SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
Session 2015-2016 | Zitting 2015-2016 | ||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
12 juillet 2016 | 12 juli 2016 | ||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
Question écrite n° 6-1008 | Schriftelijke vraag nr. 6-1008 | ||||||||||||||||
de Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) |
van Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) |
||||||||||||||||
au ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
Migrants irréguliers - Réseaux jihadistes - Marchands de sommeil - Lien - Concertation avec les Régions | Irreguliere migranten - Jihadistische netwerken - Huisjesmelkerij - Link - Strijd - Overleg met de Gewesten | ||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
migration illégale terrorisme extrémisme marchand de sommeil radicalisation |
illegale migratie terrorisme extremisme huisjesmelker radicalisering |
||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1007 | Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1007 | ||||||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||||||
Question n° 6-1008 du 12 juillet 2016 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 6-1008 d.d. 12 juli 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||||||
Le docteur Jasper de Bie de la Faculté de droit de Leiden a écrit un essai tout à fait pertinent sur le fonctionnement des réseaux jihadistes. L'étude de de Bie souligne la surreprésentation de migrants irréguliers dans les réseaux jihadistes aux Pays-Bas. L'analyse démontre que les réseaux sont attrayants parce qu'ils offrent des solutions aux « problèmes » des migrants irréguliers. Ainsi, le logement est partagé et certains services criminels sont proposés tels que falsification de passeports, vol à l'étalage et cambriolage de logements. Les migrants irréguliers qui adhèrent à ces réseaux sont davantage utilisés pour exécuter des actes criminels que pour des activités idéologiques. Quant au caractère transversal: les différents gouvernements et maillons de la chaîne de sécurité se sont accordés sur les phénomènes qui doivent être traités en priorité au cours des quatre prochaines années. Ceux-ci sont définis dans la note-cadre relative à la sécurité intégrale et dans le Plan national de sécurité pour la période 2016-2019 et ont fait l'objet d'un débat lors d'une conférence interministérielle à laquelle les acteurs de la police et de la justice ont également participé. La lutte contre le terrorisme et la radicalisation est une des grandes priorités. Cette question relative à la lutte contre la radicalisation concerne une compétence régionale transversale. J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes : 1) Dans quelle mesure est-ce également le cas en Belgique ? Est-il également question chez nous d'une surreprésentation de migrants irréguliers dans les réseaux jihadistes, en particulier lorsqu'il s'agit d'accomplir des actes criminels ? Combien de personnes ces réseaux comptent-ils ? 2) Il y a un lien avec les marchands de sommeil parce qu'il est intéressant, pour les réseaux jihadistes, de pouvoir offrir un logement aux migrants irréguliers. Dans quelle mesure tient-on compte de cet élément dans la lutte contre les réseaux jihadistes ? 3) Quelle politique menez-vous en ce qui concerne les marchands de sommeil ? Une concertation est-elle menée avec les Régions, en particulier dans les communes défavorisées sur le plan sociologique ? 4) Une concertation systématique est-elle menée à cet égard ? Dans l'affirmative, quels en ont été les résultats ? Dans la négative, pourquoi ? 5) Dispose-t-on d'un nombre suffisant d'instruments législatifs pour lutter contre les marchands de sommeil ? Pouvez-vous expliquer votre réponse ? 6) Pour chacune des trois dernières années, pouvez-vous m'indiquer le nombre de marchands de sommeil qui ont été condamnés ? Comment expliquez-vous ces chiffres ? |
Dr. Jasper de Bie van de faculteit Rechtsgeleerdheid te Leiden schreef een bijzonder relevant proefschrift betreffende de werking van jihadistische netwerken. Het onderzoek van de Bie wijst op de oververtegenwoordiging van irreguliere migranten in jihadistische netwerken in Nederland. De analyse toont aan dat de netwerken aantrekkelijk zijn omdat ze oplossingen bieden voor de " problemen " van de irreguliere migranten. Zo wordt huisvesting gedeeld en worden bepaalde criminele diensten aangeboden zoals paspoortvervalsing, winkeldiefstal en woninginbraak. De irreguliere migranten die zich aansluiten bij deze netwerken worden vooral ingeschakeld voor het uitvoeren van criminele handelingen en niet zozeer ideologische activiteiten. Transversaal karakter van de vraag : de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Het fenomeen van de strijd tegen het terrorisme en de radicalisering is één van de grote prioriteiten. Deze vraag is een transversale gemeenschapsaangelegenheid betreffende de strijd tegen radicalisering en de deradicalisering. Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen : 1) Kan u meedelen in hoeverre dit ook in België het geval is ? Is er ook bij ons sprake van een oververtegenwoordiging van irreguliere migranten in jihadistische netwerken en dan meer specifiek in het leveren van criminele hand- en spandiensten ? Kan u dit cijfermatig illustreren ? Om hoeveel mensen gaat het op totaalbasis in deze netwerken ? 2) Dit legt de link naar huisjesmelkerij daar het kunnen aanbieden van huisvesting aan irreguliere migranten een aantrekkingspool vormt voor jihadistische netwerken ten aanzien van irreguliere migranten. Kan u in het bijzonder meedelen in hoeverre dit element wordt meegenomen in de inzet tegen jihadistische netwerken ? 3) Kan u meedelen hoe u beleidsmatig huisjesmelkerij benadert en is er hieromtrent overleg met de Gewesten en dan in het bijzonder in de sociologisch achtergestelde gemeenten ? 4) Kan u meedelen of er hieromtrent systematisch overleg is met de Gewesten en zo ja, welke resultaten vloeiden hieruit voort ? Zo neen, waarom niet ? 5) Zijn er voldoende wetgevende instrumenten voorhanden om huisjesmelkerij aan te pakken ? Kan u toelichten ? 6) Kan u voor elk van de laatste drie jaar meedelen hoeveel mensen werden veroordeeld voor huisjesmelkerij ? Hoe verklaart u deze cijfers ? |
||||||||||||||||
Réponse reçue le 8 mars 2017 : | Antwoord ontvangen op 8 maart 2017 : | ||||||||||||||||
1) à 4) Il est renvoyé à la
réponse fournie par le ministre de la Sécurité
et de l’Intérieur à la question n° 6-1007,
également posée par l’honorable membre.
Annexe 1 : nombre de condamnations en matière d’infraction de marchands de sommeil (art. 433decies)
Bron: Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, extractie 16 maart 2016 Source : Service de la Politique criminelle,
extraction du 16 mars 2016 |
1) tot 4) Er wordt verwezen naar het antwoord dat de minister van
Binnenlandse Zaken heeft gegeven op vraag nr. 6-1007, eveneens
gesteld door de geachte senator.
Annexe 1 : nombre de condamnations en matière d’infraction de marchands de sommeil (art. 433decies)
Bron: Dienst voor het Strafrechtelijk beleid, extractie 16 maart 2016 Source : Service de la Politique criminelle, extraction du 16 mars 2016 |