| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2011-2012 | Zitting 2011-2012 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 28 décembre 2011 | 28 december 2011 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-4728 | Schriftelijke vraag nr. 5-4728 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes |
aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Trains - Première classe - Suppression | Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Treinen - Eerste klasse - Afschaffing | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Société nationale des chemins de fer belges transport de voyageurs tarif voyageur |
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen reizigersvervoer reizigerstarief |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Réintroduction de : question écrite 5-1981 | Réintroduction de : question écrite 5-1981 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-4728 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-4728 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Voici des décennies que la troisième classe ferroviaire a été supprimée, mais une distinction claire entre les deuxième et première classes a été maintenue. Cette distinction se manifeste d'une part par le tarif sensiblement plus élevé d'un billet de première classe, de l'autre par un confort supérieur, des sièges plus larges et plus luxueux et la garantie d'une place assise. On peut néanmoins se demander si cette distinction doit persister. Beaucoup d'arguments sont en jeu, de nature tant politique et sociétale (égalité, équité) que financière (rapport coût-bénéfice). Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes : 1) Pour chaque année de la période 2001 2010, quelle a été la plus value financière des billets de première classe pour la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) ? Comment ces recettes ont elles évolué, et quels sont l'évaluation et le commentaire de la ministre ? 2) Comment ces recettes supplémentaires se comparent elles aux frais accrus d'investissement en voitures plus luxueuses, ainsi que le temps - et donc le surcoût salarial - que représente l'intégration des voitures de première classe dans une rame ? 3) Sur la base de quels arguments défend elle le maintien de la distinction entre les billets de première et de deuxième classe à la SNCB ? Peut elle s'appuyer sur des études spécialisées récentes qui prennent tous les éléments en compte ? 4) Comment se positionnent les différents groupes d'intérêt dans le débat pour ou contre le maintien de la première classe, notamment le personnel et les syndicats, les usagers, la société civile et la direction ? Quel est le point de vue de la ministre et par extension celui du gouvernement ? |
Decennia geleden schafte men de derde klasse op de treinen af, maar een duidelijk verschil tussen de tweede en eerste klasse bleef behouden. Dit verschil uit zich enerzijds op een behoorlijk duurdere kost van een eerste klasse ticket en anderzijds in een betere accommodatie, bredere en meer luxueuze zitplaatsen en een gewaarborgde zitplaats. Toch mag men zich afvragen of dit verschil nog moet worden behouden. Hierbij kunnen heel wat argumenten spelen, zowel van politieke en maatschappelijke aard (gelijkheid, billijkheid, …) als van financiële aard (wat kost het en brengt het op). Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Welke financiële meerwaarde leveren de hogere betalingen van treintickets eerste klasse de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) op, dit per jaar en voor de periode van 2001 tot 2010? Hoe evolueerden deze inkomsten, welke evaluatie en duiding geeft de geachte minister daarbij? 2) Hoe verhouden deze meerinkomsten zich tot de hogere investeringskosten in meer luxueuze rijtuigen, de tijd en dus extra loonkosten die het integreren van eerste klasse rijtuigen in een treinstel met zich meebrengen? 3) Op basis van welke argumenten verdedigt zij het behouden van het verschil tussen een eerste en tweede klasse ticket bij de NMBS? Kan zij zich hiervoor beroepen op recent en gespecialiseerd onderzoek dat alle elementen samen beschouwt? 4) Hoe positioneren de verschillende belangenpartijen zich in dit debat pro of contra behoud van eerste klasse, zoals onder andere personeel en vakbonden, gebruikers, het middenveld en de directie? Welk is haar standpunt hieromtrent en bij uitbreiding het standpunt van de regering? |
||||||||
| Réponse reçue le 19 mars 2012 : | Antwoord ontvangen op 19 maart 2012 : | ||||||||
1. et 2. L’offre d’un service de 1ère classe représente un apport annuel moyen au niveau des recettes de ± 26,50 millions d'euros pour le service des trains à l’intérieur du pays. Le prix du billet d’un voyage en 1ère classe est 50 % plus cher que le prix en 2ème classe. Le niveau de confort est lui aussi plus élevé (notamment parce qu’il y a moins de sièges par voiture). 3. Le maintien de la 1ère et de la 2ème classe reste pertinent selon la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB), étant donné qu’il existe à cet égard une demande claire de la part de la clientèle, surtout au niveau des navetteurs journaliers et du public d’affaires. En outre, la SNCB veut, grâce au confort offert en 1ère classe, attirer davantage de voyageurs, avec une attention toute particulière vis-à-vis d’un groupe important que représentent les automobilistes, pour qui le confort est clairement un élément décisif. La SNCB peut leur offrir ce même niveau de confort et répond ainsi sans conteste à la demande d’un public cible très spécifique. Toutefois, la conversion des voitures de 1ère classe nécessiterait un investissement élevé. 4. Les derniers débats relatifs à la suppression de la 1ère classe datent de 2003 et de 2005. La SNCB tend à maintenir la première classe. Une frange importante des navetteurs notamment des fonctionnaires, des voyageurs ponctuels et des travailleurs d’entreprises préfèrent voyager en 1ère classe. Elle indique que cette mesure entraînerait une perte de la clientèle et une perte des recettes. |
1. en 2. Het aanbieden van een 1ste klas service betekent een gemiddelde jaarlijkse meeropbrengst van ± 26,50 miljoen euro voor de binnenlandse treindienst. De ticketprijs van een 1ste klas reis is 50 % duurder dan de prijs in 2de klas. Het comfortniveau ligt dan ook hoger (onder andere omdat er minder zetels per rijtuig zijn). 3. Het behoud van 1ste en 2de klas blijft volgens de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) pertinent, gezien hiervoor een duidelijke vraag bestaat bij de klanten, vooral bij de dagelijkse pendelaars en het zakelijke publiek. Bovendien wil de NMBS met het aangeboden comfort in 1ste klas extra reizigers aantrekken. Hierbij wordt vooral gedacht aan een grote groep automobilisten die duidelijk gesteld zijn op comfort. De NMBS kan hen ditzelfde comfortniveau aanbieden en biedt zo een duidelijk antwoord op de vraag van een zeer specifiek doelpubliek. Het ombouwen van de 1ste klas rijtuigen zou echter een hoge investering vragen. 4. De laatste debatten in verband met de afschaffing van 1e klas dateren van 2003 en 2005. De NMBS wenst de eerste klas te behouden. Een aanzienlijk deel van pendelaars, waaronder ambtenaren, occasionele reizigers en werknemers van bedrijven verkiezen een reis in 1e klas. De NMBS laat weten dat deze maatregel een verlies aan klanten en opbrengsten zou meebrengen. |