524/).

Cette question concerne une compétence régionale transversale : la compétence résiduelle – toutes les matières qui ne sont pas expressément attribuées à un pouvoir par la Constitution ou en vertu de celle-ci –, relève du pouvoir législatif fédéral. Les Régions ne peuvent en principe légiférer que dans les matières qui leur sont expressément octroyées par la Constitution ou en vertu de celle-ci. L’article 6, § 1er, X, 9° de la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles octroie aux Régions entre autres les compétences suivantes : les voies hydrauliques et leurs dépendances, le régime juridique de la voirie terrestre et des voies hydrauliques, les ports et leurs dépendances, les défenses côtières, les digues, les services de bacs, les services de pilotage et de balisage de et vers les ports, ainsi que les services de sauvetage et de remorquage en mer. L'article 6, § 4, 3° de la loi spéciale dispose que les gouvernements régionaux sont associés entre autres à « l'élaboration des règles de police générale et de la réglementation relatives aux communications et aux transports, ainsi qu’aux prescriptions techniques relatives aux moyens de communication et de transport ».

Je me réfère à la question écrite n° 6-1353, que j'ai posée antérieurement, et à votre réponse. Vous indiquiez que les sources d'information judiciaires ne permettent pas de générer des statistiques susceptibles d'apporter une réponse aux questions posées. Il est étrange que cela ait pu se faire dans le cadre de questions posées antérieurement au ministre de la Justice de l'époque. Je me réfère entre autres à la question écrite n° 5-647 et à sa réponse détaillée.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes à cet égard :

1) Le ministre peut-il m'indiquer sur la base de la banque de données nationale combien de faits de vol de bateaux de plaisance (non retrouvés) ont été enregistrés chaque année pour ces trois dernières années ? Peut-il également m'indiquer combien de ces vols ont eu lieu dans un port de plaisance ou dans le périmètre d'un port de plaisance ? Dans la négative, comment est-ce possible, étant donné que cette information a bel et bien pu être communiquée par le passé ?

2) En 2010, le ministre de la Justice de l'époque a constaté un déplacement du nombre de faits des plus grands ports de plaisance sur la côte vers les plus petits ports de plaisance à l’intérieur du pays. Ce phénomène se poursuit-il, et pouvez-vous préciser votre réponse ?

 

Pleziervaartuigen, zeilmateriaal en elektronische apparatuur zijn een gemakkelijke buit voor dieven. Vooral in het laagseizoen slaan de dieven toe. De jachthavens liggen er dan immers verlaten bij en het is vroeg donker. In Zeeland blijken criminelen de afgelopen maanden systematisch vaartuigen te hebben leeggeplukt. Het betreft buitenboordmotoren, fenders, dieptemeters, marifoons, acculaders, lieren, enz. Ook zeilen zijn gegeerd.

De watersporten winnen gestaag aan populariteit en er is steeds meer elektronisch materieel aan boord dat gemakkelijk kan worden meegenomen en redelijk wat geld opbrengt. Dikwijls is het ook zo dat de verzekeringen in hun polis stipuleren dat buiten het vaarseizoen waardevolle objecten, indien het praktisch en redelijkerwijs uitvoerbaar is, van boord verwijderd moeten worden. Dit geldt in het bijzonder voor kostbare nautische apparatuur en audiovisuele apparatuur.

Dikwijls is de enige veilige optie dan ook om de boot in het laagseizoen volledig af te tuigen en alle materieel op te slaan. Deze oplossing is echter voor velen niet haalbaar omdat het materieel veel plaats in beslag neemt (grote zeilen, motor, boeien, reddingsvesten, GPS, radio, enz.) en niet iedereen dit bijgevolg kan opslaan.

Tevens blijkt dat veel watersportfanaten zich dikwijls niet bewust zijn van de risico's op diefstal, daar zij menen dat de verzekeringspolis dit dekt, totdat het te laat is. Dit fenomeen is niet nieuw, getuige de vaststelling dat tussen 2007 en eind 2010 in België in totaal 71 feiten van diefstal van pleziervaartuigen (niet teruggevonden) geregistreerd werden in de algemene nationale gegevensdatabank (ANG). Momenteel blijkt uit recente berichtgeving dat alvast in Nederland en dan in het bijzonder in Zeeland sprake is van een grote toename (cf. http://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/dieven-openen-jacht-op-zeilboten-zorgen-voor-enorme-schade~ab5c0524/).

Het betreft een transversale gewestaangelegenheid : de residuaire bevoegdheid, dit zijn alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk door of krachtens de Grondwet aan enige macht zijn toegewezen, berust bij de federale wetgevende macht. De gewesten kunnen in beginsel slechts regelgevend optreden inzake de materies die hen door of krachtens de Grondwet uitdrukkelijk zijn toegewezen. Artikel 6, § 1, X., van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen wijst onder meer de waterwegen en hun aanhorigheden, het juridisch stelsel van de land- en waterwegenis, de havens en hun aanhorigheden, de zeewering, de dijken, de veerdiensten, de loodsdiensten en de bebakeningsdiensten van en naar de havens, evenals de reddings- en sleepdiensten op zee, aan de gewesten toe. Artikel 6, § 4, 3°, van dezelfde bijzondere wet schrijft voor dat de gewestregeringen onder andere worden betrokken bij « het ontwerpen van de regels van de algemene politie en de reglementering op het verkeer en vervoer, alsook van de technische voorschriften inzake verkeers- en vervoermiddelen ».

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 6-1353 en uw antwoord dienaangaande. U stelde dat de justitiële informatiebronnen niet toelaten statistieken te genereren die een antwoord op de eerder gestelde vragen mogelijk maken. Vreemd genoeg kon dit wel in eerdere vragen hieromtrent aan de toenmalige minister van Justitie. Ik verwijs onder meer naar de eerdere schriftelijke vraag nr. 5-647 en het gedetailleerde antwoord.

Hieromtrent had ik dan ook graag volgende vragen gesteld :

1) Kan de geachte minister op basis van de nationale gegevensbank meedelen hoeveel feiten van diefstal van pleziervaartuigen (niet teruggevonden) er geregistreerd werden en dit respectievelijk voor de jongste drie jaar op jaarbasis ? Kan tevens worden meegedeeld hoeveel van die diefstallen plaatsvonden in een jachthaven of binnen de omschrijving van een jachthaven ? Zo neen, hoe komt dit, gezien dit eerder wel kon worden vrijgegeven ?

2) In 2010 stelde de toenmalige minister van Justitie een verschuiving vast van de grotere jachthavens naar de kleinere in het binnenland. Is dat nog steeds het geval en kunt u dit toelichten ?

 
Réponse reçue le 31 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 31 januari 2018 :

1) Sur la base des données disponibles dans la Banque de données nationale générale (BNG), le tableau en annexe 1 précise, au niveau national et pour la période 2012-2016 et le premier trimestre 2017, le nombre de faits enregistrés par la police en matière de vol d’un bateau de plaisance (non retrouvé) (par type d’embarcation), tels qu’enregistrés sur la base des procès-verbaux.

Le tableau en annexe 2 indique, au niveau national et pour la période 2012-2016 et le premier trimestre 2017, le nombre de faits enregistrés par la police en matière de vol d’un bateau de plaisance (non retrouvé) (par type d’embarcation) avec comme lieu de destination le port de plaisance, tels qu’enregistrés dans la BNG sur la base des procès-verbaux.

Le tableau en annexe 3 présente, au niveau national et pour la période 2012-2016 et le premier trimestre 2017, le nombre de faits enregistrés par la police en matière de vol sur des bateaux de plaisance (par type d’embarcation), tels qu’enregistrés dans la BNG sur la base des procès-verbaux.

Le tableau en annexe 4 présente, au niveau national et pour la période 2012-2016 et le premier trimestre 2017, le nombre de faits enregistrés par la police en matière de vol sur des bateaux de plaisance (par type d’embarcation) avec comme lieu de destination le port de plaisance, tels qu’enregistrés dans la BNG sur la base des procès-verbaux.

2) En ce qui concerne le vol de bateaux de plaisance, il ressort des données policières disponibles que moins de 10 % des faits enregistrés sont constatés dans un port de plaisance. Vu les faibles chiffres relatifs aux vols de bateaux de plaisance dans des ports de plaisance, on ne peut pas parler d’un glissement des grands vers les petits ports de plaisance.

Pour ce qui est des vols sur des bateaux de plaisance dans les ports de plaisance, les données policières disponibles montrent une tendance à la baisse.

Au cours de la période 2012-2016 et du premier trimestre 2017, près de la moitié des faits ont été enregistrés dans des ports de plaisance côtiers (Ostende, Nieuport et Blankenberge). Les ports de plaisance d’Anvers et de Bruges complètent le top 5, suivis par ceux de Gand et de Hasselt.

Pour la période précitée, seul un cinquième des faits enregistrés a lieu dans un port de plaisance de plus petite taille. Rien n’indique qu’un glissement s’est opéré vers les petits ports de plaisance.

Annexe 1 : Nombre de faits enregistrés en matière de vol d’un bateau de plaisance


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Jetski / runaboat

10

9

4

4

6

1

Yacht à moteur

6

7

5

3

4

1

RIB (rigid inflatable boat)

3

8

5

5

5

0

Voilier

2

3

3

4

0

0

Total

21

27

17

16

15

2

Source : police fédérale.

Annexe 2 : Nombre de faits enregistrés en matière de vol d’un bateau de plaisance avec comme destination de lieu port de plaisance


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

RIB

1

2

1

1

1

0

Voilier

0

1

0

0

0

0

Total

1

3

1

1

1

0

Source : police fédérale.

Annexe 3 : Nombre de faits enregistrés en matière de vol sur des bateaux de plaisance


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Yacht à moteur

34

38

23

13

19

1

Voilier

7

14

16

3

2

2

RIB

0

1

0

0

0

0

Total

41

53

39

16

21

3

Source : police fédérale.

Annexe 4 : Nombre de faits enregistrés en matière de vol sur des bateaux de plaisance avec comme destination de lieu port de plaisance


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Yacht à moteur

8

10

3

4

4

0

Voilier

2

5

5

0

0

0

RIB

0

1

0

0

0

0

Total

10

16

8

4

4

0

Source : police fédérale.

1) Op basis van de gegevens beschikbaar uit de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), worden in de tabel in bijlage 1 het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake diefstal weergegeven, waarbij een (niet teruggevonden) pleziervaartuig (per type vaartuig) werd gestolen, zoals geregistreerd op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2012-2016 en het eerste trimester van 2017 op nationaal niveau.

De tabel in bijlage 2 bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake diefstal waarbij een (niet teruggevonden) pleziervaartuig (per type vaartuig) werd gestolen, met als bestemming-plaats jachthaven, zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2012-2016 en het eerste trimester van 2017 op nationaal niveau.

De tabel in bijlage 3 bevat het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake diefstal op pleziervaartuigen (per type vaartuig), zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2012-2016 en het eerste trimester van 2017 op nationaal niveau.

In de tabel in bijlage 4 worden het aantal door de politie geregistreerde feiten inzake diefstal op pleziervaartuigen (per type vaartuig) weergegeven, met als bestemming-plaats jachthaven, zoals geregistreerd in de ANG op basis van de processen-verbaal, voor de periode 2012-2016 en het eerste trimester van 2017 op nationaal niveau.

2) Wat betreft de diefstal van pleziervaartuigen, wordt op basis van de beschikbare politionele gegevens, minder dan 10 % van de geregistreerde feiten vastgesteld in een jachthaven. Door de lage cijfers van diefstallen van pleziervaartuigen in jachthavens, kan er niet worden gesproken van een verschuiving van grote naar kleine jachthavens.

Inzake de diefstallen op pleziervaartuigen in de jachthavens, wordt op basis van de beschikbare politonele gegevens een dalende trend vastgesteld.

In de periode 2012-2016 en de eerste trimester van 2017 wordt ongeveer de helft van de feiten geregistreerd in kustjachthavens (Oostende, Nieuwpoort en Blankenberge). De jachthavens van Antwerpen en Brugge vervolledigen de top 5, gevolgd door die van Gent en Hasselt.

Voor de hierboven vermelde periode vindt slechts een vijfde van de geregistreerde feiten plaats in een kleinere jachthaven. Er is geen aanwijzing van een verschuiving naar kleinere jachthavens.

Bijlage 1 : Aantal geregistreerde feiten inzake diefstal van een pleziervaartuig


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Jetski / runaboat

10

9

4

4

6

1

Motorjacht

6

7

5

3

4

1

RIB (rigid inflatable boat)

3

8

5

5

5

0

Zeilboot

2

3

3

4

0

0

Totaal

21

27

17

16

15

2

Bron : federale politie.

Bijlage 2 : Aantal geregistreerde feiten inzake diefstal van een pleziervaartuig met als bestemming-plaats jachthaven


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

RIB

1

2

1

1

1

0

Zeilboot

0

1

0

0

0

0

Totaal

1

3

1

1

1

0

Bron : federale politie.

Bijlage 3 : Aantal geregistreerde feiten inzake diefstal op pleziervaartuigen


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Motorjacht

34

38

23

13

19

1

Zeilboot

7

14

16

3

2

2

RIB

0

1

0

0

0

0

Totaal

41

53

39

16

21

3

Bron : federale politie.

Bijlage 4 : Aantal geregistreerde feiten inzake diefstal op pleziervaartuigen met als bestemming-plaats jachthaven


2012

2013

2014

2015

2016

TRIM 1 2017

Motorjacht

8

10

3

4

4

0

Zeilboot

2

5

5

0

0

0

RIB

0

1

0

0

0

0

Totaal

10

16

8

4

4

0

Bron : federale politie.