SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4437 Schriftelijke vraag nr. 5-4437

de Filip Dewinter (Vlaams Belang)

van Filip Dewinter (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Produits bancaires islamiques - Lancement - Formation en finance islamique Islamitische bankproducten - Lancering - Opleiding islamitisch bankieren 
________________
finance islamique
établissement de crédit
activité bancaire
islam
droit musulman
islamitisch bankieren
kredietinstelling
bankactiviteit
islam
islamitisch recht
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
31/7/2013Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
31/7/2013Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3531 Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3531
________ ________
Question n° 5-4437 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4437 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À Bruxelles, la société de consultance financière Al Maalya et le centre de formation financière Impact Cooremans ont créé une formation pour quiconque veut apprendre la finance islamique. La formation débute le 25 octobre. Dans le cadre de cette nouvelle formation, les deux sociétés ont organisé une soirée lors de laquelle de jeunes musulmans intéressés ont pu écouter un certain nombre d'experts islamiques. Le ministre des Finances démissionnaire, Didier Reynders, qui avait été invité à cette soirée, s'est adressé aux personnes présentes.

Il s'est montré enchanté de l'initiative. Il a déclaré à l'assemblée qu'il espérait que nos banques s'ouvriraient progressivement à cette possibilité. Compte tenu de la récente crise financière, il lui a paru positif que l'on entame ce débat. Peut-être doit-on adapter certaines règles fiscales pour permettre le lancement de produits bancaires islamiques. Il importe néanmoins que ces produits ne puissent pas seulement être utilisés par des musulmans mais également par des non-musulmans. Le ministre pense que chacun peut y gagner.

Le ministre est dès lors clairement partisan de la finance islamique. Pourtant, il devrait savoir que toute banque islamique a un jury d'experts (le « sharia board ») qui doit donner son avis sur chaque nouveau produit bancaire et doit contrôler que la sharia est toujours observée. Pourtant, la sharia est en contradiction flagrante avec, par exemple, la Convention européenne de sauvegarde des droits de l'homme et des libertés fondamentales (CEDH).

D'où les questions suivantes :

1) Quelle est la situation quant au fait de permettre le lancement de produits bancaires islamiques ?

2) L'objectif est-il de rendre les produits bancaires islamiques attirants sur le plan fiscal ? Dans l'affirmative, à quels obstacles fiscaux faut-il remédier ?

3) De cette façon, l'intégration d'immigrants islamiques n'est-elle pas entravée ?

4) De cette façon, la sharia, qui est quand même, à tous égards, en contradiction avec la CEDH, n'est-elle pas légitimée ?

5) Le ministre coopérera-t-il avec des experts juridiques islamiques ou des représentants musulmans pour permettre le lancement de produits bancaires islamiques ? Dans l'affirmative, avec qui ?

 

In Brussel hebben de financiële consultingfirma Al Maalya en het financiële opleidingscentrum Impact Cooremans een opleiding gecreëerd voor wie wil leren "islamitisch" te bankieren. De opleiding start vanaf 25 oktober. In het kader van deze nieuwe opleiding organiseerden beide instellingen een avond waarop belangstellende jonge moslims konden luisteren naar een aantal experts inzake islamitisch bankieren. Op die avond was ook ontslagnemend minister van Financiën Didier Reynders uitgenodigd, die de aanwezigen toesprak.

De minister toonde zich erg opgetogen over het initiatief. 'Ik hoop dat onze banken zich hiervoor gaandeweg zullen openstellen', sprak hij de zaal toe. 'Gelet op de recente financiële crisis is het een goede zaak dat wij dit debat openen. Wellicht moeten we een aantal fiscale regels aanpassen om de lancering van islamitische bankproducten mogelijk te maken. Belangrijk is wel dat die producten niet alleen door moslims kunnen worden benut, maar ook door niet-moslims. Ik denk dat iedereen hierbij kan winnen.'

De minister is dus duidelijk voorstander van islamitisch bankieren. Nochtans zou hij moeten weten dat elke islamitische bank een jury van geleerden heeft (de zogenaamde "sharia board") die over elk nieuw bankproduct haar fatwa moet uitspreken en die erop moet toezien dat de sharia steeds wordt gevolgd. Nochtans staat de sharia haaks op bijvoorbeeld het Europees Verdrag voor de rechten van de mens (EVRM)!

Graag dan ook volgende vragen:

1) Wat is de stand van zaken inzake het mogelijk maken door de overheid van het lanceren van islamitische bankproducten?

2) Is het de bedoeling om islamitische bankproducten fiscaal aantrekkelijk te maken? Zo ja, welke fiscale belemmeringen moeten in dit kader dan worden aangepast?

3) Wordt op deze manier de integratie van islamitische immigranten niet belemmerd?

4) Wordt op deze manier de sharia, die toch in alle opzichten strijdig is met het EVRM, niet gelegitimeerd?

5) Zal de geachte minister samenwerken met islamitische rechtsgeleerden of moslimvertegenwoordigers om de lancering van islamitische bankproducten mogelijk te maken? Zo ja, met wie?

 
Réponse reçue le 31 juillet 2013 : Antwoord ontvangen op 31 juli 2013 :

Aucune mesure spécifique n’a été prise ni n’est en cours de préparation par rapport à la commercialisation en Belgique de produits financiers de la sphère du secteur bancaire islamique.  

Un bureau d’avocats belge a fait une étude approfondie sur les aspects juridiques et fiscaux d'un produit qui est similaire au crédit hypothécaire, comme nous le connaissons traditionnellement. Les établissements de crédit établis en Belgique marquent de l'intérêt pour un tel produit destiné à financer l'achat de biens immobiliers. Ils sont conscients que beaucoup de familles d’origine étrangère ne procèdent actuellement pas à l'achat d'un logement familial parce que les caractéristiques et les conditions du crédit hypothécaire traditionnel leur posent problème du fait de leur appartenance religieuse, alors qu’ils pourraient parfaitement faire face à l’achat d'une maison financé par les banques. C’est dans ce cadre que le secteur du crédit, en collaboration avec les superviseurs, examine la possibilité de créer un produit qui réponde à ce besoin. 

Si le secteur devait un jour mettre sur la table des propositions concrètes pour le développement d'une alternative au crédit hypothécaire, l’autorité devra alors l’étudier sans préjugé. Il est évident que si pour permettre l’arrivée d’un tel produit, un cadre réglementaire spécifique devait être élaboré, celui-ci devrait bien sûr être conforme à toutes les exigences juridiques et réglementaires imposées par l'Union européenne ou le législateur belge, et qu’un tel produit tomberait dans le cadre de la supervision des autorités compétentes normales. Il ne peut en outre être question qu’un tel nouveau produit bénéficie d’un traitement fiscalement plus avantageux que les produits existants comparables.

Er zijn geen specifieke maatregelen genomen of in voorbereiding met betrekking tot het commercialiseren in België van financiële producten uit de sfeer van het islamitisch bankieren.  

Een Belgisch advocatenkantoor heeft een diepgaande studie gemaakt over de juridische en fiscale aspecten van een product dat vergelijkbaar is met het hypothecaire krediet, zoals wij dat traditioneel kennen. Bij de in België gevestigde kredietinstellingen bestaat interesse voor dergelijk product ter financiering van de aankoop van onroerende goederen. Zij zijn er zich van bewust dat heel wat gezinnen met allochtone roots momenteel niet overgaan tot de aankoop van een gezinswoning omdat ze het vanuit hun religieuze achtergrond moeilijk hebben met de kenmerken en modaliteiten van het traditionele hypothecaire krediet, terwijl ze nochtans perfect een door de banken gefinancierde aankoop van een woning zouden aankunnen. Het is in dat kader dat de kredietsector, in samenwerking met de toezichthouders, de mogelijkheid onderzoekt om een product te creëren dat tegemoet komt aan deze behoefte. 

Mocht de sector ooit concrete voorstellen voor de ontwikkeling van een alternatief voor het hypothecair krediet op tafel leggen, dan zal de overheid dat natuurlijk zonder vooringenomenheid moeten bestuderen. Evident is dat, indien voor het mogelijk maken van dergelijk product, een specifiek reglementair kader zou moeten worden uitgewerkt, dit zou moeten stroken met alle wettelijke en reglementaire bepalingen die door de Europese Unie of de Belgische wetgever worden opgelegd en dat dergelijk product onder het toezicht van de normale bevoegde autoriteiten zou vallen. Er kan bovendien geen sprake van zijn dergelijk nieuw product fiscaal voordeliger te behandelen dan vergelijkbare bestaande producten.