SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 juillet 2013 19 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9679 Schriftelijke vraag nr. 5-9679

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
les soins à domicile de thuisverpleging 
________________
soins à domicile
coût de la santé
statistique de la santé
répartition géographique
thuisverzorging
kosten voor gezondheidszorg
gezondheidsstatistiek
geografische spreiding
________ ________
19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord
19/7/2013Verzending vraag
2/9/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3745 Requalification de : demande d'explications 5-3745
________ ________
Question n° 5-9679 du 19 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9679 d.d. 19 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'ai déjà posé des questions sur les dépenses de soins à domicile (questions écrites 4-563, 4-2295, 4-5250). Des chiffres mis à jour me permettraient de suivre l'évolution.

Je souhaiterais recevoir des données brutes, c’est-à-dire des données non standardisées. C’est important pour suivre l’évolution de ces données. Lorsque l’Inami standardise les données, je ne puis plus effectuer de comparaison avec les années antérieures. En cas de standardisation, on doit du reste être attentif aux facteurs qui peuvent être pris en compte.

Je souhaiterais une réponse de la ministre aux questions suivantes :

1) À combien s’élèvent les dépenses de l'Inami pour les soins à domicile en 2011 et 2012 ?

2) La ministre peut-elle ventiler ces données selon les régions ?

 

Ik stelde reeds vragen omtrent de uitgaven voor thuisverpleging (schriftelijke vragen 4-563, 4-2295, 4-5250). Om de evolutie op te volgen, had ik graag meer recente cijfers gekregen.

Graag had ik brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel bedroegen de RIZIV-uitgaven voor thuisverpleging voor 2011 en 2012?

2) Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 ook opsplitsen per gewest?

 
Réponse reçue le 2 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 2 september 2013 :

En réponse à votre question, vous trouverez en annexe 1 les tableaux reprenant les dépenses comptables par région pour les prestations de l’article 8 de la nomenclature (prestations relevant de la compétence des infirmiers) pour les années 2010, 2011 et 2012.

Dans l’annexe 2, une remarque générale est introduite concernant la signification et la portée des données régionales communiquées ici.

Annexe 1

Tableau 1 : Dépenses par région

Répartition régionale sur base du domicile du bénéficiaire

Région

2010

2011

2012

Flandre

664.905.774,35

696.782.485,83

740.411.018,41

Wallonie

335.584.757,37

359.018.701,33

384.666.478,35

Bruxelles

43.737.180,74

46.107.272,86

52.014.751,04

Non-reparti

417.969,60

505.002,09

526.065,38

Total

1.044.645.682,06

1.102.413.462,11

1.177.618.313,18

Tableau 2 : Dépenses par région - quote-part en pourcentage

Région

2010

2011

2012

Flandre

63,65%

63,21%

62,87%

Wallonie

32,12%

32,57%

32,66%

Bruxelles

4,19%

4,18%

4,42%

Non-reparti

0,04%

0,05%

0,04%

Total

100,00%

100,00%

100,00%

Annexe 2

Dépenses, cas et coûts régionaux par bénéficiaire

Les dépenses régionales, les cas et coûts par bénéficiaire qui sont communiqués ici sont des dépenses régionales, cas et coûts non standardisés. Ils sont obtenus en divisant simplement les dépenses pour une certaine région par le nombre de bénéficiaires d'une région déterminée.

Ces dépenses régionales, cas et coûts non standardisés ne tiennent pas compte des éventuelles caractéristiques spécifiques d'une région déterminée concernant:

  • la structure d'âge et le sexe;

  • la présence d'assurés ayant un régime préférentiel;

  • la présence d'actifs, d'invalides, veuves et orphelins, … (le « statut social »).

Ces remarques spécifiques pour une certaine région constitueront une source de différences avec les dépenses, cas et coûts des autres régions mais ces différences doivent être objectivées avec les caractéristiques spécifiques de cette région déterminée.

L’Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) publie des rapports concernant la standardisation des données de dépenses sur la base de l'âge, du sexe et du statut social (y compris le régime préférentiel). Un rapport reprenant les données de base standardisées pour les dépenses 2006-2010 est disponible sur le website de l’INAMI.

In antwoord op vraag vindt u in bijlage 1 de tabellen met de geboekte uitgaven per gewest betreffende de verstrekkingen van artikel 8 van de nomenclatuur (verstrekkingen die tot de bevoegdheid van de verpleegkundigen behoren) voor de jaren 2010, 2011 en 2012.

In bijlage 2 wordt een algemene opmerking opgenomen betreffende de betekenis en de draagwijdte van de hier meegedeelde regionale gegevens.

Bijlage 1

Tabel 1 : Uitgaven per gewest

Regionale verdeling op basis van de woonplaats van de rechthebbende

Gewest

2010

2011

2012

Vlaanderen

664.905.774,35

696.782.485,83

740.411.018,41

Wallonië

335.584.757,37

359.018.701,33

384.666.478,35

Brussel

43.737.180,74

46.107.272,86

52.014.751,04

Onverdeeld

417.969,60

505.002,09

526.065,38

Totaal

1.044.645.682,06

1.102.413.462,11

1.177.618.313,18

Tabel 2 : Uitgaven per gewest - procentueel aandeel

Gewest

2010

2011

2012

Vlaanderen

63,65%

63,21%

62,87%

Wallonië

32,12%

32,57%

32,66%

Brussel

4,19%

4,18%

4,42%

Onverdeeld

0,04%

0,05%

0,04%

Totaal

100,00%

100,00%

100,00%

Bijlage 2

Regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen per rechthebbende

De regionale uitgaven, de gevallen en de kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde gegevens. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal rechthebbenden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale uitgaven, gevallen en kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot:

  • de leeftijdsstructuur en geslacht;

  • de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeursregeling;

  • de aanwezigheid van actieven, invaliden, weduwen en wezen, … (de zogenaamde sociale stand).

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de uitgaven, gevallen en kostprijzen van andere regio’s, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeits-verzekering (RIZIV) publiceert rapporten met betrekking tot een standaardisering van de uitgaven gegevens op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeursregeling). Een rapport met de gestandaardiseerde basisstatistieken over de uitgaven 2006-2010 is beschikbaar op de website van het RIZIV