SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
18 mai 2011 18 mei 2011
________________
Question écrite n° 5-2334 Schriftelijke vraag nr. 5-2334

de Liesbeth Homans (N-VA)

van Liesbeth Homans (N-VA)

au ministre du Climat et de l'Énergie

aan de minister van Klimaat en Energie
________________
Création d'un filet de sécurité pour contrer les hausses des prix de l'énergie Het vangnet voor prijsstijgingen van energie 
________________
prix de l'énergie
CREG
énergie électrique
gaz naturel
augmentation des prix
energieprijs
CREG
elektrische energie
aardgas
prijsstijging
________ ________
18/5/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord
18/5/2011Verzending vraag
9/6/2011Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-466 Requalification de : demande d'explications 5-466
________ ________
Question n° 5-2334 du 18 mai 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2334 d.d. 18 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La semaine dernière, le ministre a émis le souhait de mettre en place un filet de sécurité pour empêcher toute majoration disproportionnée des prix sur le marché belge de l'énergie. Ainsi, un comité de contrôle des prix examinerait les prix des fournisseurs d'électricité et de gaz et, après une étude comparative, le comité devrait donner son autorisation pour l'augmentation de prix envisagée. On pourrait ainsi éviter une trop grande fluctuation des prix de l'électricité et du gaz et freiner une inflation galopante.

Ceci nécessiterait une modification de la loi. Actuellement, la CREG peut contrôler les prix, mais elle peut seulement en rendre compte au ministre. Pour pouvoir transférer effectivement le pouvoir d'approbation à un organe administratif, il faut modifier l'article 23ter de la loi du 29 avril 1999. En cas d'une éventuelle modification de la loi, il faudra être très attentif aux règles européennes de la concurrence.

Je souhaiterais vous poser les questions suivantes :

1. Quelles mesures le ministre compte-t-il prendre pour habiliter un comité à approuver les augmentations de prix ?

2. Qui devrait siéger dans ce comité ?

3. Pourquoi le ministre ne souhaite-t-il pas donner l'avantage à la CREG ?

4. Comment le ministre peut-il justifier le fait que le marché belge soit le seul où les prix ne peuvent fluctuer ? Comment évitera-t-on d'enfreindre les règles européennes de la concurrence ?

5. N'est-ce pas là une violation du principe des « affaires courantes » qui prévoit que le gouvernement démissionnaire ne peut pas prendre de nouvelles mesures ?

 

De minister drukte vorige week zijn wens uit om een vangnet te creëren dat bovenmaatse prijsstijgingen in de Belgische energiemarkt moet tegenhouden. Dit vangnet zou erin bestaan om een prijscontrolecomité te laten toezien op de leveranciersprijzen voor elektriciteit en gas, waarna na vergelijkend onderzoek het comité de toestemming zou moeten verlenen om een voorop gestelde prijsstijging toe te staan. Op deze manier zou een al te sterke fluctuerende elektriciteits- en gasprijs worden vermeden, waardoor een snel stijgende inflatie zou kunnen worden afgeremd.

Om dit mogelijk te maken zou een wetswijziging moeten plaatsvinden. Momenteel kan de CREG immers wel toezicht houden op de prijzen, maar kan er slechts over rapporteren aan de minister. Om daadwerkelijk de goedkeuringsbevoegdheid over te dragen aan een administratief orgaan, moet artikel 23ter van de wet van 29 april 1999 aangepast worden. Bij een eventuele wetswijziging moet wel omzichtig met de Europese mededingingsbepalingen worden omgegaan.

Graag stelde ik u hierover de volgende vragen:

1. Welke maatregelen wil de minister concreet nemen om een comité de bevoegdheden te verlenen om prijsstijgingen goed te keuren?

2. Wie zou er moeten zetelen in een zulk comité?

3. Waarom wenst de minister de CREG niet de doorslag te laten geven?

4. Op welke wijze kan de minister verantwoorden dat de prijzen alleen op de Belgische markt niet mogen fluctueren? Hoe zal worden vermeden dat de Europese mededingingsregels worden geschonden?

5. Is dit geen schending van het 'lopende zaken'-principe, dat stelt dat de ontslagnemende regering geen nieuwe maatregelen mag nemen?

 
Réponse reçue le 9 juin 2011 : Antwoord ontvangen op 9 juni 2011 :

J’ai l’honneur de porter les éléments suivants à la connaissance de l’honorable membre :

1, 2 et 3. Dans le cadre de la transposition du « troisième paquet énergie », des dispositions sont prévues pour protéger les Petites et moyennes entreprises (PME) et les clients résidentiels, à travers l’encadrement des effets de la volatilité des prix pour ces clients. Ces mesures sont les suivantes :

Le texte adopté en première lecture par le Gouvernement prévoit les éléments suivants :

A. La méthode de calcul de tous les contrats variables pour chaque fournisseur sera introduite auprès du régulateur, dans une banque de données appropriée.

B. Le régulateur vérifiera les calculs du fournisseur. Sur la base de cette banque de données, le régulateur vérifiera aussi que les modifications de prix seront au maximum indexées quatre fois par an, ce qui de facto implique une plus grande stabilité des prix pour les clients résidentiels et les PME.

C. Dans le cas d'une augmentation d'un prix qui n’est pas provoquée par une indexation, le fournisseur devra justifier le bien-fondé de cet ajustement. Des comparaisons seront également faites avec les prix en vigueur dans les pays voisins. Si cette justification n’était pas établie et à l’issue de négociations avec les parties (d’une part, le fournisseur et, de l’autre, la CREG et la BNB) l’ensemble ou une partie de la hausse prévue pourraient être rejetés.

Après une période initiale de trois ans, ce système est évalué et éventuellement étendu au moyen d'un arrêté délibéré en Conseil des ministres, sur la base d'un rapport d'évaluation rédigé par la CREG et la Banque nationale de Belgique et sur une proposition du ministre, avec une nouvelle période de trois ans, suivant une procédure identique.

4. L'objectif visé est que le prix de la fourniture de gaz et d'électricité pour les clients résidentiels reflète les coûts qu'ils imposent au fournisseur. Ce n'est que dans l'hypothèse où ces prix ne seraient pas représentatifs des dépenses raisonnables qu'une convention avec une limite de prix sera négociée entre le fournisseur et la CREG après avis de la Banque nationale. La méthodologie proposée a déjà été discutée avec la Commission européenne, qui en a approuvé le principe.

5. Les mesures ci-dessus font partie des dispositions reprises dans la transposition du « troisième paquet énergie ». Ces dispositions ont un caractère d'urgence élevée étant donné que la date limite pour la transposition des directives européennes était le 3 mars 2011, et ils peuvent être présentés au Parlement au cours d’une période d’affaires courantes.

Ik heb de eer het geachte lid te antwoorden:

1, 2 en 3. In het raam van de omzetting van het “derde Energiepakket”, zijn bepalingen voorzien om de residentiële klanten en Kleine en Middelgrote Ondernemingen (KMO) te beschermen, door middel van het omkaderen van de effecten van de volatiliteit van de prijzen voor deze klanten. Deze maatregelen zijn als volgt:

De tekst die in eerste lezing door de regering werd goedgekeurd voorziet de volgende elementen:

A. De methodologie voor de berekening van al de variabele contracten van elke leverancier zal worden ingediend bij de regulator, in een geschikte databank.

B. De regulator zal de berekeningen van de leverancier controleren. Op basis van deze databank zal de regulator ook controleren dat de prijswijzigingen maximum vier keer per jaar worden geïndexeerd, wat de facto een grotere prijzenstabiliteit impliceert voor de residentiële klanten en de KMO’s.

C. In geval van een verhoging van een prijs die niet door een indexering veroorzaakt wordt, zal de leverancier de gegrondheid moeten rechtvaardigen van deze aanpassing. Vergelijkingen zullen eveneens worden gemaakt met de van kracht zijnde prijzen in de buurlanden. Ingeval dat de rechtvaardiging niet zou zijn bewezen en na onderhandeling met de partijen (leverancier enerzijds, CREG en BNB anderzijds) zou het geheel of een deel van de geplande verhoging van de prijs verworpen kunnen zijn.

Na een aanvankelijke periode van drie jaar wordt dit systeem geëvalueerd en eventueel verlengd door middel van een in ministerraad overlegd besluit, op basis van een evaluatierapport opgesteld door de CREG en de Nationale Bank van België en op voorstel van de minister, met een nieuwe periode van drie jaar, volgens een identieke procedure.

4. Het beoogde objectief bestaat erin dat de leverprijzen voor gas en elektriciteit voor de residentiële klanten representatief zouden zijn voor de kosten die zij meebrengen voor de leverancier. Het is slechts in de veronderstelling dat deze prijzen niet representatief zouden zijn voor redelijke kosten, dat een overeenkomst met een prijsgrens zal worden onderhandeld tussen de betrokken leverancier en de CREG na advies van de Nationale Bank. De voorgestelde methodologie werd reeds met de Europese commissie besproken en door haar principieel goedgekeurd.

5. De hierboven beschreven maatregelen maken deel uit die genomen worden bij de omzetting van “het derde Energiepakket”. Deze bepalingen hebben een hoogdringend karakter aangezien de uiterste datum voor de omzetting van de Europese richtlijnen 3 maart 2011 was, en kunnen zij aan het Parlement worden voorgelegd in een periode van lopende zaken.