SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
18 juillet 2012 18 juli 2012
________________
Question écrite n° 5-6769 Schriftelijke vraag nr. 5-6769

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Le statut OMNIO Het OMNIO-statuut 
________________
OMNIO
statistique officielle
répartition géographique
OMNIO
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
18/7/2012Verzending vraag
1/8/2012Antwoord
18/7/2012Verzending vraag
1/8/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2374 Requalification de : demande d'explications 5-2374
________ ________
Question n° 5-6769 du 18 juillet 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6769 d.d. 18 juli 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 1er avril 2007, le système de l'intervention majorée de l'assurance a été réformé en profondeur. Depuis lors, c'est le statut OMNIO qui est en vigueur, en remplacement du statut VIPO qui était appliqué depuis 2002.

J'aimerais que la ministre réponde aux questions suivantes.

Je souhaiterais obtenir des chiffres bruts, à savoir des chiffres non standardisés. C'est important pour pouvoir suivre l'évolution dans le temps. Lorsque l'Institut national d'assurance maladie-invalidité (INAMI) standardise les données, je ne peux plus effectuer de comparaison avec les années antérieures. En cas de standardisation, on doit du reste être attentif aux facteurs pouvant être pris en compte.

1) À combien le montant des dépenses liées au statut OMNIO s'élevait-il en 2008, 2009, 2010 et durant le premier semestre de 2011 ? La ministre peut-elle ventiler les chiffres par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

2) Combien d'allocataires sociaux ont-ils bénéficié du statut OMNIO en 2008, 2009, 2010 et durant le premier semestre de 2011 ? La ministre peut-elle ventiler les chiffres par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

 

Sinds 1 april 2007 werd het stelsel van de verhoogde verzekeringstegemoetkomingen grondig hervormd. Sindsdien is het OMNIO-statuut in werking, ter vervanging van het WIGW-statuut dat sinds 2002 in voege was.

In dit verband had ik van de minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen.

Graag had ik bruto, niet-gestandaardiseerde cijfers gekregen. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Als het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering (RIZIV) de cijfers zou standaardiseren, kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet er trouwens over worden gewaakt welke factoren in rekening kunnen worden gebracht.

1) Hoeveel bedroegen de uitgaven voor het OMNIO-statuut 2008, 2009, 2010 en de eerste helft van 2011? Kan de minister de cijfers opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

2) Hoeveel sociaal verzekerden genoten van het OMNIO-statuut in 2008, 2009, 2010 en de eerste helft van 2011? Kan de minister de cijfers opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

 
Réponse reçue le 1 aôut 2012 : Antwoord ontvangen op 1 augustus 2012 :

Le statut OMNIO a été instauré le 1er avril 2007. Il ne se base que sur la condition de  revenu pour accorder l’intervention majorée alors que pour avoir le statut BIM, il faut, en plus des conditions de revenus, disposer d’une qualité particulière (pensionné, invalide, chômeur de longue durée, famille monoparentale…).Le statut OMNIO est donc devenu une des qualités pour obtenir l’intervention majorée. Le nombre d’assurés qui ont bénéficié du statut OMNIO sur base d’une déclaration sous serment signée, dans les années 2008 jusque et y compris 2011, est présenté dans le tableau ci-dessous.

 

Bénéficiaires OMNIO au 30 juin

Région

2008

2009

2010

2011

Bruxelles-Capitale

26.436

46.688

61.386

64.725

Flandre

53.409

77.944

96.577

104.421

Wallonie

53.670

76.757

91.401

89.206

(blank)

294

410

408

571

Total

133.809

201.799

249.772

258.923

Puisque le statut OMNIO est venu s’intégrer dans le régime préférentiel, il est encodé de la même façon au niveau des organismes assureurs pour les dépenses et il n’est donc pas possible au niveau des dépenses de faire la distinction entre celles qui relèvent exclusivement du statut BIM (conditions de revenu + qualité) et celles qui relèvent du statut OMNIO. Il ne peut donc pas être répondu à votre première question.

Op 1 april 2007 werd het OMNIO-statuut ingevoerd. Het OMNIO-statuut is complementair met het statuut van voorkeurregeling. Het baseert zich enkel op de inkomensvoorwaarden om de verhoogde tegemoetkoming toe te kennen, daar waar men voor het statuut van voorkeurregeling, bovenop de inkomensvoorwaarde, ook aan een bepaalde “hoedanigheid” moet voldoen (gepensioneerde, invalide, langdurig werkloze, eenoudergezin…) Het OMNIO-statuut is dus één van de hoedanigheden geworden om de verhoogde tegemoetkoming te verkrijgen. Het aantal verzekerden die het OMNIO-statuut verkregen hebben op basis van een getekende verklaring op erewoord in de jaren 2008 tot en met 2011 vindt u in onderstaande tabel.

 

Aantal OMNIO rechthebbenden op 30 juni

Gewest

2008

2009

2010

2011

Brussels Hoofdstedelijk Gewest

26.436

46.688

61.386

64.725

Vlaams Gewest

53.409

77.944

96.577

104.421

Waals Gewest

53.670

76.757

91.401

89.206

(blank)

294

410

408

571

Totaal

133.809

201.799

249.772

258.923

Aangezien het OMNIO-statuut in de voorkeursregeling geïntegreerd werd, wordt het dus op dezelfde wijze gecodeerd voor wat de uitgaven betreft door de verzekeringsinstellingen. Het is dan ook niet mogelijk om op het vlak van de uitgaven het onderscheid te maken tussen de uitgaven die enkel verbonden zijn met het statuut verhoogde tegemoetkoming (inkomensvoorwaarde en bepaalde hoedanigheid) en de uitgaven die enkel verbonden zijn met het OMNIO-statuut. Ik kan dan ook geen antwoord geven op uw eerste vraag.