SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
19 janvier 2012 19 januari 2012
________________
Question écrite n° 5-5334 Schriftelijke vraag nr. 5-5334

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Le cadastre des professions médicales Het kadaster voor medische beroepen 
________________
médecin
médecine générale
profession de la santé
base de données
accès à la profession
profession paramédicale
dokter
algemene geneeskunde
beroep in de gezondheidszorg
gegevensbank
toegang tot het beroepsleven
paramedisch beroep
________ ________
19/1/2012Verzending vraag
11/3/2013Antwoord
19/1/2012Verzending vraag
11/3/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-1660 Requalification de : demande d'explications 5-1660
________ ________
Question n° 5-5334 du 19 janvier 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5334 d.d. 19 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Ma dernière question (5-1675) concernant le cadastre des professions médicales date du 7 mars 2011. J'y demandais un état de la situation et de l'opérationnalité du cadastre des professions médicales. Je demandais aussi à connaître les résultats des enquêtes auprès des généralistes et des spécialistes, afin d'intégrer au cadastre ces données nécessaires pour rendre un avis relatif aux quotas. En outre, il est également nécessaire que les kinésithérapeutes, les dentistes, les infirmiers, etc. soient pris en considération.

En réponse à ma question, la ministre a pu me dire que le cadastre pour appuyer les missions du service était totalement opérationnel. En ce qui concerne la communication avec les professions médicales et certainement la planification de l'offre médicale, le cadastre présente toutefois encore un grand nombre de défauts. La ministre a également promis, en complément des enquêtes déjà réalisées auprès des généralistes et des spécialistes, d'interroger un panel aléatoire supplémentaire de 2000 médecins en médecine interne et spécialisations apparentées (pneumologues, gastroentérologues, cardiologues, rhumatologues et oncologues).

Entre-temps, quelques mois ont passé et j'aimerais obtenir un état de la situation en ce qui concerne l'évolution du cadastre des professions médicales.

Quels ont été les résultats des enquêtes auprès du panel aléatoire de 2000 médecins en médecine interne et spécialisations apparentées ?

Quelles professions des soins de santé ont-elles entre-temps été intégrées au cadastre ? La ministre compte-t-elle encore intégrer des professions des soins de santé ? Si oui, lesquelles et quand ? Si non, pourquoi pas ?

À la fin de 2009, la ministre a décidé d'appliquer une autre méthodologie en matière de planification de l'offre médicale, le planKAD. Le premier groupe professionnel pour lequel cette nouvelle méthodologie a été utilisée était le personnel infirmier. Les kinésithérapeutes devaient constituer le deuxième groupe professionnel pour lequel cette méthodologie devait être utilisée. Cela a-t-il déjà eu lieu ? Quels ont été les résultats ? Le planKAD a-t-il entre-temps déjà été utilisé pour d'autres groupes professionnels ? La ministre estime-t-elle que les méthodes appliquées jusqu'à ce jour pour la planification de l'offre médicale des médecins et des dentistes, à savoir l'actuel cadastre opérationnel, et les questions ad hoc à l'INAMI sont encore suffisantes ? Quand un nouveau cadastre sera-t-il opérationnel pour eux ?

 

Mijn laatste vraag om uitleg (5-1675) rond het kadaster voor medische beroepen dateert van 7 maart 2011. Daarin peilde ik naar de stand van zaken en de operationaliteit van het kadaster van medische beroepen. Ook vroeg ik naar de onderzoeken die zouden worden uitgevoerd bij huisartsen en specialisten, teneinde het kadaster te verschaffen met die gegevens die nodig zijn om advies rond quota te formuleren. Hiernaast is het ook noodzakelijk dat de kinesitherapeuten, tandartsen, verpleegkundigen, enz. in kaart worden gebracht.

In antwoord op mijn vraag wist de minister me te vertellen dat het kadaster ten behoeve van de taken van de dienst volledig operationeel is. Wat betreft de communicatie met de medische beroepen en zeker wat betreft de planning van het medisch aanbod, lijdt het kadaster echter nog aan heel wat tekortkomingen. Ook beloofde de minister, om ter aanvulling van de reeds uitgevoerde onderzoeken bij huisartsen en specialisten, een extra aselecte steekproef van 2000 artsen in de interne geneeskunde en verwante specialisaties (pneumologen, gastro-enterologen, cardiologen, reumatologen en oncologen).

Intussen zijn we enkele maanden verder en had ik graag een stand van zaken gekregen inzake de ontwikkeling van het kadaster van de medische beroepen.

Wat waren de resultaten van de aselecte steekproef bij de 2000 artsen in de interne geneeskunde en verwante specialisaties?

Welke gezondheidsberoepen zijn intussen in het kadaster geïntegreerd? Plant de minister om nog bijkomende gezondheidsberoepen te integreren? Zo ja, de welke en wanneer? Zo niet, waarom niet?

De minister besloot eind 2009 een nieuwe methodiek te hanteren inzake de planning van het medisch aanbod, planKAD. Deze methodiek werd allereerst op de beroepsgroep van verpleegkundigen toegepast, de kinesitherapeuten zouden de volgende beroepsgroep worden waarop deze methodiek zou toegepast worden. Is dit reeds gebeurd? Wat waren de resultaten? Is planKAD intussen ook al toegepast op andere beroepsgroepen? Vindt de minister de tot op heden gebruikte methodes voor de planning van het medisch aanbod van artsen en tandartsen, m.a.w. het huidige operationele kadaster, ad hoc vragen aan het RIZIV, nog steeds voldoende? Wanneer wordt een nieuw kadaster voor hen operationeel?

 
Réponse reçue le 11 mars 2013 : Antwoord ontvangen op 11 maart 2013 :

En ce qui concerne votre question relative à l’enquête ciblée sue le groupe professionnel des médecins spécialistes en médecine interne, pneumologie, gastro-entérologie, rhumatologie, cardiologie et oncologie médicale, le rapport final est disponible et vous le trouverez en ligne à l’adresse :

http://www.health.belgium.be/internet2Prd/groups/public/documents/ie2image/19078269.pdf. 

Actuellement, les médecins, les dentistes, les aides-soignants, les infirmiers, les kinésithérapeutes, les sages-femmes, les pharmaciens, les professions paramédicales actuellement reconnues et les secouristes ambulanciers sont intégrés dans cette banque de données. Les quelques professionnels de la santé manquant y seront intégrés sous peu. 

Le premier groupe professionnel pour lequel la nouvelle méthodologie de couplage des données (PlanKAD) a été utilisée est le personnel infirmier (PlanKAD Infirmiers). C'est pour ce groupe que la valeur ajoutée s’avérait la plus grande. Les premiers résultats relatifs à ce groupe ont déjà été présentés à la Commission de planification à la grande satisfaction des représentants des praticiens infirmiers au sein de cette Commission de planification. Cette méthodologie novatrice est en cours d’application aux kinésithérapeutes (PlanKAD kinésithérapeutes).  

Les résultats définitifs de ces deux études seront disponibles sous peu. 

Je compte l’appliquer à tous les professionnels de la santé. Les groupes cibles suivant seront les médecins - spécialistes et généralistes-, et ensuite les dentistes. 

Je vous rejoins cependant sur la nécessité de disposer et ce, de manière permanente, d’un cadastre d’activités des professionnels de santé, permettant d’avoir une vue très précise de l’offre en termes de main d’œuvre de la part des professionnels de santé et de pouvoir faire une réelle planification et non un simple numerus clausus. 

C’est pourquoi, à ma demande, le Conseil des ministres a décidé le 22 juin 2012 qu’il serait particulièrement utile, notamment pour la planification de l’offre en matière de santé, de mettre en place un croisement permanent des données de la Banque de données des professionnels de santé avec les données de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité (INAMI) et de soutenir toute initiative en ce sens. 

Je déposerai bientôt une initiative en ce sens et ne manquerai pas de vous tenir au courant de l’évolution de ce projet.

In antwoord op uw eerste vraag met betrekking tot het onderzoek gericht op de beroepsgroep van de geneesheren-specialisten inwendige geneeskunde, de pneumologen, gastro-enterologen, cardiologen, reumatologen en oncologen is het eindrapport beschikbaar. U vindt het online op www.health.belgium.be/internet2Prd/groups/public/documents/ie2image/19078269.pdf. 

Momenteel worden de artsen, tandartsen, zorgkundigen, verplegers, kinesitherapeuten, vroedvrouwen, apothekers, thans erkende paramedici en ambulanciers-hulpverleners in dat kadaster geïntegreerd. De weinige gezondheidszorgprofessionals die nog ontbreken zullen er binnenkort ook in geïntegreerd worden. 

De verpleegkundigen vormen de eerste beroepsgroep waarvoor die nieuwe gegevenskoppelingsmethodiek (PlanKAD) werd gebruikt (PlanKAD Verpleegkundigen). Voor die groep is de meerwaarde het grootst gebleken. De eerste resultaten met betrekking tot deze groep werden al in de Planningscommissie voorgesteld, tot groot genoegen van de vertegenwoordigers van de verpleegkundigen in de Planningscommissie. Deze innoverende methodologie wordt op de kinesitherapeuten toegepast (PlanKAD Kinesitherapeuten).  

De definitieve resultaten van die twee studies zullen binnenkort beschikbaar zijn. 

Ik ben van plan om dat op alle gezondheidszorgberoepen toe te passen. De artsen – huisartsen en specialisten - en daarna de tandartsen zullen de volgende doelgroepen zijn. 

Maar ik ben het met u eens dat we over een permanent activiteitenkadaster van de gezondheidszorgwerkers moeten beschikken, zodat we een zeer nauwkeurig zicht hebben op het arbeidsaanbod van de gezondheidszorgwerkers en we een echte planning en niet gewoon een numerus clausus kunnen opstellen. 

Daarom heeft de ministerraad op mijn verzoek op 22 juni 2012 beslist dat het, voornamelijk voor de planning van het gezondheidszorgaanbod, bijzonder nuttig zou zijn om de gegevens van het kadaster van de gezondheidszorgwerkers met die van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) permanent te kruisen en om elk initiatief in die zin te ondersteunen. 

Ik zal binnenkort een initiatief in dat verband indienen, en ik zal u zeker van het verdere verloop van dat project op de hoogte houden.