SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
26 novembre 2010 26 november 2010
________________
Question écrite n° 5-427 Schriftelijke vraag nr. 5-427

de Bart Laeremans (Vlaams Belang)

van Bart Laeremans (Vlaams Belang)

au secrétaire d'État à la Mobilité, adjoint au Premier Ministre

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister
________________
Amendes de roulage en provenance de l'étranger - Utilisation de l'allemand ou du français- Accords relatifs à établissement de formulaires types en néerlandais Verkeersboetes uit het buitenland - Gebruik van het Duits of het Frans - Afspraken in verband met het opstellen van standaardformulieren in het Nederlands 
________________
amende
infraction au code de la route
Allemagne
emploi des langues
France
geldboete
overtreding van het verkeersreglement
Duitsland
taalgebruik
Frankrijk
________ ________
26/11/2010Verzending vraag
24/12/2010Antwoord
26/11/2010Verzending vraag
24/12/2010Antwoord
________ ________
Question n° 5-427 du 26 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-427 d.d. 26 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Des habitants d'une commune du Brabant flamand ont reçu dernièrement une amende de roulage en provenance d'Aix-la-Chapelle en Allemagne. Ce document était entièrement rédigé en allemand mais contenait un bref résumé en français. Les intéressés ne maîtrisent cependant ni l'allemand ni le français.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Des accords au sujet de ce type d'amende ont-ils été conclus avec les Länder allemands et avec la France?

2) Les services concernés disposent-ils seulement de formulaires types en français?

3) Pourrions-nous envisager de les aider à élaborer des formulaires types en néerlandais?

 

Inwoners uit de Vlaams-Brabantse gemeente Zemst kregen onlangs een verkeersboete vanuit het Duitse Aken. Het document was volledig in het Duits opgesteld, maar bevatte een korte Franstalige samenvatting. Betrokkenen zijn evenwel het Duits noch het Frans machtig.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Zijn er met de Duitse Länder en met Frankrijk afspraken gemaakt over dit soort boetes?

2) Beschikken de betrokken diensten alleen over Franstalige standaardformulieren?

3) Bestaat de mogelijkheid om hun bijstand te verlenen in het opstellen van standaardformulieren in het Nederlands?

 
Réponse reçue le 24 décembre 2010 : Antwoord ontvangen op 24 december 2010 :

J’ai l’honneur de répondre à l’honorable membre ce qui suit :

En Europe, les données d’identification de ressortissants belges ayant commis des infractions routières à l’étranger sont transmises aux autorités étrangères par le biais de la coopération policière ou, dans certains cas, par les autorités communales. En Belgique, les données relatives à l’identification sont communiquées par la Direction pour l’Immatriculation des Véhicules (DIV) du Service public fédéral (SPF) Mobilité et Transports. Normalement, lors de chaque transfert de données, il est fait mention de la langue dans laquelle la personne concernée est inscrite, mais l’autorité requérante n’est pas obligée d’en tenir compte.

Il est d’usage que la notification d’infraction soit rédigée dans la langue de l’endroit où l’infraction routière a eu lieu. Si, par exemple, un conducteur commet une infraction en Allemagne, la notification d’infraction ne lui sera envoyée que dans une seule langue officielle, en l’occurrence l’allemand. Le même principe s’applique à un ressortissant français, auteur d'une infraction à Anvers : ce contrevenant recevra une notification d’infraction officielle en néerlandais. Toutefois, l'autorité verbalisante peut, mais n’est pas obligée, y joindre un résumé dans une autre langue.

La directive du Parlement européen et du Conseil facilitant l’application transfrontalière de la législation dans le domaine de la sécurité routière vise à résoudre ce problème. L’Europe propose, pour huit infractions (excès de vitesse, franchissement d’un feu rouge, non-port de la ceinture de sécurité, conduite sous l’influence d’alcool ou de drogue, non-port d’un casque, conduite sur une bande de circulation interdite et usage d’un téléphone portable au volant sans dispositif mains libres), la mise en place au sein de l’Union européenne d'un réseau électronique d’échange d’informations permettant d’identifier le propriétaire d’un véhicule, de telle sorte que les autorités d’un État membre où une infraction routière a été commise, puissent envoyer une notification d’infraction au détenteur du véhicule avec lequel l’infraction a été commise. La proposition de directive stipule que, dans le souci du respect des droits fondamentaux, l’État membre où l’infraction a eu lieu, envoie la lettre de notification dans la langue du document d’immatriculation, pour autant que celui-ci soit disponible, ou dans l’une des langues officielles de l’État membre d’immatriculation. À cet effet, il pourra être fait usage d’une lettre type européenne, qui devrait être disponible dans toutes les langues officielles de l’Union européenne. La proposition de directive a fait l’objet d’un consensus de tous les ministres en charge du transport lors du Conseil Transports du 2 décembre 2010 que j’ai présidé. Le Parlement européen communiquera sa position sur la directive au cours de l’été prochain et le Conseil devra alors de nouveau se prononcer à ce sujet. La directive devrait être publiée dans un an, pour être transposée ensuite dans la législation nationale.

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden :

De identificatiegegevens van Belgische onderdanen die verkeersovertredingen in het buitenland begaan, worden binnen Europa door de buitenlandse autoriteiten verkregen via politiesamenwerking of in bepaalde gevallen door de gemeentelijke overheid. In België worden de identificatiegegevens verstrekt door de Dienst Inschrijvingen (DIV) van de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer. Normaliter wordt bij elke gegevensoverdracht melding gemaakt van de taal waarin de persoon in kwestie staat ingeschreven, maar de aanvragende overheid is niet verplicht hiermee rekening te houden.

Het is gebruikelijk dat de bekeuring geschreven wordt in de taal van de plaats waar de verkeersovertreding plaatsvond. Als men bijvoorbeeld een overtreding in Duitsland begaat, zal men de bekeuring slechts in één officiële taal toegestuurd krijgen, namelijk het Duits. Hetzelfde principe geldt voor een Fransman die in Antwerpen een verkeersovertreding begaat: deze overtreder wordt officieel in het Nederlands aangeschreven. Als de bekeurende overheid daar een samenvatting in een andere taal aan wilt toevoegen, kan ze dat maar is ze daar geenszins toe verplicht.

Het is de bedoeling om dit euvel in de toekomst te verhelpen via de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad ter facilitering van de grensoverschrijdende handhaving van de verkeersveiligheid. Voor acht overtredingen (met name te snel rijden, niet stoppen voor een rood licht, geen veiligheidsgordel dragen, rijden onder de invloed van alcohol of drugs, het niet dragen van een helm, gebruikmaken van een verboden rijstrook en niet-handenvrij bellen) stelt Europa voor om in de Europese Unie een elektronisch netwerk voor de uitwisseling van gegevens op te zetten om de eigenaar van een voertuig te identificeren zodat de autoriteiten van een lidstaat waar een verkeersovertreding is begaan, een bekeuring kunnen sturen aan de houder van het voertuig waarmee de overtreding is begaan. Volgens het voorstel van richtlijn verstuurt de lidstaat van overtreding, met het oog op de eerbiediging van de grondrechten, de kennisgevingsbrief in de taal van het inschrijvingsdocument, voor zover deze beschikbaar is, of in één van de officiële talen van de lidstaat van inschrijving. Er kan daarbij gebruik gemaakt worden van een Europese standaardbrief, die dan in alle officiële EU-talen voorhandig zou moeten zijn. Over het voorstel van richtlijn werd door alle ministers bevoegd voor Transport een akkoord bereikt op de door mij voorgezeten Transportraad van 2 december 2010. Het Europees Parlement zal volgende zomer haar standpunt over de richtlijn meedelen en dan moet de Raad er zich opnieuw over uitspreken. De publicatie zou binnen een jaar een feit moeten zijn, gevolgd door de omzetting in nationale wetgeving.