SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
31 mai 2012 31 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6395 Schriftelijke vraag nr. 5-6395

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Le moratoire relatif au nombre de dialyses low care Het moratorium op het aantal low-caredialyses 
________________
maladie du sang
thérapeutique
maladie rénale
bloedziekte
geneeswijze
nieraandoening
________ ________
31/5/2012Verzending vraag
26/6/2012Antwoord
31/5/2012Verzending vraag
26/6/2012Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2343 Requalification de : demande d'explications 5-2343
________ ________
Question n° 5-6395 du 31 mai 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6395 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il y a, à ma connaissance, un moratoire relatif au nombre de dialyses low care en Belgique. Ce moratoire s'explique d'une part par un souci budgétaire mais d'autre part aussi, par un souci de qualité. Il n'est pas intéressant d'organiser une dialyse low care si le nombre de patients susceptibles d'y avoir recours se compte sur les doigts d'une main.

Mes questions sont les suivantes :

1) Un moratoire existe-t-il bien ?

2) Le respect du moratoire sur les dialyses low care est-il contrôlé ?

3) De quelle manière ?

4) La ministre a-t-elle connaissance de l'existence de dialyses low care auxquelles le moratoire ne s'applique pas ou de la création de dialyses low care qui seraient « hors moratoire » ?

 

Naar mijn weten is er een moratorium op het aantal low-care dialyses in België. Dit heeft enerzijds een budgettaire oorsprong, maar anderzijds ook een van kwalitatieve aard. Het gaat niet op een low-care dialyse te organiseren als men het aantal patiënten dat hiervoor in aanmerking komt op een hand kan tellen. Vandaar volgende vragen:

1) Is er een moratorium?

2) Wordt het moratorium low-care dialyses gehandhaafd?

3) Op welke wijze wordt dit gehandhaafd?

4) Heeft de minister weet van het bestaan van low-care dialyses die buiten het moratorium vallen of het oprichten van nieuwe low-care dialyses die dan "buiten het moratorium" zouden vallen?

 
Réponse reçue le 26 juin 2012 : Antwoord ontvangen op 26 juni 2012 :

Il y a un moratoire en vertu des dispositions de l’article 59 de la loi sur les hôpitaux qui précise que le nombre de services d’hémodialyse dans un hôpital et le nombre de service d’auto-dialyse collective sont limités au nombre qui avait été agréé le 23 décembre 1994 conformément aux normes d’agrément en vigueur.

Deux dérogations sont prévues :

  • Pour les services d’auto-dialyse collective à condition que le service se situe dans un centre agréé de traitement des insuffisances rénales qui peut être organisé en polyclinique (arrêté royal du 1er mars 1999).

  • Une deuxième dérogation concerne le cas où un service supplémentaire d’hémodialyse chronique peut s’ajouter s’il s’agit d’un service dans une communauté/région qui n’avait pas encore ce service (Communauté germanophone) (arrêté royal du 12 septembre 2001).

Il s’agit ici de services qui sont reconnus par les entités fédérées. Il leur revient de maintenir les normes d’agrément et le moratoire.

Je n’ai pas connaissance de l’existence de centres non agréés de dialyse.

Seuls les centres agréés entrent en ligne de compte pour le remboursement par l’assurance maladie.

Je tiens aussi à rappeler que j’ai demandé une évaluation au Conseil national des établissements hospitaliers sur le cadre réglementaire actuel, qui a été fixé il y a déjà quinze ans.

Er is een moratorium volgens de bepalingen van artikel 59 van de ziekenhuiswet dat stelt dat het aantal diensten voor hemodialyse in een ziekenhuis en het aantal diensten voor collectieve autodialyse worden beperkt tot het aantal dat op 23 december 1994 erkend was overeenkomstig de desbetreffende van kracht zijnde erkenningsnormen.

Daarop zijn twee afwijkingen voorzien:

  • voor de diensten voor collectieve autodialyse op voorwaarde dat de dienst zich situeert binnen en erkend centrum voor behandeling van chronische nierinsufficiëntie dat polycentrisch georganiseerd kan zijn (koninklijk besluit van 1 maart 1999);

  • een tweede afwijking is dat er bijkomend een dienst voor chronische hemodialyse mag bijkomen wanneer het een dienst betreft in een gemeenschap/ gewest dat nog geen dergelijke dienst had (Duitstalige Gemeenschap) (koninklijk besluit van 12 september 2001)

Het gaat hier om diensten die erkend worden door de Gemeenschappen/Gewesten. Zij waken erover dat de erkenningsnormen en het moratorium worden gehandhaafd.

Ik heb geen weet van het bestaan van niet erkende diensten voor dialyse.

Enkel de erkende diensten komen in aanmerking voor terugbetaling door de ziekteverzekering.

Tenslotte kan ik u meedelen dat ik een evaluatie gevraagd heb aan de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen over het huidige reglementaire kader, dat reeds vijftien jaar geleden is vastgelegd.