| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2010-2011 | Zitting 2010-2011 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 23 juin 2011 | 23 juni 2011 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 5-2632 | Schriftelijke vraag nr. 5-2632 | ||||||||
de Bert Anciaux (sp.a) |
van Bert Anciaux (sp.a) |
||||||||
au ministre du Climat et de l'Énergie |
aan de minister van Klimaat en Energie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Distribution de gaz - Augmentation de la consommation - Conséquences pour l'approvisionnement énergétique - Impact sur le climat | Gasvoorziening - Stijging van het gebruik - Consequenties voor de energiebevoorrading - Impact op het klimaat | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| gaz naturel approvisionnement énergétique réchauffement climatique consommation d'énergie gaz de schiste Agence internationale de l'énergie atomique |
aardgas energievoorziening opwarming van het klimaat energieverbruik schaliegas Internationale Organisatie voor Atoomenergie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 5-2632 du 23 juin 2011 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 5-2632 d.d. 23 juni 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
L'Agence internationale de l'énergie (AIE) prévoit que d'ici 2035, la part du gaz naturel à l'échelon mondial passera à 25 %. Cela représenterait une hausse de plus de 50 % par rapport à la situation actuelle. Le gaz naturel est la moins polluante des énergies fossiles, mais n'offre aucune solution, par exemple au réchauffement de la planète, puisqu'il convient surtout d'investir dans les sources d'énergie très pauvres en carbone. J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes : 1) Le ministre adhère-t-il aux prévisions de l'Agence internationale de l'énergie selon lesquelles la part du gaz naturel à l'échelon mondial augmentera de 50 % d'ici 2035 ? 2) Quel effet ces prévisions auront-elles, selon lui, sur l'approvisionnement énergétique de notre pays ? Existe-t-il des conséquences économiques, stratégiques et financières et celles-ci sont-elles prises en compte dans le cadre d'un planning pluriannuel ? Dans l'affirmative, de quelle façon ? 3) Dans quelle mesure, dans notre pays, la part croissante du gaz naturel facilitera-t-elle ou freinera-t-elle la lutte contre le réchauffement de la planète ? |
Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) voorspelt dat tegen 2035 het aandeel van aardgas wereldwijd zal stijgen tot 25 %. Dit zou een stijging met meer dan 50 % zijn tegenover het huidige aandeel. Binnen de fossiele brandstoffen vervuilt aardgas het minst, maar het betekent zeker geen remedie tegen onder andere de opwarming van de aarde, vermits er vooral in uiterst koolstofarme energiebronnen moet worden geïnvesteerd. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen: 1) Beaamt de geachte minister de voorspelling van het Internationaal Energie Agentschap dat het aandeel aardgas wereldwijd tegen 2035 met 50 % zal toenemen? 2) Welke consequenties voor de energiebevoorrading van ons land koppelt hij aan deze voorspelling? Zijn er economische, strategische en financiële gevolgen en worden deze bij een meerjarenplanning voor ons land in rekening gebracht? Zo ja, op welke wijze? 3) In welke mate zal het toenemend aandeel van aardgas in ons land een bestrijding van de opwarming van de aarde vergemakkelijken of bemoeilijken? |
||||||||
| Réponse reçue le 15 juillet 2011 : | Antwoord ontvangen op 15 juli 2011 : | ||||||||
1. Les prévisions de l’AIE rejoignent en effet celles de l’Union européenne. Dans le document « EU Energy trends to 2030 », l’Union européenne (UE) prévoit une augmentation de la demande en gaz de 40 % d’ici 2030. Au niveau international, cette tendance est encore renforcée par la forte hausse de la demande en gaz en Chine et en Inde. Bien évidemment, ces prévisions dépendent de diverses variables sous-jacentes telles que la croissance du PIB, l’évolution des prix du gaz par rapport à d’autres sources d’énergie, les investissements, l’impact des développements en matière de gaz de schiste, les investissements au niveau des énergies renouvelables et de l’efficacité énergétique. 2. L’étude prospective gaz indique que la demande en gaz naturel en Belgique va augmenter entre 2005 et 2020. Cela aura bien sûr des conséquences pour le marché belge, par exemple, les investissements devront être adaptés, il faudra instaurer un monitoring clair de la sécurité d’approvisionnement ainsi qu’une politique d’urgence adaptée. Ces conséquences sont en effet prises en compte, notamment dans le plan d’investissement de Fluxys qui donne un aperçu des adaptations nécessaires du réseau gazier pour les dix prochaines années. L’étude prospective gaz, réalisée par la direction générale Énergie, donne une idée de la sécurité d’approvisionnement en gaz jusqu’en 2020 et comporte des recommandations concernant la politique à suivre pour promouvoir cette sécurité d’approvisionnement. Pour ce qui est de la politique d’urgence, la Commission européenne a approuvé, fin 2010, un règlement qui impose aux États membres d’effectuer une analyse des risques, d’établir un plan d’action préventif ainsi qu’un plan d’urgence en matière de sécurité d’approvisionnement en gaz. La direction générale Énergie réalise en ce moment l’analyse des risques, qui sera soumise à la Commission européenne à la fin de cette année. 3. Cela dépend de la mesure dans laquelle les sources d’énergie fossiles pourront être remplacées par des sources renouvelables. |
1. De voorspellingen van het IEA liggen inderdaad in lijn met deze van de Europese Unie. In het document “EU Energy trends to 2030” voorziet de Europese Unie (EU) een stijging van de gasvraag met 40 % tegen 2030. Wereldwijd wordt deze trend nog versterkt door de sterke stijging van de gasvraag in China en India. Uiteraard zijn deze vooruitzichten afhankelijk van onderliggende variabelen zoals de groei van het BBP, de evolutie van de gasprijzen ten overstaan van de prijzen van andere energiebronnen, de investeringen, de impact van de ontwikkelingen in schaliegas, de investeringen in hernieuwbare energie en energie-efficiënte, enz. 2. De prospectieve studie aardgas wijst uit dat de vraag naar aardgas in België zal toenemen tussen 2005 en 2020. Dit heeft uiteraard consequenties voor de Belgische markt, zoals de investeringen die aangepast moeten worden; een duidelijke monitoring van de bevoorradingszekerheid en een aangepast urgentiebeleid is nodig. Deze gevolgen worden inderdaad in rekening genomen. Eerst en vooral in het investeringsplan van Fluxys dat een vooruitzicht geeft op de nodige aanpassingen in het gasnetwerk voor de komende tien jaar. De prospectieve studie aardgas, opgesteld door de algemene directie Energie, geeft een kijk op de gasbevoorradingszekerheid tot 2020 met daarin beleidsaanbevelingen ter bevordering van de bevoorradingszekerheid. Aangaande het urgentiebeleid heeft de Europese Commissie eind 2010 een verordening goedgekeurd die de lidstaten oplegt een risicoanalyse, een preventief actieplan en een noodplan op te stellen voor de gasbevoorradingszekerheid. De risicoanalyse wordt momenteel opgesteld door de algemene directie Energie en zal eind dit jaar bij de Europese Commissie ingediend worden. 3. Dit is afhankelijk van de mate waarin fossiele energiebronnen vervangen kunnen worden door hernieuwbare bronnen. |