SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
26 février 2013 26 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8314 Schriftelijke vraag nr. 5-8314

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Pensions

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen
________________
Indépendant à titre complémentaire - Droits à la pension Zelfstandige in bijberoep - Pensioenrechten 
________________
profession indépendante
statistique officielle
double occupation
régime de retraite
zelfstandig beroep
officiële statistiek
dubbel beroep
pensioenregeling
________ ________
26/2/2013Verzending vraag
28/5/2013Antwoord
26/2/2013Verzending vraag
28/5/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-8314 du 26 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8314 d.d. 26 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En avril 2012, on a encore annoncé que près de 220 000 personnes exerçaient une activité d'indépendant à titre complémentaire. Cela représente une augmentation de 3 % par rapport à 2010, alors que le nombre d'indépendants à titre principal n'a crû que de 0,8 % au cours de la même période.

Il est évident que de plus en plus de personnes choisissent de travailler comme indépendant à titre complémentaire. Cette catégorie d'activité économique gagne de l'importance d'année en année et constitue une part de plus en plus grande de notre économie. Cette évolution s'explique peut-être par la crise financière qui sévit toujours et qui pousse certaines personnes à exercer une activité supplémentaire d'indépendant pour s'assurer un complément de revenu.

La loi prévoit des règles différentes pour les cotisations sociales des indépendants à titre complémentaire. Pour la présentation ci-dessous, je me fonde sur les catégories décrites dans le document suivant : http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/fr/specifieke_info/zelfstandigen/cotisations-2012.pdf

Un indépendant à titre complémentaire dont le revenu annuel est inférieur à 1 393,70 euros, ne paie pas de cotisations sociales. Dans ce cas, il n'acquiert bien sûr aucun droit à la pension.

Si son revenu annuel dépasse 1 393,70 euros, l'indépendant à titre complémentaire paie des cotisations sociales équivalant à environ 21 % du revenu annuel. Si ces cotisations sont inférieures à 692,86 euros par trimestre (il s'agit de la cotisation minimale pour les indépendants à titre principal), aucun droit à la pension n'est constitué.

Si ces cotisations sont égales ou supérieures à 692,86 euros, autrement dit, si l'indépendant à titre complémentaire cotise au moins autant qu'un indépendant à titre principal, il se constitue bel et bien des droits à la pension.

Je souhaiterais obtenir une réponse détaillée aux questions suivantes.

1) Combien d'indépendants à titre complémentaire supplémentaires s'étant constitué des droits à la pension a-t-on enregistrés en 2011 et 2012 ?

2) Quel est aujourd'hui le nombre total d'indépendants à titre complémentaire qui se sont constitué des droits à la pension (si minimes soient-ils) ?

3) Parmi les retraités, combien doivent-ils une partie de leur pension à des activités d'indépendant à titre accessoire ?

 

In april 2012 werd nog bericht dat bijna 220 000 mensen werken als zelfstandige in bijberoep, wat op dat moment een stijging van 3 % betekende tegenover 2010. Dit terwijl het aantal zelfstandigen in hoofdberoep slechts met 0,8 % steeg in diezelfde periode.

Het mag duidelijk zijn dat steeds meer mensen kiezen om aan de slag te gaan als zelfstandige in bijberoep. Deze categorie van economische activiteit wint elk jaar aan belang en wordt een steeds belangrijker deel van onze economie. Een mogelijke verklaring voor de groei is de financiële crisis die nog steeds heerst, en die ervoor zorgt dat mensen als zelfstandige in bijberoep aan de slag gaan om extra te verdienen.

Zoals bij wet bepaald, gelden er aparte regels voor zelfstandigen in bijberoep wat betreft sociale bijdragen. Voor de onderstaande beschrijving baseer ik mij op de categorieën beschreven zoals op http://www.socialsecurity.fgov.be/docs/nl/specifieke_info/zelfstandigen/bijdragen-2012.pdf

Als een zelfstandige in bijberoep een jaarinkomen heeft lager dan 1 393,70 euro, betaalt deze zelfstandige geen sociale bijdragen. Uiteraard worden er in dat geval geen pensioenrechten opgebouwd.

Als het jaarinkomen hoger is dan 1 393,70 euro, betaalt de zelfstandige in bijberoep sociale bijdragen a rato van circa 21 % op het jaarinkomen. Als deze bijdragen lager zijn dan 692,86 euro per kwartaal (dit is de minimumbijdrage voor zelfstandigen in hoofdberoep), worden er evenmin pensioenrechten opgebouwd.

Als deze bijdragen gelijk zijn aan of groter dan 692,86 euro, met andere woorden, als de zelfstandige in bijberoep minstens even veel bijdraagt als een zelfstandige in hoofdberoep, bouwt de zelfstandige in bijberoep wél pensioenrechten op.

Graag had ik dan ook een gedetailleerd antwoord ontvangen op volgende vragen:

1) Hoeveel zelfstandigen in bijberoep zijn er in 2011 en 2012 bijgekomen die pensioenrechten hebben opgebouwd?

2) Hoeveel zelfstandigen in bijberoep in totaal hebben op dit moment pensioenrechten uitgebouwd (hoe miniem ook)?

3) Voor hoeveel gepensioneerden bestaat op dit moment minstens een deel van hun pensioen door hun activiteiten als zelfstandigen in bijberoep?

 
Réponse reçue le 28 mai 2013 : Antwoord ontvangen op 28 mei 2013 :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit : 

Cette question relève à la compétence de la ministre des Indépendants.

In antwoord op haar vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen :

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de minister van Zelfstandigen.