SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
2 mars 2011 2 maart 2011
________________
Question écrite n° 5-1608 Schriftelijke vraag nr. 5-1608

de Filip Dewinter (Vlaams Belang)

van Filip Dewinter (Vlaams Belang)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Impôts - Surséance indéfinie au recouvrement - Non-respect des délais de réponse et de décision- Conséquences Belastingen - Onbeperkt uitstel van de invordering - Niet-naleving van antwoord- en beslissingstermijnen - Gevolgen 
________________
droit fiscal
administration fiscale
collecte de l'impôt
fiscaal recht
belastingadministratie
inning der belastingen
________ ________
2/3/2011Verzending vraag
28/3/2011Antwoord
2/3/2011Verzending vraag
28/3/2011Antwoord
________ ________
Question n° 5-1608 du 2 mars 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-1608 d.d. 2 maart 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis le 1er janvier 2005, le directeur régional Recouvrement des Contributions directes et, depuis le 18 mai 2007, le directeur régional de la taxe sur la valeur ajoutée peuvent vous accorder la surséance indéfinie au recouvrement de certaines dettes fiscales, ce qui signifie que ces dettes ne sont plus réclamées.

Selon le Code des impôts sur les revenus (CIR), le directeur régional compétent doit communiquer sa décision comme suit : une décision motivée est notifiée par lettre recommandée à la poste dans les six mois de la réception de la demande.

Je souhaiterais une réponse à la question suivante.

Si ces délais ne sont pas respectés, quelles en sont les conséquences pour :

- L'administration ;

- Le contribuable ?

 

Sedert 1 januari 2005 kan de gewestelijke directeur invordering der Directe Belastingen en sedert 18 mei 2007 kan de gewestelijke directeur van de Belasting over de toegevoegde waarde een onbeperkt uitstel van de invordering van bepaalde fiscale schulden toestaan, wat betekent dat deze schulden niet meer zullen worden gevorderd.

Volgens het Wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB), moet de bevoegde gewestelijke directeur zijn beslissing als volgt meedelen: " Binnen de zes maanden na de ontvangst van het verzoek wordt de belastingsschuldige per aangetekende brief een gemotiveerde beslissing toegezonden. "

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag:

Wat zijn de gevolgen als deze termijnen niet gerespecteerd worden voor:

- de administratie;

- de belastingschuldige?

 
Réponse reçue le 28 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 28 maart 2011 :

Les dispositions légales relatives à la surséance indéfinie au recouvrement, aussi bien en matière de contributions directes (article 413quinquies, § 1, Code des impôts sur les revenus (CIR 92) qu’en matière de taxe sur la valeur ajoutée (article 84octies, § 1, Code taxe sur la valeur ajoutée (CTVA) prévoient en effet que le directeur régional compétent prend une décision dans les six mois de la réception d’une requête en surséance indéfinie au recouvrement.

Toutefois, la loi ne prévoit pas de sanction en cas de non-respect de ce délai, ni pour l’administration, ni pour le redevable.

La fixation des délais dans lesquels la décision administrative doit être prise par le directeur régional a pour but de préciser plus clairement la notion de délai raisonnable.

En effet, chaque autorité administrative doit, sur base des principes généraux de bonne administration, prendre une décision dans un délai raisonnable.

Je souhaite enfin attirer l’attention sur le fait que mon administration s’efforce de respecter au maximum le délai fixé par la loi.

Lorsqu’il apparaît que le dossier ne contient pas tous les éléments permettant de prendre une décision correcte concernant la requête en surséance indéfinie au recouvrement, il peut arriver que ce délai ne soit pas respecté. Cela peut notamment être le cas lorsque des pièces justificatives complémentaires doivent être demandées au requérant ou lorsqu’une enquête en banque s’avère nécessaire.

De wettelijke bepalingen omtrent het onbeperkt uitstel van de invordering, zowel inzake directe belastingen (artikel 413quinquies, § 1, Wetboek van inkomstenbelastingen (WIB) 92), als inzake belasting over de toegevoegde waarde (artikel 84octies, § 1, Wetboek Belasting op toegevoegde waarde (WBTW) voorzien inderdaad dat de bevoegde gewestelijke directeur uitspraak doet binnen de zes maanden na de ontvangst van een verzoek om onbeperkt uitstel van de invordering.

De wet voorziet evenwel niet in sancties voor de niet-naleving van deze termijn, noch voor de administratie, noch voor de belastingschuldige.

De aanduiding van de termijnen waarbinnen de administratieve beslissing door de gewestelijke directeur moet worden genomen, heeft tot doel het begrip van de redelijke termijn duidelijker te omschrijven.

Inderdaad, op basis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur moet iedere administratieve overheid binnen een redelijke termijn een beslissing nemen.

Ik wens tenslotte te benadrukken dat mijn administratie de voorziene termijn maximaal tracht te respecteren.

Wanneer evenwel blijkt dat het dossier niet alle elementen bevat om een correcte beslissing omtrent het verzoek om onbeperkt uitstel van de invordering te treffen, kan het gebeuren dat deze termijn niet gerespecteerd wordt. Dit kan onder meer het geval zijn wanneer bijkomende stavingstukken aan de verzoeker worden gevraagd of wanneer een bankonderzoek nuttig wordt geacht.