SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 février 2013 19 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8202 Schriftelijke vraag nr. 5-8202

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Institut national d'assurance maladie-invalidité - Dépenses - Accoucheuses Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering - Uitgaven - Vroedvrouwen 
________________
sage-femme
statistique de la santé
Institut national d'assurance maladie-invalidité
coût de la santé
soins à domicile
maternité
statistique officielle
répartition géographique
vroedvrouw
gezondheidsstatistiek
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
kosten voor gezondheidszorg
thuisverzorging
moederschap
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
19/2/2013Verzending vraag
21/6/2013Herkwalificatie
19/2/2013Verzending vraag
21/6/2013Herkwalificatie
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-3796 Requalifiée en : demande d'explications 5-3796
________ ________
Question n° 5-8202 du 19 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8202 d.d. 19 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question reprend la question écrite n° 5-5399 concernant les accoucheuses, mais vise à obtenir des données plus récentes.

Dans cette question tout comme dans les précédentes, il est important de savoir que l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) distingue les catégories suivantes : soins prénatals, soins postnatals, surveillance, accouchements et autres (injections et déplacements).

C'est pourquoi j'aimerais obtenir une réponse de la ministre aux questions suivantes.

Je souhaiterais recevoir des données brutes, c’est-à-dire des données non standardisées. C’est important pour suivre l’évolution de ces données dans le temps. Lorsque l’INAMI standardise les données, je ne peux plus effectuer de comparaison avec les années antérieures. Lors de la standardisation, on doit du reste également être attentif aux facteurs qui peuvent être pris en compte.

1) Quel a été, en 2011 et 2012, le montant des dépenses globales pour les prestations des accoucheuses en Belgique, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

2) Quel a été, en 2011 et 2012, le montant des dépenses pour chacune des catégories précitées de prestations d’accoucheuses en Belgique, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ? Ces données peuvent-elles aussi être ventilées par région ?

3) Quelle a été, en 2011 et 2012, la durée moyenne d’hospitalisation après un accouchement en Belgique, en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie ?

4) Combien de césariennes ont-elles été pratiquées, en 2011 et 2012, en Belgique, en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

5) Parmi les prestations des catégories précitées, combien ont-elles été pratiquées les dimanches et jours fériés en 2011 et 2012 en Belgique, en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, d’une part, en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

6) Quel est, en 2011 et 2012, le montant des dépenses globales pour les prestations des accoucheuses en Belgique, en ce qui concerne les accouchements en polyclinique ? Ces données peuvent-elles être ventilées par région ?

 

Deze vraag herneemt schriftelijke vraag 5-5399 inzake vroedvrouwen maar peilt naar meer recente gegevens.

In deze vraag, net zoals in vorige vragen, is het belangrijk om te weten dat het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) volgende categorieën hanteert: prenataal, postnataal, toezicht, bevallingen en andere (injecties en verplaatsingen).

Daarom had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen.

Graag had ik brute cijfers gekregen, dit is niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1) Wat zijn de algemene uitgaven voor vroedvrouwen in België in de thuiszorg enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2011 en 2012? Kunnen die gegevens ook worden opsplitst per gewest?

2) Wat zijn de uitgaven in bovenvermelde categorieën voor vroedvrouwen in België in de thuiszorg enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2011 en 2012? Kunnen die gegevens ook worden opsplitst per gewest?

3) Wat is de gemiddelde opnameduur na een bevalling in respectievelijk België, Vlaanderen, Brussel en Wallonië in 2011 en 2012?

4) Hoeveel sectio caesarea werden er in 2011 en 2012 uitgevoerd in respectievelijk België, Vlaanderen, Wallonië en Brussel?

5) Hoeveel prestaties (in bovenvermelde categorieën) gebeurden op zon -en feestdagen voor respectievelijk België, Vlaanderen, Brussel en Wallonië, opgesplitst in de thuiszorg enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds, in 2011 en 2012?

6) Wat zijn de algemene uitgaven voor vroedvrouwen voor België voor poliklinische bevallingen in 2011 en 2012? Kunnen die gegevens ook worden opsplitst per gewest?