SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-828 Schriftelijke vraag nr. 5-828

de Liesbeth Homans (N-VA)

van Liesbeth Homans (N-VA)

au ministre du Climat et de l'Énergie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Groupes énergétiques - International Power - Rachat par GDF Suez - Conséquences pour la concurrence Energiegroepen - International Power - Overname door GDF Suez - Gevolgen voor de mededinging 
________________
industrie électrique
concurrence
Conseil de la concurrence
elektrische industrie
concurrentie
Raad voor de Mededinging
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
28/1/2011Intrekking vraag
27/1/2011Verzending vraag
28/1/2011Intrekking vraag
________ ________
Question n° 5-828 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-828 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la mi-2010, le groupe énergétique britannique International Power a été racheté par les Français de GDF Suez qui sont entre autres propriétaires d'Electrabel. Grâce à ce rachat, GDF Suez s'approprie également les actions qu'International Power détenait dans T-Power. Cette dernière exploite une centrale électrique sur les terrains de l'entreprise pétrochimique Tessenderlo Chemie.

C'est à ce sujet que se pose le problème. T-Power s'est en effet engagé contractuellement à vendre l'électricité produite par cette centrale au fournisseur d'énergie Essent. Lorsque les parts de T-Power détenues par International Power (un tiers du total) deviennent propriété de GDF Suez, un problème de concurrence se pose. Electrabel, une filiale de GDF Suez depuis sa vente par l'Etat belge, prendra ainsi connaissance des conditions du contrat conclu avec son concurrent Essent. En outre, Electrabel/GDF Suez mettent la main sur le marché énergétique belge dans son ensemble et sur celui de la production en particulier.

Il n'est dès lors pas étonnant que ce dossier ait attiré l'attention de l'Auditorat de la Commission européenne, qui examine d'ailleurs encore pour l'instant d'autres aspects de ce rachat. Il est toutefois frappant que l'autorité belge de la concurrence ait demandé à l'Auditorat de séparer le volet belge du dossier et de le lui transmettre.

J'aimerais poser les questions suivantes à ce sujet.

1) Pour quelles raisons l'autorité belge de la concurrence estime-t-elle opportun de scinder ce dossier?

2) L'Auditorat a-t-il déjà remis une réponse? Dans l'affirmative, pour quelles raisons la demande a-t-elle été acceptée ou rejetée?

3) Si elle a été acceptée, comment l'autorité belge de la concurrence collaborera-t-elle avec l'Auditorat?

4) Quelles sont les implications pour une possible violation du droit de la concurrence dans ce dossier? Quelles sont les mesures prévues?

5) Quel impact le rachat, s'il est accepté, aurait-il sur la libéralisation du marché de l'électricité en Belgique? Quelle serait concrètement la différence entre le poids de GDF Suez sur le marché de la production avant et après le rachat? Le ministre peut-il fournir les mêmes chiffres pour les autres producteurs et plus particulièrement pour Essent?

 

Medio 2010 werd de Britse energiegroep International Power overgenomen door het Franse GDF Suez, dat onder andere eigenaar is van Electrabel. Door die overname wordt GDF Suez tevens eigenaar van de aandelen die International Power bezat in T-Power. T-Power baat op zijn beurt een elektriciteitscentrale uit op de terreinen van het petrochemisch bedrijf Tessenderlo Chemie.

Het is hier dat het probleem zich voordoet. T-Power heeft zich namelijk contractueel verbonden om de geproduceerde elektriciteit uit deze centrale te verkopen aan energieleverancier Essent. Wanneer de aandelen die International Power bezat (een derde van het totaal) van T-power eigendom worden van GDF Suez, stelt zich mogelijk een probleem voor de mededinging. Zo zal Electrabel, een dochteronderneming van GDF Suez sinds de verkoop door de Belgische Staat, kennis krijgen van de voorwaarden van het contract dat met concurrent Essent werd afgesloten. Bovendien versterkt Electrabel / GDF Suez zijn greep op de Belgische energiemarkt in het algemeen en die op de productiemarkt in het bijzonder.

Het is dan ook niet verwonderlijk dat dit dossier onder de aandacht is gekomen van het Auditoraat van de Europese Commissie, waar trouwens momenteel nog andere aspecten van de overname worden bekeken. Opvallend is echter dat de Belgische mededingingsautoriteit aan het Auditoraat gevraagd heeft het Belgische luik van het dossier af te splitsen en het aan hen over te dragen.

Graag stelde ik hierover de volgende vragen:

1) Om welke redenen acht de Belgische mededingingsautoriteit het opportuun om dit dossier te splitsen?

2) Is er al een antwoord gekomen van het Auditoraat? Zo ja, om welke redenen werd het verzoek ingewilligd of afgewezen?

3) Indien het verzoek werd ingewilligd, op welke wijze zal de Belgische mededingingsautoriteit samenwerken met het Auditoraat?

4) Wat zijn de implicaties voor een mogelijke schending van het mededingingsrecht in dit dossier? In welke maatregelen wordt voorzien?

5) Welke impact zou de overname hebben op de liberalisering van de elektriciteitsmarkt in België indien de overname wordt goedgekeurd? Wat zou concreet het verschil zijn tussen het aandeel van GDF Suez op de productiemarkt voor en na de overname? Kan de minister dezelfde cijfers bezorgen voor de andere producenten, en meer bepaald voor Essent?