SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
11 janvier 2013 11 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7693 Schriftelijke vraag nr. 5-7693

de Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Direction générale de la Coopération au Développement - Évaluation des organisations non gouvernementales - Résultats - Plaintes Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking - Evaluatie van niet-gouvernementele organisaties - Resultaten - Klachten 
________________
aide au développement
organisation non gouvernementale
ontwikkelingshulp
niet-gouvernementele organisatie
________ ________
11/1/2013Verzending vraag
6/3/2013Antwoord
11/1/2013Verzending vraag
6/3/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7693 du 11 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7693 d.d. 11 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Toutes les organisations non gouvernementales (ONG) s'occupant de coopération au développement et recevant une forme de subventions des pouvoirs publics sont contrôlées par la Direction générale de la Coopération au Développement (DGCD). La DGCD évalue chaque ONG et établit des rapports où elle indique les manquements éventuels qui doivent être corrigés avant une évaluation ultérieure.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Lors d'une nouvelle évaluation, la DGCD examine-t-elle s'il a été tenu compte des remarques formulées les années précédentes ? Si oui, que se passe-t-il s'il s'avère que ce n'est pas le cas ?

2) Comment s'effectue l'évaluation d'une ONG par la DGCD? Combien d'ONG reçoivent-elles chaque année une note insuffisante ? Quelles sont les sanctions si le rapport ne mentionne pas de note suffisante ? Combien de suspensions de subventionnement y a-t-il chaque année ? Quel est le nombre d'ONG dont le subventionnement est diminué après une évaluation négative ?

3) Combien de plaintes dénonçant des dysfonctionnements et une mauvaise gestion dans certaines ONG parviennent-elles chaque année à la DGCD ? Quelle suite est-elle réservée à ces plaintes et quel en est le résultat ?

 

Alle niet-gouvernementele organisaties (ngo's) die aan ontwikkelingssamenwerking doen en een vorm van subsidiëring ontvangen van de overheid, worden gecontroleerd door de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking (DGOS). De DGOS evalueert elke ngo en maakt hiervan rapporten op waarbij gewezen wordt op eventuele tekortkomingen, die dan bij een volgende evaluatie verbeterd moeten worden.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen :

1) Kijkt de DGOS bij een nieuwe evaluatie na of er met voorafgaande opmerkingen van voorgaande jaren rekening gehouden is ? Zo ja, wat gebeurt er als dat niet het geval blijkt te zijn ?

2) Hoe gebeurt de evaluatie van een ngo door de DGOS ? Hoeveel ngo's krijgen jaarlijks een onvoldoende ? Wat zijn de sancties als er geen voldoende op het rapport gehaald wordt ? Hoeveel schorsingen van subsidiëring zijn er jaarlijks ? Bij hoeveel ngo's wordt de subsidiëring verminderd na een negatieve evaluatie ?

3) Hoeveel klachten van wantoestanden en wanbeheer bij ngo's komen er jaarlijks binnen bij de DGOS ? Welk gevolg wordt aan deze klachten gegeven en met welk resultaat ?

 
Réponse reçue le 6 mars 2013 : Antwoord ontvangen op 6 maart 2013 :

Il est bien évident que toutes les Organisation non gouvernementale (ONG) qui sont financées par le budget de la Coopération au Développement sont contrôlées par l’administration sur la manière dont elles utilisent les subsides reçus.

La DGD assure, outre le contrôle financier, un suivi qualitatif du déroulement des activités des ONG sur base annuelle.

1)   Le terme évaluation étant ainsi recadré, ce suivi donne bien sûr lieu à des remarques et recommandations pour la suite des activités.  L’intégration de celles-ci dans le projet ou le programme est vérifiée soit lors de missions de terrain, soit à l’occasion du suivi de l’année suivante.

2)   Il n’existe pas de statistiques du résultat des suivis annuels, ni de cotation spécifique sur base de ce suivi.

Par contre, en fin de projet ou de programme, il peut arriver que l’appréciation globale soit négative, ce qui influencera bien évidemment l’analyse d’un projet ou programme ultérieur. La conséquence pourra être soit une sévérité accrue, des exigences d’amélioration au niveau du dossier présenté, une diminution du subside accordé, voire même le refus d’un nouveau financement.

Cela touche un nombre réduit d’ONG, de l’ordre de 2 ou 3 %.

3)   L’un ou l’autre cas de mauvaise gestion peuvent être détectés chaque année mais cela reste très marginal. Ce genre de cas donne lieu à l’arrêt du financement avec établissement d’un droit constaté et éventuellement retrait de l’agrément de l’ONG.

Het spreekt voor zich dat de administratie controleert hoe de Niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) die middelen ontvangen uit het budget voor Ontwikkelingssamenwerking deze middelen aanwenden.

Wat de DGD doet is behalve de financiële controle ook jaarlijks toezicht uitvoeren op de kwaliteit van de NGO-activiteiten.

1)   In deze betekenis van het begrip evaluatie gaat bedoeld toezicht uiteraard gepaard met opmerkingen en aanbevelingen met betrekking tot de verdere activiteiten. Ter gelegenheid van terreinbezoeken of bij het volgende jaarlijks toezicht wordt dan wel nagegaan of er bij de uitvoering van het project of programma rekening mee gehouden is.

2)   Over het resultaat van het jaarlijkse toezicht zijn geen statistieken voorhanden en aan het toezicht zijn evenmin beoordelingscijfers gekoppeld.

Nu is het best mogelijk dat een project of programma een negatieve eindbeoordeling krijgt en dat kan achteraf wel in rekening worden gebracht bij de analyse van elk later project of programma. Dit kan zich vertalen in een strenger toezicht, hogere eisen voor het ingediende dossier, een verlaging van het subsidiebedrag en zelfs de weigering van nieuwe financiering.

Slechts een gering aantal NGO’s (2 à 3 %) is in dit geval.

3)   Het is mogelijk dat er in een jaar gevallen van wanbeheer worden vastgesteld, maar dat is eerder uitzonderlijk. Dergelijke gevallen leiden tot de stopzetting van de financiering en de bepaling van vastgestelde rechten en eventueel tot de intrekking van de vergunning van de NGO.