SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
10 septembre 2010 10 september 2010
________________
Question écrite n° 5-131 Schriftelijke vraag nr. 5-131

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Qualité des logements - Possibilité de poursuites pénales - Infractions Kwaliteit van de woningen - Strafrechtelijke handhaving - Inbreuken 
________________
logement
politique du logement
location immobilière
marchand de sommeil
huisvesting
woningbeleid
verhuur van onroerend goed
huisjesmelker
________ ________
10/9/2010Verzending vraag
10/12/2010Antwoord
10/9/2010Verzending vraag
10/12/2010Antwoord
________ ________
Question n° 5-131 du 10 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-131 d.d. 10 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le volet pénal du contrôle du respect des normes de qualité de l'habitat concerne le niveau fédéral comme régional. Tant le Code flamand du logement que le Code wallon du logement comportent des dispositions pénales s'appliquant au propriétaire (ou le détenteur d'un droit réel) qui loue un logement qui ne respecte pas les conditions d'un logement de qualité. Les dispositions sur les marchands de sommeil, qui ont également trait à la qualité du logement, se retrouvent dans les articles 433decies à 433quinquiesdecies du Code pénal.

J'aimerais recevoir une réponse aux questions que voici :

1. Combien de condamnations ont-elles été prononcées sur la base des articles 20 et 21 du Code flamand du logement durant chacune des cinq dernières années ?

2. Combien de condamnations ont-elles été prononcées sur la base de l'article 201 du Code wallon du logement durant chacune des cinq dernières années ?

3. Combien de condamnations ont-elles été prononcées chaque année sur la base des articles 433decies à 433quinquiesdecies du Code pénal depuis leur entrée en vigueur en 2005  ?

4. Dans combien de cas y a-t-il eu simultanément infractions en matière de « marchand de sommeil » et infractions aux codes régionaux du logement ?

 

Het strafrechtelijk luik inzake handhaving van de woningkwaliteit strekt zich uit over het federale niveau en het gewestelijke niveau. Zowel de Vlaamse Wooncode als de Waalse Huisvestingscode bevatten strafrechtelijke bepalingen indien de eigenaar ( of houder van een zakelijk recht ) een woning verhuurt die niet voldoet aan de voorwaarden totwoningkwaliteit. De bepalingen over huisjesmelkerij, die evenzeer te maken hebben met woningkwaliteit, vinden we terug in artikelen 433decies tot 433quinquiesdecies van het Wetboek van strafvordering.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel veroordelingen waren er de voorbije vijf jaar jaarlijks op basis van artikel 20 en 21 van de Vlaamse Wooncode?

2. Hoeveel veroordelingen waren er de voorbije vijf jaar jaarlijks op basis van artikel 201 van de Waalse Huisvestingscode?

3. Hoeveel veroordelingen waren er jaarlijks, sinds de inwerkingtreding in 2005, op basis van artikelen 433decies tot 433quinquiesdecies van het Wetboek van strafvordering?

4. In hoeveel gevallen was er samenloop tussen overtredingen in gevolge huisjesmelkerij en inbreuken op de gewestelijke wooncode?

 
Réponse reçue le 10 décembre 2010 : Antwoord ontvangen op 10 december 2010 :

La banque de données des condamnations existant au niveau du Service public fédéral (SPF) Justice ne comprend pas l’incrimination relative aux marchands de sommeil. Il n’est donc pas possible actuellement de fournir les données de condamnations en la matière. L’adaptation des codes de qualification dans la banque de données est cependant à l’examen pour ce qui concerne les dispositions introduites par la loi du 10 août 2005 relative à la traite des êtres humains. Une mise à jour de la banque de données permettra à l’avenir de disposer d’informations précises sur cette question. Il y a lieu de noter cependant que la priorité est d’abord donnée à l’adaptation des codes de qualification liés à la traite des êtres humains.

Par ailleurs, la banque de données du Collège des procureurs généraux comprend une rubrique « marchands de sommeil », il est donc possible de savoir le nombre de dossiers ouverts au niveau des parquets d’instance ainsi que le nombre de citations. Les chiffres que nous transmettons ne concernent que ceux disponibles depuis l’existence du nouvel article 433decies (undecies et duodecies) du Code pénal (2005).

La banque de données indique les informations suivantes :

De 2005 à 2010, le nombre de dossiers ouverts au niveau des parquets belges pour des faits de « marchands de sommeil » étaient : 541.

Au niveau des ressorts de Cour d’appel d’Anvers, Gand et Bruxelles ce nombre était : 441.

Le nombre de dossiers cités pour faits de « marchands de sommeil » entre 2005 et 2010 au niveau des parquets belges est : 145.

Il faut noter que parmi les dossiers non enregistrés dans la catégorie citation, un certain nombre se trouvent par exemple à l’information ou à l’instruction. Une autre partie des dossiers a fait l’objet d’un classement sans suite.

Il n’y a pas de corrélation directe qui peut être établie entre les banques de données judicaires et les informations collectées au niveau de l’Inspection du Logement. Il s’agit d’informations récoltées séparément sur la base de procédures propres à chaque administration.

Ensuite, il faut aussi noter que le rapport annuel de l’Inspection flamande du logement fournit des informations précises sur cette question. En Région flamande, les inspecteurs du logement ont une compétence d’officier de police judiciaire, ils sont donc habilités à dresser un procès verbal en la matière. Dans les autres régions du pays, les inspecteurs du logement peuvent être impliqués dans des opérations de contrôle afin de fournir un avis mais ils ne peuvent faire les constatations car ils n’ont pas la qualité d’officier de police judiciaire. Dans la situation inverse, si des inspecteurs du logement non habilités à dresser procès verbal constatent une situation de dégradation particulièrement grave, ils en avertiront la police.

In de gegevensbank “veroordelingen” van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie is de strafbaarstelling met betrekking tot huisjesmelkerij niet opgenomen. Het is dan ook niet mogelijk thans de gegevens omtrent veroordelingen ter zake te verstrekken. Wel wordt de aanpassing van de kwalificatiecodes in de gegevensbank onderzocht in het licht van de bepalingen die zijn ingevoerd bij de wet van 10 augustus 2005 betreffende de mensenhandel. Een bijwerking van de gegevensbank moet in de toekomst ervoor zorgen dat precieze gegevens in dat verband beschikbaar zijn. Er moet evenwel worden opgemerkt dat de prioriteit uitgaat naar de aanpassing van de kwalificatiecodes met betrekking tot mensenhandel.

Voorts omvat de gegevensbank van het College van procureurs-generaal een rubriek “huisjesmelkerij” en is het dus mogelijk een cijfer te kleven op het aantal geopende dossiers bij de parketten van eerste aanleg alsook het aantal dagvaardingen. De meegedeelde cijfers zijn louter degene die beschikbaar zijn sinds het bestaan van het nieuwe artikel 433decies (undecies en duodecies) van het Strafwetboek (2005).

De gegevensbank geeft volgende output:

Tussen 2005 en 2010 werden 541 dossiers geopend bij de Belgische parketten wegens feiten van “huisjesmelkerij”.

Voor het rechtsgebied van het Hof van beroep te Antwerpen, Gent en Brussel gaf dat een aantal van 441.

Voor 145 dossiers gebeurde er een dagvaarding wegens feiten van “huisjesmelkerij” tussen 2005 en 2010 op het niveau van de Belgische parketten.

Er moet worden opgemerkt dat onder de dossiers die niet geregistreerd staan in de categorie dagvaarding, er een aantal zich bevindt in bijvoorbeeld de fase van het opsporingsonderzoek of gerechtelijk onderzoek. Een ander deel van de dossiers is geseponeerd.

Er kan geen directe correlatie worden gemaakt tussen de gerechtelijke databanken en de verzamelde gegevens op het niveau van de Wooninspectie. Het gaat om afzonderlijk verzamelde gegevens op basis van procedures die eigen zijn aan elke administratie.

Voorts moet worden opgemerkt dat het jaarverslag van de Vlaamse Wooninspectie precieze gegevens ter zake bevat. In het Vlaams Gewest hebben de wooninspecteurs een bevoegdheid van officier van gerechtelijke politie en zijn zij derhalve gemachtigd om een proces-verbaal ter zake op te stellen. In de andere gewesten van het land kunnen de wooninspecteurs wel bij controleoperaties betrokken worden om een advies te geven, maar kunnen zij geen vaststellingen doen omdat zij niet de hoedanigheid van OGP bezitten. Wooninspecteurs die niet gemachtigd zijn tot het opstellen van een proces-verbaal en die een toestand van bijzonder ernstige verwaarlozing constateren, brengen in dat geval de politie daarvan op de hoogte.