SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
4 septembre 2012 4 september 2012
________________
Question écrite n° 5-6992 Schriftelijke vraag nr. 5-6992

de Bart Tommelein (Open Vld)

van Bart Tommelein (Open Vld)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Liaison ferroviaire belgo-néerlandaise - Ligne à grande vitesse - Liaison Fyra - Position de la Société nationale des chemins de fer belges - Train Benelux Treinverbinding België-Nederland - Hogesnelheidslijn - FYRA-verbinding - Houding Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen - Benelux-trein 
________________
transport ferroviaire
transport à grande vitesse
Société nationale des chemins de fer belges
Benelux
Pays-Bas
transport transfrontalier
transport de voyageurs
vervoer per spoor
snelvervoer
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
Benelux
Nederland
grensoverschrijdend vervoer
reizigersvervoer
________ ________
4/9/2012Verzending vraag
12/11/2012Antwoord
4/9/2012Verzending vraag
12/11/2012Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-6991 Aussi posée à : question écrite 5-6991
________ ________
Question n° 5-6992 du 4 septembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6992 d.d. 4 september 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À court terme, le Fyra reliant Amsterdam et Breda ne va pas être prolongé vers Anvers. Selon les « Nederlandse Spoorwegen » (NS), il ne sera pas possible de faire rouler des navettes sur la ligne à grande vitesse entre Breda et Anvers avant le 1er janvier 2013.

D'après les horaires 2012 des NS, le train Benelux sera supprimé en septembre. C'est l'unique liaison entre le Brabant et la Belgique. À en croire la presse des Pays-Bas (Omroep Brabant), les chemins de fer belges ne seraient guère intéressés par cette liaison, même si les Pays-Bas en financent une bonne partie. L'entretien prévu entre les premiers ministres Rutte et Di Rupo, n'a pas encore eu lieu.

On se demande encore si, comme prévu, la liaison entre Amsterdam et Bruxelles via Rosendaal sera effectivement supprimée en septembre. En tant que vice-président du parlement Benelux, je trouve inadmissible qu'il ne soit plus possible de voyager en train, hormis l'onéreux TGV, entre les Pays-Bas et la Belgique.

Je souhaiterais donc poser au premier ministre les questions suivantes :

1) En votre qualité de premier ministre, vous a-t-on déjà parlé du retard pris par la liaison directe Fyra entre les Pays-Bas et la Belgique et pouvez-vous indiquer quand vous vous concerterez avec les autorités néerlandaises ? Quelle est votre position en la matière et reconnaissez-vous l'importance des navettes à grande vitesse entre la Belgique et les Pays-Bas ?

2) L'information en provenance des Pays-Bas selon laquelle la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) a des objections et ne serait pas encline à collaborer est-elle exacte ? Si oui, pourquoi la SNCB voit-elle des inconvénients alors que la majeure partie de la facture est supportée par les Pays-Bas ? Si non, comment allez-vous corriger cette information et cette perception chez nos voisins du Nord ?

3) Admettez-vous qu'il faut maintenir le train Benelux aussi longtemps que la liaison Fyra ne sera pas une réalité ? Dans l'affirmative, pouvez-vous précisez jusque quand le train Benelux continuera à rouler ? Dans la négative, pourquoi pas, eu égard au grand succès rencontré par cette liaison ?

4) Pouvez-vous indiquer le nombre annuel de voyageurs qui empruntent le train Benelux ?

 

De Fyra tussen Amsterdam en Breda wordt voorlopig niet doorgetrokken tot Antwerpen. Volgens de Nederlandse Spoorwegen (NS) lukt het in ieder geval niet om de hogesnelheidslijn (HSL)-shuttletrein vóór 1 januari 2013 tussen Breda en Antwerpen te laten rijden.

Volgens de dienstregeling 2012 van de NS wordt in september de Benelux-trein opgeheven. Dat is de enige treinverbinding tussen Brabant en België. Luidens de Nederlandse pers (Omroep Brabant) zouden de Belgische spoorwegen vooralsnog niet erg happig zijn om mee te werken aan deze verbinding, zelfs als Nederland dat goeddeels financiert. Een gepland gesprek hierover tussen de premiers Rutte en Di Rupo moet nog plaatsvinden.

Het is vooralsnog onduidelijk of de verbinding tussen Amsterdam en Brussel via Roosendaal inderdaad in september stopt, zoals gepland. Als vicevoorzitter van het Benelux-parlement vind ik het onaanvaardbaar dat er een periode komt waarin rechtstreeks reizen met de trein van Nederland naar België niet meer mogelijk is, met uitzondering van de duurdere hst.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Bent u als premier reeds aangesproken over het uitblijven van de rechtstreekse Fyra- verbinding tussen Nederland en België en kunt u aangeven wanneer u hieromtrent overleg gepland hebt met Nederland? Wat is uw standpunt hieromtrent en onderschrijft u het belang van de rechtstreekse verbinding per spoor tussen België en Nederland via de HSL-shuttletrein?

2) Klopt de informatie uit Nederland dat de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) bezwaren heeft en niet happig zou zijn om mee te werken? Zo ja, waarom heeft de NMBS bezwaren gezien Nederland het grootste deel van de factuur draagt? Zo neen, hoe gaat u deze berichtgeving en perceptie bij onze noorderburen rechttrekken?

3) Bent u het ermee eens dat de Benelux-trein moet worden gehandhaafd zolang de Fyra-verbinding nog geen realiteit is? Zo ja, kan u toelichten hoe lang de Benelux-trein nog gehandhaafd wordt? Zo neen, waarom niet gezien het grote succes van deze verbinding?

4) Kunt u aangeven op jaarbasis hoeveel reizigers gebruik maken van de Benelux-trein?

 
Réponse reçue le 12 novembre 2012 : Antwoord ontvangen op 12 november 2012 :
  1. J'ai discuté avec Mme Schultz de l’éventualité de la liaison Anvers-Breda. J'examinerai le bien fondé de ce dossier, en collaboration avec mon homologue néerlandais, sur base d’un dossier actualisé des deux transporteurs reprenant la faisabilité logistique et les conséquences financières de cette proposition.

    A cet égard, il ne faut pas oublier que Fyra et Thalys suivent le tracé du train à grande vitesse. Celui-ci a été aménagé le long de l'autoroute, à la demande de l'État néerlandais et, en 1996, la décision d'y laisser la gare de Roosendaal sur la gauche avait été prise de manière implicite. Ensuite, lorsque le matériel roulant commun a été défini au début des années 2000, les transporteurs ont obtenu une flotte de trains à grande vitesse pour la liaison Bruxelles-Amsterdam. Dès l’instant où ce matériel est fiable et homologué, et dès sa livraison, il sera immédiatement mis en service sur cet axe principal.

  2. La Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) est tout à fait prête à collaborer, sous certaines conditions, à l'exploitation demandée par les Pays-Bas mais elle ne souhaite pas assumer les conséquences financières de cette activité largement déficitaire. A ce propos, il est faux de déclarer que les Pays-Bas « prennent en charge la majeure partie de la facture ».

    Il ne faut pas oublier à cet égard, que le trafic ferroviaire international a été libéralisé. Il doit donc parvenir à un équilibre financier sur la base de recettes provenant de la vente de titres de transport.

  3. Je souscris à l’idée selon laquelle le train Benelux doit être maintenu tant que la liaison Fyra n'est pas encore une réalité. Dès la mise en service de Fyra, ce train classique sera toutefois supprimé.

    Vu les perspectives actuelles, il y a de fortes chances que le service Fyra soit opérationnel en décembre prochain. Cela dépend toutefois de l'autorisation de l'Etat néerlandais à exécuter les accords de coopération conclus entre les deux transporteurs.

  4. Le nombre de passagers ainsi que les autres données financières relatives à l'exploitation de trains en trafic international ne sont pas communiqués pour des raisons stratégiques liées à la concurrence.

  1. Ik heb Mevrouw Schultz gesproken over de mogelijkheid van de verbinding Antwerpen-Breda. Ik zal samen met mijn Nederlandse ambtsgenoot het Nederlandse voorstel op zijn merites onderzoeken, en dit op basis van een geactualiseerd dossier van beide vervoerders met daarin de logistieke maakbaarheid en financiële gevolgen van dit voorstel.

    Daarbij mag niet worden vergeten dat het tracé van de hogesnelheidstrein Fyra en Thalys volgen. Dit werd gelegd op verzoek van de Nederlandse Staat langsheen de autosnelweg en aldus in 1996 werd impliciet beslist om het station Roosendaal links te laten liggen. Vervolgens, toen begin jaren 2000 gezamenlijk rollend materieel gespecifieerd werd, beoogden vervoerders een vloot hogesnelheidstreinen voor de verbinding Brussel-Amsterdam. Zodra dit materieel betrouwbaar en gehomologeerd is, zal dit meteen na levering ingezet worden op deze hoofdas.

  2. De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) wil, onder bepaalde voorwaarden, graag meewerken aan de door Nederland gevraagde uitbating maar zij wenst de financiële gevolgen van deze uitermate verlieslatende activiteit niet te dragen. Het is daarbij fout te stellen dat Nederland “het grootste deel van de factuur draagt”.

    Daarbij mag niet vergeten worden dat het internationaal spoorverkeer geliberaliseerd werd. Het dient dus een financieel evenwicht te bereiken op basis van inkomsten uit de verkoop van vervoersbewijzen.

  3. Ik onderschrijf de idee dat de Beneluxtrein moet worden gehandhaafd zolang de Fyraverbinding nog geen realiteit is. Zodra Fyra in dienst treedt verdwijnt deze klassieke trein echter.

    Met de huidige inzichten is er een grote kans dat de Fyra-dienst in december van start gaat. Dit is wel afhankelijk van de toestemming van de Nederlandse Staat tot uitvoering van de samenwerkingsakkoorden tussen beide vervoerders.

  4. De passagiersaantallen en andere financiële gegevens die verband houden met de uitbating van treinen in het internationaal verkeer worden om strategische redenen die verband houden met concurrentie niet vrijgegeven.