SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
13 juin 2012 13 juni 2012
________________
Question écrite n° 5-6460 Schriftelijke vraag nr. 5-6460

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Les investissements futurs de la SCNB De toekomstige investeringen van de NMBS 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
réseau ferroviaire
sécurité des transports
véhicule sur rails
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
spoorwegnet
veiligheid van het vervoer
voertuig op rails
________ ________
13/6/2012Verzending vraag
26/6/2012Antwoord
13/6/2012Verzending vraag
26/6/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2283 Requalification de : demande d'explications 5-2283
________ ________
Question n° 5-6460 du 13 juin 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6460 d.d. 13 juni 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La SNCB demande, dans son projet de plan d'investissement 2013-2025, plus de 25 milliards d'euros supplémentaires à l'autorité fédérale. Selon la description, il apparaît que la majeure partie des investissements sont considérés comme indispensables pour le fonctionnement adéquat et sûr du transport ferroviaire. Cette somme comprend entre autres 7,2 milliards d'euros destinés à une rénovation en profondeur du réseau ferroviaire existant, 5,2 milliards d'euros à affecter à la sécurité du réseau ferroviaire et du matériel roulant et 4 milliards à investir dans du nouveau matériel roulant.

Il s'agit de montants considérables, tant en termes relatifs qu'absolus, surtout si l'on considère les difficultés budgétaires de notre pays. De plus, le réseau sera soumis à une pression de plus en plus forte. La SNCB estime que le nombre de kilomètres/voyageur augmentera chaque année de 2,2 %. Sans investissements, la sécurité et le service seront donc incontestablement compromis. Par ailleurs, le plan ne prévoit rien pour la jonction Nord-Midi qui, selon la SNCB, va irrémédiablement s'obstruer au cours des dix prochaines années.

En résumé, les besoins de la SNCB sont considérables mais les moyens semblent manquer et on compte sur l'autorité fédérale pour les procurer.

Comment le ministre évalue-t-il les propositions de la SNCB ? Dans quelle mesure et pour quels volets l'urgence est-elle suffisante pour justifier une intervention financière ? Quels volets le ministre juge-t-il les moins urgents et donc non prioritaires ? De quelle manière le ministre compte-t-il relever ces défis (financiers) ? Espère-t-il recevoir un soutien suffisant de ses collègues ? Que se passera-t-il si on ne trouve pas les moyens supplémentaires nécessaires ? La sécurité de notre transport ferroviaire sera-t-elle dès lors dangereusement compromise ?

 

De NMBS vraagt in haar ontwerp van investeringsplan 2013-2025 ruim 25 miljard euro extra aan de federale overheid. Uit de beschrijving blijkt dat het merendeel van de investeringen als onontbeerlijk wordt beschouwd voor een adequate en veilige werking van het treinvervoer. Die som bevat zitten onder andere 7,2 miljard euro voor een grondige renovatie van het bestaande spoorwegnet, 5,2 miljard euro voor de veiligheid van het spoorwegnet en het treinmateriaal en 4 miljard om te investeren in nieuw treinmaterieel.

Het gaat om enorme bedragen, relatief en absoluut, zeker gezien de krappe budgettaire toestand. Bovendien zal de druk op het spoorwegnet alleen maar toenemen. De NMBS schat dat het aantal reizigerskilometers jaarlijks met 2,2 procent zal groeien. Zonder investeringen komen veiligheid en dienstverlening dus ontegensprekelijk in het gedrang. Bovendien vermeldt het plan niets over de Noord-Zuidverbinding in Brussel die volgens de NMBS de komende tien jaar hopeloos zal dichtslibben.

Samengevat, de nood van de NMBS is zeer hoog, maar de middelen lijken te ontbreken en worden van de federale overheid verwacht.

Hoe evalueert en beoordeelt de minister de voorstellen van de NMBS? In welke mate en voor welke onderdelen is de urgentie voldoende hoog om er financieel aan tegemoet te komen? Welke onderdelen beoordeelt de minister als minder dringend en dus niet prioritair? Op welke wijze denkt de minister tegemoet te kunnen komen aan die (financiële) uitdagingen? Vermoedt en verwacht hij voldoende steun bij zijn collegae? Wat indien de extra middelen niet worden gevonden, komt de veiligheid van ons treinverkeer dan inderdaad ernstig in het gedrang?

 
Réponse reçue le 26 juin 2012 : Antwoord ontvangen op 26 juni 2012 :

Le plan d'investissement actuel s’étend de 2001 à 2012. Les contrats de gestion prévoient que les trois sociétés du Groupe Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) formulent une proposition pour un nouveau plan d’investissement à long terme pour la période 2013 à 2025. La SNCB Holding m’a transmis une proposition en avril. Ces propositions sont la base d’un vaste tour de discussion et nous ne sommes pas encore aux décisions définitives ni aux montants définitifs qui seront affectés ni à la liste des projets qui seront déterminés.

En concertation avec les services de la SNCB, j’organise une concertation afin de vérifier en détail que toutes les demandes sont bien nécessaires et si certaines choses ne peuvent pas être moins chères. Les experts du Service public fédéral (SPF) Mobilité et Transports rédigent également une analyse critique des propositions. La première version du plan d'investissement évoluera bien encore dans les mois à venir.

Mes priorités sont claires et correspondent à l’accord de gouvernement: tout d’abord, la sécurité et la ponctualité doivent être garanties. Aucune économie ne sera faite sur la sécurité du rail et des trains. Le réseau ferroviaire existant doit continuer à être maintenu dans un bon état. Nous devons, par la suite, voir comment la croissance attendue du trafic, positive pour la mobilité et l'environnement, peut être absorbée. L’accord de gouvernement prévoit que notre pays mettra en œuvre une politique ferroviaire ambitieuse.

Je concerterai le gouvernement fédéral au sujet des ressources financières qui peuvent être libérées entre aujourd’hui et 2025 pour cette politique ferroviaire ambitieuse. Le contexte budgétaire restreindra les possibilités ces premières années, mais il devrait être possible de réaliser plus de choses après 2015. Le débat européen souligne de plus en plus qu’une stratégie de croissance est nécessaire pour sortir de la récession. En raison de leur effet multiplicateur important, les investissements dans les infrastructures de base sont essentiels à cet égard.

Dans un même temps, je consulterai largement les Régions, responsables de la mobilité, de l'aménagement du territoire et de l'environnement. Elles apportent une contribution importante au débat sur le développement du rail dans notre pays. L'accord de gouvernement prévoit en particulier que les Régions peuvent cofinancer certains projets d'investissement. Nous conclurons des accords à ce sujet.

Enfin, la Belgique n'est pas une île. Notre système ferroviaire doit parfaitement s'intégrer dans les grands réseaux de transport européens, les lignes à grande vitesse et des corridors de fret. Les investissements qui préparent notre réseau ferroviaire à la dimension européenne et qui raccordent les grandes villes, les ports et les aéroports pourront aussi compter sur un soutien financier de l'Union européenne.

Vous remarquerez que nous sommes aujourd’hui à l’aube d'une période où un vaste dialogue sera mené avec de nombreux partenaires, qui impliquera inévitablement des choix. Je ferai tout mon possible pour mener un dialogue constructif, basé sur des données objectives et pour parvenir à un résultat final équilibré pour la fin de l'automne.

Het huidige investeringsplan loopt van 2001 tot 2012. In de beheerscontracten was overeengekomen dat de drie bedrijven van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) Groep een voorstel zouden uitwerken voor een nieuw lange termijn investeringsplan voor de periode 2013 tot 2025. De NMBS Holding heeft mij een voorstel bezorgd in april. Over die voorstellen is nu een uitgebreide discussieronde gestart, en we zijn nog niet aan definitieve beslissingen toe, noch over de uiteindelijke bedragen die zullen toegekend worden, noch over de lijst van projecten die zal vastgelegd worden.

Ik organiseer overleg met de NMBS-diensten om in detail na te gaan of alles wat gevraagd wordt wel nodig is, en of sommige zaken niet goedkoper kunnen. De experten van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer maken ook een kritische analyse van de voorstellen. De eerste versie van het investeringsplan zal in de komende maanden nog heel wat evolueren.

Mijn prioriteiten zijn duidelijk en stemmen overeen met het regeerakkoord : in de eerste plaats moeten de veiligheid en de stiptheid gegarandeerd zijn. Er zal niets bespaard worden op de beveiliging van het spoornet en van de treinen. Het bestaande spoornet moet in degelijke staat onderhouden blijven. Daarna moeten we zien hoe we de verdere groei van het treinverkeer, die iedereen verwacht, en die goed is voor de mobiliteit en voor het milieu, kunnen opvangen. Het regeerakkoord stelt dat ons land een ambitieus spoorbeleid zal voeren.

Binnen de federale regering zal ik overleg plegen over de financiële middelen die tussen nu en 2025 kunnen vrijgemaakt worden voor zo’n ambitieus spoorbeleid. In de eerste jaren zal de budgettaire context niet veel ruimte toelaten, maar na 2015 moet het mogelijk zijn om meer te doen. Steeds meer wordt in het Europese debat benadrukt dat een groeistrategie nodig is om uit de recessie te geraken. Investeringen in basisinfrastructuur zijn daarvoor cruciaal, vanwege hun groot multiplicatoreffect.

Tegelijk zal ik uitgebreid overleggen met de Gewesten, die bevoegd zijn voor mobiliteit, voor ruimtelijke ordening en voor milieu. Zij hebben een belangrijke inbreng in de discussie over de ontwikkeling van het spoor in ons land. Het regeerakkoord voorziet met name dat de Gewesten sommige investeringsprojecten kunnen cofinancieren. Wij zullen daar afspraken over maken.

Tenslotte is België geen eiland. Ons spoorsysteem moet perfect inpassen in de grote Europese vervoersnetwerken, de hogesnelheidslijnen, en de vrachtcorridors. Investeringen die ons spoornet klaarmaken voor die Europese dimensie, en de grote metropolen, de havens en de luchthavens met elkaar verbinden, zullen ook op financiële steun van de Europese unie kunnen rekenen.

U ziet dat we nu aan het begin staan van een periode waarin een ruime dialoog met veel betrokken partners zal gevoerd worden, waarin onvermijdelijk keuzes zullen moeten gemaakt worden. Ik zal er alles aan doen om een constructieve dialoog mogelijk te maken, op basis van objectieve gegevens, en om tot een evenwichtig eindresultaat te komen voor het einde van het najaar.