SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
15 mars 2012 15 maart 2012
________________
Question écrite n° 5-5877 Schriftelijke vraag nr. 5-5877

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Drogues - Produits quotidiens - Drogues "maison" - Évolution - Politique Drugs - Dagelijkse producten - "Huis-tuin-en-keukendrugs" - Evolutie - Beleid 
________________
stupéfiant
verdovend middel
________ ________
15/3/2012Verzending vraag
2/4/2012Antwoord
15/3/2012Verzending vraag
2/4/2012Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6146 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6146
________ ________
Question n° 5-5877 du 15 mars 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5877 d.d. 15 maart 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La problématique de la drogue est souvent perçue à tort comme liée à des variétés de drogues connues, telles que la cocaïne ou l'XTC, produites ou importées en Belgique et distribuées par de petits dealers. Ces dernières années, on a connaissance de plus en plus de faits où des produits d'usage quotidien sont utilisés comme narcotiques. Sur l'internet, on trouve par exemple des recettes permettant de fabriquer soi-même le produit de narcose GHB, on y fait mention des boutiques où l'on peut acheter les ingrédients nécessaires pour le faire soi-même. Le gaz des briquets est aussi utilisé comme drogue, comme on a malheureusement pu le constater avec le décès d'une jeune de fille de 14 ans, le 31 octobre 2011 à Turnhout. La popularité de ces drogues « maison » mérite donc une plus grande attention.

Mes questions à la ministre sont les suivantes :

1) Quelles sont les évolutions perceptibles en matière de consommation de ces drogues « maison » ? Quels sont les produits régulièrement rencontrés ?

2) Combien de constatations de possession de ces drogues « maison » ou d'intoxication par ces drogues a-t-on faites ces dernières années ? J'aimerais la ventilation annuelle.

3) Existe-t-il des différences régionales quant à l'usage de ces drogues « maison » ? Si oui, lesquelles ?

4) Constate-t-on des tendances claires quant à l'âge des utilisateurs de ces drogues « maison » ? Si oui, lesquelles ?

5) Quelles conclusions la ministre tire-t-elle de ces données ? Comment traiter ce problème de manière optimale ?

 

De drugsproblematiek wordt vaak onterecht verengd tot een probleem van gekende drugssoorten zoals cocaïne of XTC die in België geproduceerd of ingevoerd worden en via kleine dealers worden verdeeld. De laatste jaren raken meer en meer feiten bekend waarbij dagelijkse producten als verdovend middel worden gebruikt. Op het internet kan je bijvoorbeeld recepten vinden om zelf GHB te produceren waarbij de doe-het-zelfzaken vermeld zijn waar je de benodigde producten kan aankopen. Ook aanstekergas wordt als verdovend middel gebruikt, zoals jammerlijk genoeg gebleken is bij het dodelijke ongeval van een 14-jarig meisje op 31 oktober 2011 in Turnhout. De populariteit van deze "huis-tuin-en-keukendrugs" verdient dus nadere aandacht.

Vandaar mijn vragen aan de minister:

1) Welke evoluties zijn merkbaar inzake het gebruik van deze huis-tuin-en-keukendrugs? Welke producten worden geregeld aangetroffen?

2) Hoeveel vaststellingen zijn de afgelopen jaren gedaan van het bezit van deze huis-tuin-en-keukendrugs of van intoxicatie erdoor? Graag uitgesplitst per jaar.

3) Zijn er duidelijke regionale verschillen merkbaar bij het gebruik van deze huis-tuin-en-keukendrugs? Zo ja, welke?

4) Zijn er duidelijke tendensen inzake leeftijd merkbaar bij het gebruik van deze huis-tuin-en-keukendrugs? Zo ja, welke?

5) Welke conclusies trekt de minister uit deze gegevens? Op welke wijze kan dit probleem optimaal worden aangepakt?

 
Réponse reçue le 2 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 2 april 2012 :

Ces données ne sont pas disponibles au sein de mon département.

Je vous renvoie vers ma collègue, la ministre de la Santé Publique.

Deze gegevens zijn binnen mijn departement niet beschikbaar.

Ik verwijs u door naar mijn collega, de minister van Volksgezondheid.