SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
14 février 2013 14 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8151 Schriftelijke vraag nr. 5-8151

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la ministre de l'Emploi

aan de minister van Werk
________________
Travail à domicile - Services du ministre ou du secrétaire d'État - Chiffres - Mesures Thuiswerk - Diensten van de minister of staatssecretaris - Cijfers - Maatregelen 
________________
travail à domicile
travail à distance
ministère
statistique officielle
thuiswerk
werk op afstand
ministerie
officiële statistiek
________ ________
14/2/2013Verzending vraag
17/5/2013Antwoord
14/2/2013Verzending vraag
17/5/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8140
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8141
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8142
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8143
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8144
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8145
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8146
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8147
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8148
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8149
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8150
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8152
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8153
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8154
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8156
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8157
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8158
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8140
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8141
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8142
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8143
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8144
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8145
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8146
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8147
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8148
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8149
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8150
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8152
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8153
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8154
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8155
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8156
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8157
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8158
________ ________
Question n° 5-8151 du 14 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8151 d.d. 14 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ces dernières années, les entreprises s'intéressent de plus en plus au travail à domicile (ou télétravail). Le nom le dit lui-même : le travailleur effectue son travail à son domicile et non sur le lieu de travail, ce qui offre des avantages au travailleur et à l'employeur. Le travailleur ne perd pas de temps à se déplacer et ce temps peut être mis à profit pour travailler. Le travailleur peut mieux planifier sa journée : il ou elle peut, par exemple, consacrer une heure de la journée à ses enfants et travailler une heure de plus en soirée. Cette liberté peut engendrer une plus grande motivation et moins de stress chez le travailleur, ce qui peut aboutir à de meilleurs résultats et davantage de créativité. Moins de déplacements et de consommation (par exemple d'électricité) au travail est positif pour l'environnement et signifie moins de frais pour l'employeur. Selon le site web, 2 506 personnes ont participé à la Journée nationale du télétravail de 2012. Le SPF Sécurité sociale et le SPF Chancellerie du premier ministre figurent dans la liste des participants.

Un argument que l'on peut opposer au télétravail est la non-présence physique de la personne sur le lieu de travail. Les techniques modernes permettent cependant de résoudre ce problème. Des vidéoconférences avec différents partenaires peuvent être organisées par le biais de programmes de chat et de videochat ( Skype par exemple). Les services de Cloud computing (par exemple Dropbox) permettent de stocker des fichiers via internet de sorte qu'ils sont partout disponibles online en toute sécurité.

Je souhaite poser les questions suivantes sur ce sujet :

1. Le télétravail prend-il de l'ampleur dans vos services ? Disposez-vous de chiffres à ce sujet et, dans l'affirmative, pouvez-vous les communiquer ? Pouvez-vous dresser un état des lieux du télétravail pour les cinq dernières années ? Dans la négative, estimez-vous utile de rassembler à l'avenir des chiffres à ce sujet ?

2. Le télétravail est-il encouragé auprès de vos collaborateurs ? Pourquoi oui/non ?

3. Le télétravail représente-t-il une économie pour vos services ? Disposez-vous de chiffres à ce sujet ?

4. Des initiatives ont-elles déjà été prises dans vos services pour promouvoir le télétravail ? Dans l'affirmative, pouvez-vous expliquer cela ? Dans la négative, pourquoi pas ?

5. Comptez-vous prendre à l'avenir des initiatives à ce sujet ? Pourquoi oui/non ?

6. Si la personne travaille à domicile, utilise-t-on des programmes, par exemple, de vidéo-chat ou de cloud computing ? Les travailleurs reçoivent-ils une formation pour utiliser ces programmes correctement et en toute sécurité, ou compte-t-on sur l'auto-formation ?

7. À votre avis, outre ceux qui sont cités dans l'exposé, quels autres avantages le télétravail procure-t-il à vos collaborateurs ?

 

De jongste jaren is er in het bedrijfsleven steeds meer aandacht voor thuiswerken (of telewerken). De naam zegt het zelf: de werknemer werkt van thuis uit in plaats van op het werk. Dat levert voordelen op voor de werknemer en de werkgever. De werknemer verliest geen tijd met pendelen, tijd die kan worden gebruikt om te werken. De werknemer kan zijn dag beter plannen: hij of zij kan bijvoorbeeld overdag een uur uittrekken voor de kinderen, en 's avonds nog een uurtje werken. Die vrijheid kan resulteren in een grotere motivatie en minder stress bij de werknemer, wat dan weer betere resultaten en creativiteit tot gevolg kan hebben. Minder verplaatsingen en verbruik op het werk (bijvoorbeeld elektriciteit) is positief voor het milieu en betekent minder kosten voor de werkgever. Aan de Nationale Thuiswerkdag van 2012 namen volgens de website 2506 mensen deel. Ook de FOD Sociale Zekerheid en de FOD Kanselarij van de Eerste minister staan in de lijst van deelnemers.

Een argument tegen thuiswerken is dat de werknemer vanzelfsprekend niet fysiek aanwezig is op de werkvloer. Moderne technieken laten echter toe om dit te overbruggen. Via chat- en videochatprogramma's (bijvoorbeeld Skype) kunnen videoconferenties met verschillende partners worden gevoerd. Cloud computing services (bijvoorbeeld Dropbox) laten toe om bestanden via het internet op te slaan zodat ze online overal veilig beschikbaar zijn.

Graag had ik enkele vragen gesteld over dit thema:

1. Is er bij uw diensten sprake van een toename van het thuiswerk? Heeft u hierover ook cijfers, en indien ja, kan u die meedelen? Kan u het thuiswerk opdelen voor de jongste 5 jaren? Zo niet, acht u het nuttig om hier in de toekomst cijfers over bij te houden?

2. Wordt thuiswerk aangemoedigd ten aanzien van uw medewerkers? Waarom wel/niet?

3. Weet u of thuiswerken een kostenbesparing voor uw diensten betekent? Heeft u hier cijfers over?

4. Zijn er bij uw diensten al initiatieven genomen om thuiswerk te promoten? Zo ja, kan u dit toelichten? Zo neen, waarom niet?

5. Bent u van plan om in de toekomst hieromtrent initiatieven te nemen? Waarom wel/niet?

6. Wordt er, indien de werknemer thuis werkt, gebruik gemaakt van programma's om bijvoorbeeld te videochatten of voor cloud computing? Krijgen werknemers een opleiding om die programma's correct en veilig te gebruiken, of wordt hierin zelfstandigheid verwacht?

7. Welke andere voordelen, buiten die aangehaald in de toelichting, levert thuiswerken volgens u op voor uw medewerker?

 
Réponse reçue le 17 mai 2013 : Antwoord ontvangen op 17 mei 2013 :

Vous trouverez, ci-dessous, la réponse à la question posée :

  1. Au Service public fédéral (SPF) Emploi, Travail et Concertation sociale, 92 personnes télétravaillent de manière régulière à raison de maximum deux jours/semaine.

    89 personnes télétravaillent de manière occasionnelle.

    En 2008, 33 personnes télétravaillaient de manière régulière, le télétravail occasionnel n’était pas permis.

    C’est-à-dire qu’en quatre ans, le télétravail a augmenté exponentiellement de 540 %.

    Il y a certes des explications à ce phénomène car il est dû en partie à l’introduction de la possibilité de télétravail occasionnel en 2012. Cependant, c’est un indice objectif de satisfaction des télétravailleurs.

  2. En effet, le télétravail est encouragé. Deux enquêtes de satisfaction ont été organisées dont une demi-journée de workshop en 2012 pour connaître l’avis des collaborateurs et des managers en 2012. Une réflexion approfondie du Comité de Direction est en cours pour améliorer les conditions de télétravail et rencontrer les souhaits des collaborateurs tout en veillant au bon fonctionnement de l’organisation.

  3. Une étude des coûts est en cours au service d’encadrement « Technologie de l’Information et de la Communication ».

  4. Le télétravail existait déjà sous diverses formes au SPF Emploi bien avant que soit prévu un cadre réglementaire en novembre 2006.

    A partir de 2009, le télétravail a été objectivé sous la forme de « projets d’équipes » qui doivent être présentés au Comité de direction et approuvés par celui-ci. Il s’agit de télétravail régulier, c’est-à-dire que le télétravailleur et son manager se mettent d’accord sur un ou plusieurs jours fixes de télétravail. Cela requiert une procédure assez lourde.

    En 2012, la réglementation prévoit la possibilité de télétravail occasionnel. Celui-ci a l’avantage de la flexibilité.

    Une évaluation qualitative a eu lieu en juin 2012. Elle s’est déroulée sous forme de workshops encadrés par le SPF P&O. Participaient à ces workshops des représentants de toutes les administrations. Des groupes de télétravailleurs réguliers, télétravailleurs occasionnels, non-télétravailleurs, chefs de services ont débattu pendant une ½ journée sur cette thématique. En 2012, il y avait 180 télétravailleurs au SPF.

    Les résultats ont été analysés par le SPF P&O et présenté au Comité de direction en sa séance du 16 janvier 2012.

    A l’issue de cette présentation, le Comité de direction a décidé de consacrer une journée de réflexion à la question du télétravail au SPF Emploi.

    A la suite de cette journée de réflexion, de nouvelles dispositions concernant le télétravail vont être prises dans le sens d’un assouplissement des conditions d’accès au télétravail.

  5. Voir ci-dessus. En effet, une nouvelle organisation du travail est en cours d’élaboration.

  6. Non, les programmes mentionnés ne sont pas utilisés. Il est prévu à l’avenir de former les télétravailleurs non seulement à la bonne utilisation de techniques informatiques mais aussi à la gestion du temps et à l’éthique. Il est prévu des formations pour les managers au management par objectifs.

  7. Non, l’exposé introductif est complet.

Gelieve hierna het antwoord op de gestelde vraag te vinden:

  1. Bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, doen 92 personen regelmatig telewerk op basis van maximaal twee dagen/week.

    89 personen doen occasioneel telewerk.

    In 2008, deden 33 personen regelmatig telewerk, occasioneel telewerk was niet toegestaan.

    Dit wil zeggen dat in vier jaar tijd, het telewerk exponentieel is toegenomen met 540 %.

    Er is zeker een uitleg voor dit fenomeen want het is gedeeltelijk toe te schrijven aan de invoering van de mogelijkheid tot occasioneel telewerk in 2012. Dit is echter een objectieve aanwijzing voor de tevredenheid van de telewerkers.

  2. Telewerk wordt immers aangemoedigd. Twee tevredenheidsenquêtes werden georganiseerd waaronder een workshop van een halve dag in 2012 om de mening te kennen van de medewerkers en van de managers in 2012. Een diepgaande studie van het Directiecomité is aan de gang om de voorwaarden van telewerk te verbeteren en tegemoet te komen aan de wensen van de medewerkers en daarbij toe te zien op de goede werking van de organisatie.

  3. Een kostenstudie is aan de gang bij de stafdienst “Informatie- en Communicatietechnologie”.

  4. Het telewerk bestond reeds in diverse vormen bij de FOD Werkgelegenheid voordat in een reglementair kader werd voorzien in november 2006.

    Vanaf 2009, werd het telewerk geobjectiveerd in de vorm van “ploegprojecten” die voor goedkeuring moeten worden voorgesteld aan het Directiecomité. Het gaat om regelmatig telewerk, dit wil zeggen dat de telewerker en zijn manager tot een akkoord komen over een of meerdere vaste dagen voor telewerk. Dit vereist een vrij zware procedure.

    In 2012, voorziet de reglementering in de mogelijkheid tot occasioneel telewerk. Dit heeft het voordeel van de flexibiliteit.

    Een kwalitatieve evaluatie heeft plaatsgevonden in juni 2012. Deze is verlopen in de vorm van workshops die werden omkaderd door de FOD P&O. Vertegenwoordigers van alle administraties namen deel aan deze workshops. Groepen regelmatige telewerkers, occasionele telewerkers, niet-telewerkers, diensthoofden hebben gedurende een halve dag gedebatteerd over deze thematiek. In 2012, waren er 180 telewerkers bij de FOD.

    De resultaten werden geanalyseerd door de FOD P&O en voorgesteld aan het Directiecomité op de vergadering van 16 januari 2012.

    Na afloop van deze voorstelling heeft het Directiecomité besloten om een studiedag te wijden aan het telewerk bij de FOD Werkgelegenheid.

    Ingevolge deze studiedag gaan nieuwe maatregelen worden genomen betreffende het telewerk in de zin van een versoepeling van de toegangsvoorwaarden voor telewerk.

  5. Zie hierboven. Er wordt immers een nieuwe arbeidsorganisatie uitgewerkt.

  6. Neen, de vermelde programma’s worden niet gebruikt. In de toekomst zullen de telewerkers niet alleen worden opgeleid voor het goede gebruik van informaticatechnieken maar ook voor het tijdsbeheer en de ethiek. Er worden opleidingen georganiseerd voor de managers voor het doelgericht management.

  7. Neen, de inleidende uiteenzetting is volledig.