SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
22 novembre 2012 22 november 2012
________________
Question écrite n° 5-7262 Schriftelijke vraag nr. 5-7262

de Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

van Yoeri Vastersavendts (Open Vld)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Données numériques - Vol - Recel - Code pénal - Condamnations - Plaintes - Pays-Bas Digitale gegevens - Diefstal - Heling - Strafwetboek - Veroordelingen - Klachten - Nederland 
________________
droit pénal
criminalité informatique
protection des données
vol
poursuite judiciaire
statistique officielle
police
strafrecht
computercriminaliteit
gegevensbescherming
diefstal
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek
politie
________ ________
22/11/2012Verzending vraag
25/5/2013Rappel
18/12/2013Rappel
20/3/2014Herkwalificatie
22/11/2012Verzending vraag
25/5/2013Rappel
18/12/2013Rappel
20/3/2014Herkwalificatie
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-7261
Requalifiée en : demande d'explications 5-4930
Aussi posée à : question écrite 5-7261
Requalifiée en : demande d'explications 5-4930
________ ________
Question n° 5-7262 du 22 novembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7262 d.d. 22 november 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Plusieurs dossiers concernant le vol de biens numériques, tels que codes sources, e-mails ou autres documents, ont été classés sans suite par le Nederlandse Hoge Raad ces dernières années, tout simplement parce que selon le Code pénal, ou le Code civil, en matière civile, il n'était pas question de vol. De ce fait, il devient difficile d'établir la preuve du recel car pour qu'il y ait recel, il faut qu'il y ait commerce de biens dont le bénéficiaire devrait savoir qu'ils proviennent d'un vol.

Un tout nouvel article de loi qui éluderait les définitions initiales de vol et de recel semble, selon plusieurs juristes néerlandais dont Van Bergen et Weij, la solution la plus adaptée pour lutter contre le commerce des données de cartes de crédit.

Le ministre néerlandais Opstelten souhaite dès lors introduire dans le Code pénal un article séparé à ce sujet. Cela fait partie d'un nouveau plan politique. Le ministre y voit quatre points forts : l'infiltration d'ordinateurs et l'installation de software sur ceux-ci, l'exploration à distance des données contenues dans les ordinateurs, quel que soit le pays où ils se trouvent, le fait de rendre, à distance, ces données inaccessibles et le fait de rendre punissable le recel de données numériques.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes à la ministre :

1) La ministre estime-t-elle qu'il conviendrait également d'insérer dans notre Code pénal un article spécifique qui rend punissable le recel de données numériques ? Dans la négative, pourquoi? Dans l'affirmative, je souhaiterais obtenir des détails quant au contenu et aux délais ?

2) La ministre peut-elle indiquer combien de personnes ont été condamnées ces trois dernières années pour recel de données numériques ? Peut-elle expliquer ces chiffres et dégager une tendance ?

3) La ministre peut-elle indiquer combien de plaintes ont été déposées ces trois dernières années pour vol et recel de données numériques ?

4) Peut-elle indiquer quel pourcentage ou quel nombre de plaintes déposées pour vol et recel de données numériques ont donné lieu à des poursuites effectives ?

5) La police peut-elle, sur la base de l'actuelle réglementation, pénétrer dans des ordinateurs et y placer des logiciels ? La ministre peut-elle indiquer si cette réglementation est suffisante ou est-elle favorable à une extension, à l'instar des Pays-Bas ?

 

Diverse zaken betreffende diefstal van digitale goederen, zoals broncode, e-mails of andere documenten, zijn in afgelopen jaren voor de Nederlandse Hoge Raad gesneuveld, simpelweg omdat er volgens het Wetboek van Strafrecht, en in civiele zaken het Burgerlijk Wetboek, geen sprake was van diefstal. Daardoor wordt een bewezenverklaring van heling een moeilijke zaak, omdat dat gaat om handel in goederen waarvan de ontvanger zou moeten weten dat deze afkomstig zijn van diefstal.

Een heel nieuw wetsartikel, waarin de oorspronkelijke definities van diefstal en heling worden ontweken, lijkt volgens diverse Nederlandse rechtsgeleerden waaronder Van Bergen en Weij de meest pasklare oplossing voor de bestrijding van handel in creditcardgegevens.

De Nederlandse minister Opstelten wil dan ook een apart artikel hieromtrent in het Strafwetboek invoeren . Dit maakt deel uit van een nieuw beleidsplan. De minister ziet daarin vier speerpunten: het binnendringen van computers en het plaatsen van software op die computers, het op afstand doorzoeken van computers, ongeacht in welk land die staan, het op afstand ontoegankelijk maken van die gegevens en het strafbaar maken van het helen van digitale gegevens.

Graag had ik de minister dan ook volgende vragen voorgelegd:

1) Meent de minister dat er ook in ons Strafwetboek behoefte is aan een specifiek artikel dat het helen van digitale gegevens strafbaar maakt? Zo neen, waarom niet? Zo ja, graag een concrete toelichting over de inhoud en de timing.

2) Kan de minister aangeven hoeveel mensen respectievelijk de jongste drie jaar voor heling van digitale gegevens werden veroordeeld ? Kan de minister deze cijfers toelichten en is er sprake van een tendens?

3) Kan zij toelichten hoeveel klachten er respectievelijk de jongste drie jaren werden ingediend voor diefstal en heling van digitale gegevens?

4) Kan zij aangeven in procenten en/of in concrete cijfers hoeveel van de ingediende klachten van diefstal en helling van digitale gegevens tot een daadwerkelijke invervolgingstelling hebben geleid ?

5) Kan de politie , op basis van de huidige regelgeving, binnendringen in computers en er software plaatsten? Kan de minister aangeven of deze regelgeving volstaat en of zij voorstander is van een uitbreiding naar Nederlands voorbeeld?