SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
23 janvier 2013 23 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7945 Schriftelijke vraag nr. 5-7945

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Les dépistages sérologiques De serologische screenings 
________________
procréation artificielle
fécondation in vitro
prévention des maladies
Agence fédérale des médicaments et des produits de santé
santé génésique
sida
maladie sexuellement transmissible
maladie infectieuse
kunstmatige voortplanting
bevruchting in vitro
voorkoming van ziekten
Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten
reproductieve gezondheidszorg
aids
seksueel overdraagbare aandoening
infectieziekte
________ ________
23/1/2013Verzending vraag
22/2/2013Antwoord
23/1/2013Verzending vraag
22/2/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2836 Requalification de : demande d'explications 5-2836
________ ________
Question n° 5-7945 du 23 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7945 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À la demande d'explications 5-1910 de la sénatrice Marleen Temmerman au sujet du dépistage sérologique mensuel du VIH, de l'hépatite et de la syphilis dans le cadre des traitements d'infertilité, la ministre avait répondu il y a quelques mois (en avril 2012) qu'un consensus s'était formé en vertu duquel l'intervalle maximal entre deux tests était fixé à 24 mois en cas de don entre partenaires. Il n'était donc plus question de dépistage obligatoire pour tout traitement impliquant l'utilisation de sperme et/ou d'ovules.

J'en étais ravi. Cette décision impliquait en effet une forte diminution des frais médicaux et pouvait être appliquée à court terme.

1) La mesure prévoyant que le dépistage sérologique du VIH, de l'hépatite et de la syphilis dans le cadre d'un traitement d'infertilité ne devait être réitéré qu'après quelques mois (maximum 24) est-elle déjà applicable ?

2) Dans l'affirmative, les centres en ont-ils été officiellement informés ?

3) Dans la négative, pourquoi n'est-ce pas encore le cas ? Selon la ministre, quand la mesure entrera-t-elle en vigueur ? Une lettre d'accompagnement est-elle prévue ?

4) La Commission européenne a-t-elle déjà proposé d'autres initiatives pour l'adaptation de la directive sur laquelle est fondée la loi belge ?

5) A ce jour, des applications discordantes de la loi ont-elles déjà été signalées ? J'entends par là des interprétations divergentes de la loi dans les différentes régions de notre pays.

 

Enkele maanden geleden (april 2012) antwoordde de minister op vraag om uitleg 5-1910 van senator Marleen Temmerman aangaande de maandelijkse serologische screening voor hiv, hepatitis en syfilis in het kader van fertiliteitsbehandelingen, dat er een consensus werd bereikt om in het geval van partnerdonatie een maximale interval van 24 maanden te voorzien en dus niet langer een screening te eisen bij elke behandeling waarbij men sperma en/of eicellen gebruikt.

Dit antwoord verheugde mij. Het zou de medische kosten serieus verminderen en zou op korte termijn kunnen worden toegepast.

1) Is de regeling dat de serologische screening voor hiv, hepatitis en syfilis in het kader van fertiliteitsbehandelingen pas na enkele maanden (maximaal na 24 maanden) moet worden herhaald, reeds van toepassing?

2) Zo ja, werden de centra hiervan officieel op de hoogte gebracht?

3) Zo neen, waarom nog niet? Wanneer denkt de minister dat deze regeling zal worden toegepast? Komt er een begeleidend schrijven?

4) Heeft de Europese Commissie reeds verdere initiatieven voorgesteld tot aanpassing van de richtlijn die aan de basis ligt van de Belgische wet?

5) Werden tot op heden reeds enige meldingen van discordante toepassing van de wet gemeld? Hiermee bedoel ik de verschillende interpretatiewijzen van de wet in de verschillende regio's van ons land.

 
Réponse reçue le 22 février 2013 : Antwoord ontvangen op 22 februari 2013 :

Aucune nouvelle réglementation n’est d’application en ce moment. L’adaptation doit être réalisée sur la base de l’adaptation de la directive que la Commission européenne propose. Cette proposition a été dans l’intervalle approuvée par tous les États membres et a été publiée au Journal officiel de l’Union européenne du 27 novembre 2012. Le texte européen indique à ce sujet : (…) « Pour les dons entre partenaires (autres que pour un usage direct), les échantillons de sang doivent être prélevés dans les trois mois précédant le premier don. Pour d’autres dons entre partenaires provenant du même donneur, de nouveaux échantillons de sang doivent être prélevés conformément à la législation nationale, mais dans un délai maximal de 24 mois à compter du dernier prélèvement. »

J’ai demandé à mes services de prévoir le plus vite possible une proposition d’adaptation en Belgique. L’arrêté royal du 28 septembre 2009 fixant les normes de qualité et de sécurité pour le don, le prélèvement, l'obtention, le contrôle, le traitement, le stockage et la distribution de matériel corporel humain, auxquelles les banques de matériel corporel humain, les structures intermédiaires de matériel corporel humain et les établissements de production doivent répondre, doit être modifié. Il s’agit d’un arrêté délibéré en Conseil des ministres.

L'Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé (AFMPS) a dans l’intervalle informé les centres sur l’état d’avancement du dossier.

L’AFMPS m’a aussi confirmé qu’on travaillait de manière uniforme dans toutes les régions du pays.

Op dit moment is de nieuwe regeling nog niet van toepassing. Dit komt omdat de aanpassing dient te gebeuren op basis van aanpassing de Richtlijn die de Europese Commissie voorstelt. Dit voorstel werd intussen ook door alle lidstaten goedgekeurd en is ook recent verschenen in het Publicatieblad van de Europese unie van 27 november 2012. De Europese tekst in verband met uw vraag luidt: “ […] Voor donatie door partners (niet voor direct gebruik) moeten bloedmonsters worden afgenomen binnen drie maanden vóór de eerste donatie. Voor volgende partnerdonaties door dezelfde donor moeten bloedmonsters overeenkomstig de nationale wetgeving, maar uiterlijk 24 maanden na de vorige bemonstering worden afgenomen”.

Ik heb aan mijn diensten gevraagd om zo snel mogelijk een voorstel tot aanpassing in België te voorzien. Hiervoor moet het koninklijk besluit van 28 september 2009 tot vaststelling van de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor het doneren, wegnemen, verkrijgen, testen, bewerken, bewaren en distribueren van menselijk lichaamsmateriaal, waaraan de banken voor menselijk lichaamsmateriaal, de intermediaire structuren voor menselijk lichaamsmateriaal en de productie-instellingen moeten voldoen, gewijzigd worden. Het gaat om een in de ministerraad overlegd besluit.

Het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG) heeft de centra intussen wel geïnformeerd over de stand van zaken in dit dossier

Het FAGG heeft mij ten slotte ook bevestigd dat er op één eenduidige wijze gewerkt werd in alle regio’s van ons land.