SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
10 aôut 2012 10 augustus 2012
________________
Question écrite n° 5-6854 Schriftelijke vraag nr. 5-6854

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

au secrétaire d'État aux Affaires sociales, aux Familles et aux Personnes handicapées, chargé des Risques professionnels, adjoint à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de staatssecretaris voor Sociale Zaken, Gezinnen en Personen met een handicap, belast met Beroepsrisico's, toegevoegd aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Fonds des maladies professionnelles - Différences entre régions - Lien QE 5-5900 Fonds Beroepsziekten - Verschillen Gewesten - Link SV 5900 
________________
statistique officielle
répartition géographique
Fonds des maladies professionnelles
disparité régionale
maladie professionnelle
officiële statistiek
geografische spreiding
Fonds voor de Beroepsziekten
regionale verschillen
beroepsziekte
________ ________
10/8/2012Verzending vraag
19/6/2013Herkwalificatie
20/1/2014Antwoord
10/8/2012Verzending vraag
19/6/2013Herkwalificatie
20/1/2014Antwoord
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-3728 Requalifiée en : demande d'explications 5-3728
________ ________
Question n° 5-6854 du 10 aôut 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6854 d.d. 10 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Par cette question, je souhaite obtenir des précisions concernant les éléments fournis en réponse à ma QE 5-5900.

La réponse du secrétaire d'État fait apparaître d'importantes différences entre les régions, en ce qui concerne tant le nombre de personnes indemnisées pour maladie professionnelle que les premières demandes.

1. Le secrétaire d'État peut-il expliquer les différences étonnantes constatées entre les régions ? Dans quelles provinces, régions et secteurs relève-t-on les plus grandes différences entre régions ?

2) Fait-on en sorte, dans certaines provinces, régions ou secteurs, de prévenir/limiter le nombre de maladies professionnelles ?

3. Le secrétaire d'État se concerte-t-il avec la branche des conseillers en prévention-médecins du travail ?

 

Deze vraag strekt ertoe toelichting te bekomen bij het antwoord op mijn SV 5-5900.

Uit uw antwoord blijken grote verschillen tussen de gewesten, zowel wat betreft het aantal personen dat vergoed wordt voor een beroepsziekte als wat betreft de eerste aanvragen.

1. Kan de staatssecretaris de opmerkelijke verschillen tussen de gewesten verklaren ? In welke provincies, regio's en sectoren situeren zich de grootste verschillen tussen de gewesten ?

2. Zijn er bepaalde provincies, regio's of sectoren die bijzondere aandacht genieten om het aantal beroepszieken te voorkomen/beperken ?

3. Pleegt de staatssecretaris overleg met de sector van de preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren?

 
Réponse reçue le 20 janvier 2014 : Antwoord ontvangen op 20 januari 2014 :

En réponse à vos questions, je peux vous communiquer ce qui suit :

1. Concernant le nombre de personnes indemnisées les indemnités pour incapacité permanente (contrairement aux indemnités pour incapacité temporaire) sont souvent versées à la suite d’une exposition qui s’est produite dans un passé plus ou moins lointain. Or l’industrie lourde était principalement située en Wallonie, avec un risque de maladie professionnelle plus élevé. Lorsque l’on observe l’évolution du nombre de personnes indemnisées, on constate dans les deux parties du pays une diminution en chiffres absolus, mais en chiffres relatifs, la Flandre est progressivement en train de rattraper la Wallonie.

Concernant les premières demandes,  les chiffres ne disent pas grand-chose par eux-mêmes. En effet, ils ne donnent pas d’indication quant au nombre de reconnaissances ultérieures. D’après le rapport annuel du Fonds des maladies professionnelles relatif à 2011, 50,2% des reconnaissances concernent la Wallonie, 45,1% la Flandre (et 4,7% Bruxelles et l’étranger).

2. Actuellement, il n’y a pas de provinces, régions ou secteurs qui bénéficient d’une attention particulière en matière de prévention des maladies professionnelles.

Le Fonds des maladies professionnelles s’efforce en effet de traiter tous ses assurés sociaux de la même manière. Il est toutefois envisageable qu’un secteur particulier reçoive à l’avenir une attention particulière dans le but de prévenir des maladies professionnelles. On peut penser par exemple à une radiographie du secteur du traitement des bagages dans les aéroports, dans le but de prévenir les lésions dorsales.

3. La médecine du travail relève de la compétence du ministre de l’Emploi, mais il y a néanmoins des contacts réguliers entre le Fonds des maladies professionnels et les conseillers en prévention-médecins du travail (externes et internes).

In antwoord op uw vragen, kan ik u het volgende meedelen:

1. Betreffende het aantal vergoede personen, zijn de vergoedingen voor blijvende ongeschiktheid (in tegenstelling tot de vergoeding voor tijdelijke ongeschiktheid) dikwijls verschuldigd omwille van een blootstelling welke zich in een min of meer ver verleden situeert. De zware industrie situeerde zich immers vooral in Wallonië met een hoger risico op beroepsziekten. Wanneer men de trend van het aantal vergoede personen bekijkt, dan is de trend in beide landsdelen dalend in absolute cijfers; maar verhoudingsgewijs is Vlaanderen de achterstand ten opzichte van Wallonië stilaan aan het inlopen.

Betreffende de eerste aanvragen zijn op zich de cijfers van de eerste aanvragen weinigzeggend. Deze cijfers geven immers geen aanduiding over het aantal erkenningen die erop volgen. Volgens het jaarrapport van het Fonds voor de beroepsziekten over 2011 situeren zich 50,2% van de erkenningen in Wallonië; 45,1% in Vlaanderen (en 4,7% in Brussel en het buitenland).

2. Op dit ogenblik zijn er geen provincies, regio’s of sectoren die een bijzondere aandacht genieten ter voorkoming van de beroepsziekten.

Het Fonds voor de beroepsziekten streeft er immers naar om al haar sociaal verzekerden op gelijke wijze te behandelen. Wel is het denkbaar dat in de toekomst een bepaalde sector een bijzondere aandacht krijgt ter preventie van beroepsziekten. Zo kan er worden gedacht aan een doorlichting van de sector bagagebehandeling op vliegvelden, ter voorkoming van rugletsels.

3. De arbeidsgeneeskunde valt onder de bevoegdheid van de Minister van Werkgelegenheid, maar er zijn wel regelmatige contacten tussen het Fonds voor de beroepsziekten en de (externe en interne) preventieadviseurs-arbeidsgeneesheren.