SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
7 novembre 2011 7 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3642 Schriftelijke vraag nr. 5-3642

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre du Climat et de l'Énergie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Pollution électromagnétique - Rayonnement électromagnétique - Exposition - Risques pour la santé - Étude Electrosmog - Elektromagnetische straling - Blootstelling - Gezondheidsrisico's - Onderzoek 
________________
nuisance électromagnétique
cancer
téléphone mobile
risque sanitaire
exposition aux radiations
communication mobile
elektromagnetische schadelijke invloed
kanker
mobiele telefoon
gevaren voor de gezondheid
blootstelling aan straling
mobiele communicatie
________ ________
7/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
7/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-3641
Réintroduite comme : question écrite 5-4937
Aussi posée à : question écrite 5-3641
Réintroduite comme : question écrite 5-4937
________ ________
Question n° 5-3642 du 7 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3642 d.d. 7 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les médias se font régulièrement l'écho d'informations alarmantes sur les graves dangers, surtout le risque de cancer, causés par les GSM et les réseaux wifi. Des scientifiques et des décideurs inquiets disent ne pouvoir exclure des risques potentiels pour la santé et insistent sur la nécessité d'études complémentaires. Le Centre international de recherche sur le cancer (CIRC), agence de l'Organisation mondiale de la santé, semble désormais souscrire à ce point de vue et, par précaution, a classé les GSM dans la catégorie « peut-être cancérogènes ».

Dans quelle mesure le rayonnement électromagnétique issu des émetteurs, des appareils électriques ménagers, des téléphones portables etc. met-il la santé en péril ? Peut-on parler de l'amiante du XXIe siècle ou ne s'agit-il que d'une rumeur infondée ? Nul ne le sait. Cependant, le rayonnement électromagnétique dans notre environnement est des milliers de fois plus intense qu'auparavant et sa croissance est exponentielle. D'aucuns affirment qu'on laisse se dérouler la plus grande expérience biologique de l'histoire.

Voici mes questions :

1) Le/la ministre s'intéresse-t-il/elle de près aux développements liés à cette question (potentiellement problématique) ? Des études belges sont-elles en cours ? Les autorités fédérales financent-elles des études et des programmes sur les effets et la limitation du rayonnement électromagnétique ? Lesquel(le)s et avec quel budget ?

2) Dans ce cadre, le/la ministre applique-t-il/elle le principe de précaution (si une action ou une mesure est susceptible d'entraîner des dommages graves ou irréversibles à la société ou à l'environnement, la charge de la preuve incombe à ses partisans en l'absence de consensus scientifique sur les dommages possibles) ? Peut-il/elle l'illustrer par sa politique ?

3) Certains experts affirment que la règlementation et la législation présentent d'énormes lacunes car elles ne tiennent guère compte du cumul des effets des différents types d'ondes et de sources. Après tout, notre environnement est bourré d'émetteurs GSM et UMTS et d'appareils sans fil et de hotspots de tout acabit, et nous passons toujours plus de temps l'oreille collée à notre portable. Le/la ministre partage-t-il/elle cette préoccupation et a-t-il/elle pris des initiatives à tout le moins pour étudier ce problème ?

4) Cette question est-elle l'objet d'une concertation et/ou d'une collaboration entre les différents départements et avec les régions ?

 

Regelmatig melden de media onheilspellende berichten over de grote gevaren, vooral kankerverwekkend, van gsm's en wifi-netwerken. Bezorgde wetenschappers en beleidmakers waarschuwen dat ze mogelijke gezondheidsrisico's niet kunnen uitsluiten en benadrukken de noodzaak aan meer onderzoek. Ook het International Agency for Research on Cancer (IARC), een agentschap gespecialiseerd in kankeronderzoek binnen de Wereldgezondsheidsorganisatie, lijkt die boodschap nu te onderschrijven en klasseerde daarom uit voorzorg de gsm's onder de categorie "mogelijk kankerverwekkend".

In welke mate betekent elektromagnetische straling, door zendmasten, elektrische huishoudtoestellen, mobiele telefoons enzovoort een gevaar voor de gezondheid? Gaat het hier om het asbest uit de 21ste eeuw of om een onschuldig hype? Niemand geeft hierover uitsluitsel. Nochtans is het niveau van elektromagnetische straling in onze omgeving duizenden malen hoger dan het ooit tevoren en stijgt dit nog steeds exponentieel. Sommigen noemen het betijen hiervan het grootste biologische experiment ooit.

Hierover de volgende vragen:

1) Volgt de geachte minister de ontwikkelingen rond deze (potentiële) problematiek nauwgezet op? Lopen er onderzoeken in België rond dit vraagstuk? Worden er vanuit de federale overheid onderzoeken en programma's gefinancierd rond de gevolgen en beperking van elektromagnetische straling? Over welke gaat het hier en wat is het budget?

2) Hanteert de geachte minister in deze kwestie het voorzorgsprincipe (dat stelt dat als een ingreep of een beleidsmaatregel ernstige of onomkeerbare schade kan veroorzaken aan de samenleving of het milieu, de bewijslast ligt bij de voorstanders van de ingreep of de maatregel als er geen wetenschappelijke consensus bestaat over de toekomstige schade)? Kan zij/hij dit illustreren aan de hand van het gevoerde beleid?

3) Er zijn experts die claimen dat er in de in de normering en de wetgeving enorme lacunes bestaan omdat ze nauwelijks rekening houden met de cumulatieve effecten van de verschillende soorten straling en verschillende bronnen. Uiteindelijk wordt onze leefomgeving volgestouwd met gsm en UMTS-masten, allerlei draadloze toestellen, hot spots en spenderen we alsmaar meer tijd aan de gsm. Deelt de minister deze bezorgdheid en heeft zij/hij initiatieven ontwikkeld om dit op zijn minst te onderzoeken?

4) Bestaat er rond deze kwestie een overleg en/of samenwerking tussen de verschillende departementen en met de gewesten?