SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4364 Schriftelijke vraag nr. 5-4364

de Peter Van Rompuy (CD&V)

van Peter Van Rompuy (CD&V)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Vols de métaux - Retards et incidents - Obligation d’identification des revendeurs de métaux Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Metaaldiefstallen - Vertragingen en veiligheidsincidenten - Herinvoering van de identificatieplicht voor de metaalwederverkopers 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
vol
cuivre
métal
statistique officielle
métal précieux
déchet métallique
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
diefstal
koper
metaal
officiële statistiek
edel metaal
metaalafval
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
21/9/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
21/9/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-267 Réintroduction de : question écrite 5-267
________ ________
Question n° 5-4364 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4364 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En raison du prix élevé des matières premières, les vols de métaux ont sensiblement crû ces dernières années. Les vols de métaux coûtent des millions d'euros au secteur de la construction, aux chemins de fer et aux particuliers. On dérobe des lots de métal aux entreprises ou des gouttières aux particuliers.

Les chemins de fer sont souvent les victimes de voleurs de cuivre qui emportent des tronçons de câbles électriques, entraînant des retards et des suppressions de trains. Comme le cuivre sert à la mise à la terre, les cheminots courent un risque accru d'électrocution. En 2007 et 2008, pas moins de 250 trains auraient été supprimés à la suite de vols de métal (cf. La réaction du porte-parole du gestionnaire de l'infrastructure Infrabel, M. Bram Desaedeleer, dans « De Morgen » du 23 juin 2010: plus de vols de cuivre, plus de retards). Le nombre de minutes de retard dues à des vols est passé de 10.000 en 2009 à 15.000 en 2010. Une extrapolation de la SNCB indique du reste que les vols de cuivre augmenteraient de quelque 129 % en 2010 par rapport à 2009. Les causes seraient, selon la SNCB, la hausse du prix du cuivre combinée avec l'abrogation de la réglementation (obligation d'identification) rendant moins aisée la vente de cuivre. La SNCB milite donc pour la réintroduction de l'obligation d'identification (cf. Knack, Les vols de cuivre à la SNCB augmentent de 129 % en 2010, 4 août 2010, http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/belga-algemeen/koperdiefstal-bij-nmbs-stijgt-met-129-procent-in-2010/article-1194788560824.htm)

Le 1er mars 2009 est entré en vigueur l'arrêté ministériel du 3 février 2009 introduisant une obligation d’identification des revendeurs de métaux. Cet arrêté prévoyait l'obligation d'identification pour les ferrailleurs et avait été pris afin de décourager la vente de métal volé et de permettre aux services de police d'identifier les voleurs et les receleurs. L'arrêté prévoyait comme modalités d'identification, soit le paiement par virement ou par chèque, soit une copie de la carte d'identité.

L'arrêté ministériel du 11 juin 2010 abrogeant l’arrêté ministériel du 3 février 2009 introduisant une obligation d’identification des revendeurs de métaux a supprimé cette obligation un an à peine après son introduction, malgré son succès. On a avancé que la mesure prise dans l'arrêté du 3 février 2009 doit être proportionnée à la situation de crise constatée, et ne peut donc qu'avoir un caractère temporaire, puisqu'il faut répondre à une situation économique exceptionnelle. On a aussi affirmé qu'en supprimant l'obligation d’identification, on évitait au secteur de la revente des métaux des frais administratifs considérables qui ne se justifient plus.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) La ministre peut-elle fournir un aperçu du nombre de vols de métaux à la SNCB en 2009, ainsi que les chiffres provisoires pour 2010, ventilés par type de métal ?

2) Quel a été le pourcentage des vols de métaux qui ont occasionné des retards ferroviaires ? Quel est le total de ces retards ?

3) Combien d'incidents de sécurité mettant en cause le personnel d'entretien du rail peut-on imputer directement ou non à un vol de métal ?

4) Que représente la valeur économique totale de cette forme de délinquance ?

5) La ministre observe-t-elle un impact positif de l'obligation d'identification introduite en 2009 pour les revendeurs de métaux ?

6) Quel a été l'impact du prix des matières premières sur cette forme de délinquance en 2009 et en 2010 ?

7) Quelle est sa position quant à une réintroduction de l'obligation d'identification pour les revendeurs de métaux ?

 

Door de hoge grondstofprijzen is het aantal diefstallen van metalen de laatste jaren flink gestegen. Metaaldiefstal kost de bouwsector, de spoorwegen en particulieren jaarlijks miljoenen euro's. Bij bedrijven worden grote partijen metaal gestolen of bij particulieren worden dakgoten gepikt.

De spoorwegen zijn vaak slachtoffer van koperdieven die stukken van de elektrische leidingen weghalen, met de nodige vertragingen en afschaffingen van treinen tot gevolg. Spoorwegarbeiders lopen hierdoor meer risico op elektrocutie omdat het koper wordt gebruikt voor de aarding. Naar verluidt werden in 2007 en 2008 maar liefst 250 treinen afgeschaft als gevolg van een metaaldiefstal (cf. de reactie van de woordvoerder van de netwerkbeheerder Infrabel, de heer Bram Desaedeleer, in De Morgen van 23 juni 2010, " Meer koperdieven, meer vertraging "). Het aantal minuten vertraging door diefstallen is gestegen van 10.000 in 2009 tot 15.000 in 2010. Uit een extrapolatie van de NMBS blijkt bovendien dat het aantal diefstallen van koper bij de infrastructuur van de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) in 2010 met maar liefst 129 % gestegen zou zijn ten opzichte van 2009. De oorzaken liggen volgens de NMBS in de prijsstijging van het koper, in combinatie met de afschaffing van de regelgeving die het verkopen van koper moeilijker maakte (de identificatieplicht). De NMBS ijvert dan ook voor de herinvoering van de identificatieplicht (cf. Knack, " Koperdiefstal bij NMBS stijgt met 129 procent in 2010 ", 4 augustus 2010, http://knack.rnews.be/nl/actualiteit/belga-algemeen/koperdiefstal-bij-nmbs-stijgt-met-129-procent-in-2010/article-1194788560824.htm).

Op 1 maart 2009 trad het ministerieel besluit van 3 februari 2009 tot invoering van een identificatieverplichting van metaalwederverkopers in werking. Dit besluit voorzag in een identificatieplicht voor de schroothandel en werd uitgevaardigd met de doelstelling de verkoop van gestolen metaal te ontraden en de politiediensten in staat te stellen de dieven en de helers te identificeren. In het besluit werd voorzien in een identificatiemogelijkheid, enerzijds door betaling via overschrijving of cheque of anderzijds door een kopie van de identiteitskaart.

Met het ministerieel besluit van 11 juni 2010 tot opheffing van het ministerieel besluit van 3 februari 2009 tot invoering van een identificatieverplichting van metaalwederverkopers werd deze recent ingevoerde identificatieplicht, ondanks het succes, na amper een jaar al opnieuw afgeschaft. Er werd geargumenteerd dat de maatregel genomen door het besluit van 3 februari 2009 evenredig moet zijn met de vastgestelde crisistoestand en daarom slechts een tijdelijk karakter mag hebben, vermits er aan een uitzonderlijke economische toestand tegemoet moet worden gekomen. Eveneens werd geargumenteerd dat met de afschaffing van de identificatieplicht ook aan de sector van de metaalwederverkopers buitengewone administratieve kosten worden bespaard die niet langer gerechtvaardigd zijn.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kan de minister een overzicht geven van het aantal metaaldiefstallen bij de NMBS in 2009 alsook de voorlopige cijfers voor 2010, uitgesplitst per soort metaal?

2) Hoeveel percentage van de metaaldiefstallen hebben aanleiding gegeven tot een vertraging bij het spoor? Hoeveel bedraagt die totale vertraging?

3) Hoeveel veiligheidsincidenten met het onderhoudspersoneel bij het spoor kunnen rechtstreeks of onrechtstreeks toegewezen worden aan metaaldiefstal?

4) Welke totale economische waarde vertegenwoordigt deze vorm van criminaliteit?

5) Merkt zij een positieve invloed van de in 2009 ingevoerde identificatieplicht voor de metaalwederverkopers?

6) Wat is de invloed van de grondstofprijzen op deze vorm van criminaliteit op de cijfers van 2009 en 2010?

7) Hoe staat zij tegenover de herinvoering van de identificatieplicht voor de metaalwederverkopers?

 
Réponse reçue le 21 septembre 2012 : Antwoord ontvangen op 21 september 2012 :

Je prie l'honorable membre de bien vouloir se référer à la réponse communiquée à la Chambre des Représentants à la question écrite n° 62 (QRVA 53 058 pages 330 à 332).

Ik heb de eer het geachte lid te verwijzen naar het antwoord medegedeeld in de Kamer van Volksvertegenwoordigers op de schriftelijke vraag nr. 62 (QRVA 53 058 bladzijden 330 tot 332).