SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 juillet 2013 19 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9710 Schriftelijke vraag nr. 5-9710

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
la pilarisation de verzuiling 
________________
établissement hospitalier
pharmacie
assurance maladie
dépolitisation
statistique officielle
répartition géographique
ziekenhuis
apotheek
ziekteverzekering
depolitisering
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord
19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3798 Requalification de : demande d'explications 5-3798
________ ________
Question n° 5-9710 du 19 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9710 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

A une précédente question écrite portant sur la « pilarisation » dans les hôpitaux et les pharmacies de Belgique, la ministre a répondu qu'elle ne disposait pas de ces données. Or elle avait pu apporter des réponses à la question écrite n° 4-137, qui contenait les mêmes questions mais pour des années antérieures. Les données doivent donc bien être disponibles quelque part.

C'est pourquoi je pose à nouveau la question.

La « pilarisation » est un phénomène qui s’est atténué au fil du temps. Cependant, cette évolution s’est produite beaucoup plus rapidement en Flandre qu’en Wallonie. Jadis, les différents piliers avaient une grande emprise sur la vie sociale. Aujourd’hui, cette influence s’est déjà considérablement réduite, même si elle ne peut être sous-estimée. Beaucoup de mutualités sont juge et partie dans le secteur des soins de santé qu’elles organisent et contrôlent.

Dans l’espoir de pouvoir évaluer la situation actuelle, j’aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes pour lesquelles, en tout cas, en ce qui concerne les pharmacies, il n’est pas nécessaire de tenir compte des structures créées séparément puisqu'il s’agit quand même de pharmacies de mutualités. En d’autres termes, des pharmacies telles que Vooruit ou Volksmacht doivent être incluses dans le décompte.

1) Combien d’hôpitaux en Belgique appartiennent-ils toujours aux mutualités, avec ventilation entre les différentes mutualités ? Ces données peuvent-elles également être ventilées par région ?

2) Combien de pharmacies en Belgique appartiennent-elles toujours aux mutualités, avec ventilation entre les différentes mutualités ? Ces données peuvent-elles également être ventilées par région ?

3) Combien de représentants des mutualités siègent-ils au conseil d'administration d'un hôpital ? Je souhaiterais une ventilation par hôpital.

 

In een vorige schriftelijke vraag vroeg ik naar de verzuiling inzake ziekenhuizen en apotheken in België. De minister antwoordde dat zij niet beschikt over die gegevens. Echter, op schriftelijke vraag 4-137 die dezelfde vragen stelde voor vroegere jaren, kon zij wel antwoorden. De gegevens moeten dus waarschijnlijk toch wel ergens voorhanden zijn.

Vandaar dat ik de vraag opnieuw stel.

Het gegeven van de verzuiling is een fenomeen dat in de loop der tijden in verval is gekomen. In Vlaanderen is dit proces echter veel sneller gegaan dan in Wallonië. Vroeger hadden de verschillende zuilen een grote greep op het maatschappelijke leven. Heden is die invloed al veel verminderd, al mag die ook niet onderschat worden. Vele ziekenfondsen zijn rechter en partij in de gezondheidszorg. Ze organiseren en controleren de gezondheidszorg.

In de hoop de situatie vandaag de dag te kunnen inschatten, had ik graag een antwoord gekregen op de volgende vragen waarbij, zeker voor wat de apotheken betreft, er geen rekening dient gehouden te worden met de apart opgerichte structuren waarbij het ten gronde toch gaat over apotheken van ziekenfondsen. Met andere woorden: apotheken zoals Vooruit of Volksmacht dienen geïncludeerd te worden in de telling.

1) Hoeveel ziekenhuizen in België zijn nog in handen van de ziekenfondsen, uitgesplitst over de verschillende ziekenfondsen? Is het mogelijk die gegevens ook op te splitsen per gewest?

2) Hoeveel apotheken in België zijn nog in handen van de ziekenfondsen, uitgesplitst over de verschillende ziekenfondsen? Is het mogelijk die gegevens ook op te splitsen per gewest?

3) Hoeveel vertegenwoordigers van ziekenfondsen zetelen in een raad van bestuur van een ziekenhuis, uitgesplitst per ziekenhuis?

 
Réponse reçue le 2 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 2 september 2013 :

En réponse à votre première question, je peux vous dire qu’à l’heure actuelle, et après les nombreuses opérations de fusions dans le secteur hospitalier, on peut de moins en moins parler d’hôpitaux qui se trouvent « aux mains » des mutualités. Néanmoins, l’appartenance historique d’un site hospitalier à une mutualité conduit généralement à maintenir une présence de la mutualité dans la gestion des hôpitaux fusionnés. Ceci peut même conduire à la présence conjointe des mutualités chrétiennes et socialistes au sein d’un même hôpital. 

On peut ainsi identifier 23 hôpitaux en Belgique qui conservent une présence mutualiste dans leurs organes de gestion, parmi lesquels 12 hôpitaux sont aujourd’hui des ensembles multi-sites. Ces 23 hôpitaux sont pour la plupart des hôpitaux généraux, auxquels s’ajoutent deux hôpitaux psychiatriques en Wallonie. La mutualité chrétienne est présente dans 19 d’entre eux : 7 en Flandre, 1 à Bruxelles et 11 en Wallonie ; la mutualité socialiste est présente dans 6 d’entre eux : 1 à Bruxelles et 5 en Wallonie. 

Quant à votre question au sujet des pharmacies, je peux vous dire que le réseau des pharmacies coopératives réunies au sein de l’association Ophaco regroupe aujourd’hui de l’ordre de 600 pharmacies, parmi lesquelles des pharmacies appartenant à des réseaux d’origine mutuelliste. Certaines structures coopératives n’entrent cependant pas dans ce cadre comme, notamment, le réseau Multipharma (qui est actuellement le plus étendu, avec de l’ordre de 250 pharmacies) ou le réseau V-Pharma qui compte 42 officines dans la région verviétoise, ou encore le réseau Voorzorg présent dans le Limbourg et dans la région de Mechelen avec 30 pharmacies. 

Les réseaux à l’initiative de mutualités comptent de l’ordre de 270 pharmacies, à savoir :

  • Le réseau Surplus Partners des mutualités chrétiennes (y compris De Lindeboom, Volksmacht, In Het Zwaard, Vivantia…) : 89 pharmacies en Flandre

  • Le réseau EPC-Familia des mutualités chrétiennes : 99 pharmacies en Wallonie

  • Le réseau Pharma-Santé des mutualités socialistes liégeoises : 46 pharmacies

  • Le réseau Vooruit (Coop) des mutualités socialistes flamandes : 39 pharmacies. 

Enfin, en réponse à votre dernière question je peux vous dire que les personnes siégeant dans les conseils d’administration des hôpitaux y sont nommées à titre personnel. Il n’est donc pas possible de savoir quelles sont les personnes qui y siègent au titre de représentant d’une mutualité, même si un accord de fusion, par exemple, peut prévoir la possibilité pour une mutualité d’y proposer un certain nombre de personnes.  

Il n’est d’ailleurs pas impossible non plus qu’un hôpital n’ayant pas de lien historique avec une mutualité souhaite s’adjoindre les compétences d’un administrateur issu d’une mutualité. Ceci relève de la liberté de chaque hôpital.

Wat uw eerste vraag betreft, kan ik u zeggen dat men thans, na vele fusies in de ziekenhuissector, minder en minder over ziekenhuizen "in handen" van de ziekenfondsen kan spreken. Toch leidt de historische band van een ziekenhuisvestiging met een ziekenfonds er over het algemeen toe dat het ziekenfonds in het beheer van de gefuseerde ziekenhuizen betrokken blijft. Dat kan er zelfs toe leiden dat christelijke en socialistische ziekenfondsen in eenzelfde ziekenhuis aanwezig zijn. 

Men kan zo 23 ziekenhuizen in België aanwijzen die een ziekenfonds in hun beheersorganen hebben, waaronder 12 ziekenhuizen thans eenheden met meerdere vestigingen zijn. Die 23 ziekenhuizen zijn in de meeste gevallen algemene ziekenhuizen, plus twee psychiatrische ziekenhuizen in Wallonië. Het christelijk ziekenfonds is in 19 daarvan aanwezig: 7 in Vlaanderen, 1 in Brussel en 11 in Wallonië; het socialistische ziekenfonds is in 6 daarvan aanwezig: 1 in Brussel en 5 in Wallonië. 

Wat uw vraag over de apotheken betreft, kan ik u zeggen dat het netwerk van coöperatieve apotheken die in de vereniging Ophaco verenigd zijn thans ongeveer 600 apotheken telt, waaronder apotheken die tot een netwerk met een ziekenfondsachtergrond behoren. Sommige coöperatieve structuren vallen echter niet in dat kader zoals, in het bijzonder, het Multipharmanetwerk (dat met ongeveer 250 apotheken nu het meest verspreide is) of het V-Pharmanetwerk dat in de streek van Verviers 42 officinae heeft, of het netwerk Voorzorg dat in Limburg en de streek van Mechelen met 30 apotheken aanwezig is.

De netwerken op initiatief van de ziekenfondsen tellen ongeveer 270 apotheken, namelijk:

  • Het netwerk Surplus Partners van de christelijke ziekenfondsen (inclusief De Lindeboom, Volksmacht, In Het Zwaard, Vivantia, enz.): 89 apotheken in Vlaanderen

  • Het netwerk EPC-Familia van de christelijke ziekenfondsen: 99 apotheken in Wallonië

  • Het netwerk Pharma-Santé van de Luikse socialistische ziekenfondsen: 46 apotheken

  • Het netwerk Vooruit (Coop) van de Vlaamse socialistische ziekenfondsen: 39 apotheken 

Wat ten slotte uw laatste vraag betreft, kan ik u zeggen dat de mensen die in de raden van bestuur van de ziekenhuizen zetelen er ten persoonlijke titel zijn benoemd. Het is dus onmogelijk om te weten welke personen er als vertegenwoordiger van een ziekenfonds zetelen, zelfs wanneer een fusieovereenkomst, bijvoorbeeld, voor een ziekenfonds in de mogelijkheid kan voorzien om daar een aantal personen voor te dragen.  

Het is trouwens ook niet onmogelijk dat een ziekenhuis dat geen historische band met een ziekenfonds heeft de competenties van een bestuurder met een ziekenfondsachtergrond in huis wil halen. Elk ziekenhuis is daar vrij in.